Na een paar problemen met de beveiliging van toegangsrechten tot vaak gevoelige en vertrouwelijke informatie, heeft de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders (NKG) voor eID gekozen als oplossing. Een partnership met dienstverlener IT Link Int. en The eID Company
België telt zo’n 520 gerechtsdeurwaarders, met daarnaast nog om en bij de 6.000 medewerkers die toegang hebben tot de database en applicaties van de nationale Kamer. En hoewel gerechtsdeurwaarders nu volop gebruik maken van it, zijn er slechts een twintigtal leveranciers van gespecialiseerde software met client/server-applicaties in hun aanbod. Deurwaarders gebruiken bovendien zeer uiteenlopende omgevingen, gaande van Windows tot iSeries (AS/400), onder meer via lichte clients.
Beveiliging
De gerechtsdeurwaarders stonden voor een dubbele uitdaging: enerzijds de personen identificeren en authenticeren die via internet toegang hebben tot de applicaties en gegevens van de Kamer en die er dossiers mee uitwisselen; anderzijds, de traceerbaarheid van de transacties verzekeren. En dat alles in een complexe en verspreide it-omgeving.
Bij de Kamer wordt de informatisering uitgevoerd door Link Int., dat de it-dienstverlening voor zijn rekening neemt en het GSB-platform (Gerechtsdeurwaarder Service Bus) heeft ingevoerd. Die tool wordt gebruikt voor de vergunningen en dient als brug tussen de Kamer en de verschillende instellingen die over de nodige informatie beschikken voor het werk van de deurwaarders (authentieke bronnen). Het platform van de kamer stoelt op Ensemble- (snelle integraties en installaties) en Caché-tools (objectdatabases) van InterSystems. Na de eerste contacten in oktober 2007 starten de Kamer en Link Int. in mei 2008 een eerste proefproject op basis van de elektronische identiteitskaart. Ze sloten hiervoor een samenwerkingsverband met The eID Company, een start-up uit Waver, gespecialiseerd in eID-applicaties (zie kader). “Onze voornaamste zorg was de analyse van de uitwisselingsprocessen tussen de deurwaarders en de Kamer. Er was geen sprake van om een softwarepakket ‘out of the box’ te leveren”, zegt Hugues Dorchy, medeoprichter van The eID Company. “Wij wilden een toegangsysteem uitdokteren voor het mailverkeer.”
Oplossing
In de praktijk start een deurwaarder een lokale applicatie en meldt hij zich aan met zijn eID-kaart en een login. Vervolgens controleert het platform van The eID Company de identiteit van de gebruiker (op een beveiligde server) en creëert het een authenticatieticket, met aanduiding van datum en tijd voor de traceerbaarheid. Daarna wordt de verbinding met de server van de Kamer tot stand gebracht.
“De oplossing van The eID Company bood niet enkel een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding, maar was ook efficiënt, persoonlijk aanpasbaar en open voor mogelijke nieuwe ontwikkelingen bij de Kamer, bijvoorbeeld op het vlak van elektronische handtekeningen of de eID-kaart voor vreemdelingen”, zegt Patrick van Buggenhout, algemeen verantwoordelijke e-gerechtsdeurwaarders bij de NKG. “Hiermee toont de Kamer duidelijk aan dat ze toekomstgericht werkt en een nieuwe plaats wil innemen in het Belgische juridische landschap. Ook al waren we niet echt op zoek naar innovatie om de innovatie, maar veeleer vanuit een veiligheidsoptiek.”
Danny Nuyens, projectmanager bij Link Int., voegt eraan toe dat de oplossing kon worden geïmplementeerd in tal van omgevingen (lichte clients, terminals en pc’s op het niveau van de klant, en van Windows tot OS/400 wat de servers betreft). Een klein bedrijf als The eID Company garandeert bovendien een maximaal reactievermogen en dito flexibiliteit. En niet onbelangrijk: de oplossing kan als Lego-blokken worden geïntegreerd in het informatiseringsproject van de gerechtsdeurwaarders. “Weinig bedrijven zouden in staat zijn om aan onze behoeften te voldoen”, aldus Van Buggenhout, die het heeft over “een Rolls Royce voor de prijs van een Renault”.
Hugues Dorchy benadrukt tussendoor dat “België het eerste land is dat dit soort beveiligde oplos-singen implementeert” en dat de “interoperabiliteit van de Belgische eID-kaart ervoor zorgt dat ze ook buiten onze landsgrenzen bruikbaar zal zijn.”
Ingebruikname
Momenteel wordt de oplossing geïmplementeerd en tegen eind februari, uiterlijk eind maart zou de installatie voltooid moeten zijn. In een eerste fase zal het platform 850.000 berichten per dag verwerken, maar op termijn zullen het er verschillende miljoenen zijn. “De Kamer heeft ondertussen heel wat ervaring opgedaan die we in dienst zouden kunnen stellen van de Belgische juridische wereld”, besluit Van Buggenhout.
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier