Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Hoe gaat de sector van de domeinnamen er uit zien als er plots honderden nieuwe internetachtervoegsels bijkomen? Bart Lieben van het consultancybureau Laga waagt zich aan enkele voorspellingen. “Heel wat van de traditionele TLD-operatoren mikken nadrukkelijk op schaalvergroting.”

“Een internetsuffix lanceren is iets anders dan een iPad in de markt zetten. Het aantal registraties voor een nieuw achtervoegsel wordt steevast overschat. Dit is geen industrie waar een durfkapitalist na drie jaar kan uitstappen met woekerwinsten. Een gTLD kàn wel een winstgevende zaak worden, maar daar is tijd voor nodig.”

Advocaat intellectuele eigendomsrechten Bart Lieben hielp top level domeinen zoals .eu, .asia en .mobi bij hun lancering, en is uitstekend geplaatst om zijn licht te laten schijnen over de sector. “Drie dingen moet je in het oog houden: het registratiesysteem, de ondersteuning en het DNS zelf. Rond die basiscomponenten zie je nu verschillende modellen ontstaan.”

Het volledig geïntegreerde model -dat je bijvoorbeeld terugvindt bij DNS.be, Afnic (.fr) en SIDN (.nl) en waarbij één bedrijf zowel nameservers, registratiesysteem als support beheert- zal wellicht niet meer worden gebruikt bij de nieuwe generieke extensies, stelt de advocaat.

“Het is te gevaarlijk om alles zelf te doen, zelfs als je een gevestigde waarde bent. Kijk naar Duitsland. Enkele weken geleden waren miljoenen websites eindigend op .de voor meer dan een uur ontoegankelijk, omdat enkele updates van de zone file vastliepen. Zulke situaties wil je vermijden.”

Heel wat van de traditionele ccTLD-operatoren kijken dan ook nadrukkelijk naar de markt van de nieuwe suffixen. Als specialist in het in de lucht houden van extensies en domeinnamen, kunnen ze zich als betrouwbare outsourcingpartner profileren. “Ondanks het feit dat slechts weinigen voldoen aan de strenge eisen die Icann stelt voor nieuwe gTLD’s, heeft het feit dat er heel wat operatoren gaan bijkomen de registry’s aan het denken gezet”, klinkt het.

Dat een handvol politici geld geroken heeft, en overweegt om de taken van de klassieke uitbaters van landencodes te herdelegeren, is daar niet vreemd aan. In België bijvoorbeeld, vraagt de CD&V zich luidop af of de organisatie en het beheer van de Belgische domeinnamen niet ‘herbekeken’ moet worden.

“Er liggen vaak hopen geld bij de ccTLD-operatoren, easy money dat gemakkelijk ingepikt kan worden”, knikt Lieben. “De overheid kan bijvoorbeeld beslissen om het beheer van een ccTLD via een licentie toe te kennen aan de partij die het meeste geld op tafel legt. De traditionele spelers hebben in zulk een scenario wel een stapje voor, maar ze lijken toch te beseffen dat ze hun concurrentiepositie nog kunnen verbeteren door links en rechts nog wat hand- en spandiensten te verlenen.”

Beheerders van landencodes die zich opwerpen als backend operator, moeten er wel rekening mee houden dat ze forse concurrentie krijgen van gevestigde waarden als Afilias (.info), VeriSign (.com) en Neustar (.biz), net als van nieuwe en vooralsnog lokale commerciële spelers zoals Sensirius en het Australische Cloud Registry.

“Deze mensen zijn gepokt en gemazeld in de sector, en kunnen zich gemakkelijk positioneren als technische operator. Ook zij hoeven zich niet te beperken tot het aanbieden van diensten aan derden, en kunnen zelf voor een suffix gaan. Denk maar aan het Japanse GMO Registry. Dat bedrijf aast op .shop, en begeleidt daarnaast de elektronicagigant Canon naar een achtervoegsel.”

1000 pk

Lieben plaatst sowieso kanttekeningen bij operatoren-in-spe die te hard van stapel lopen. “Neem nu nog dat je een generische extensie hebt kunnen bemachtigen, dan moet je ook de registrars kunnen overtuigen van het nut van dat achtervoegsel. Want het zijn zij die het moeten verkopen. Wat maakt het uit een zestien-cilindermotor te ontwikkelen, als je de 1000 pk niet kan overbrengen op de weg?”

“Daarom ook dat het debat rond verticale integratie/separatie zo belangrijk is. Heel wat bedrijven begrijpen niet waarom ze absoluut via een tussenpersoon moeten werken. Neem Belgacom: kan een telco niet zelf voor hosting en support zorgen? En bovendien, als je met alle grote registrars een contract moet afsluiten, ben je maanden bezig.”

“Omgekeerd moeten ook de registrars zelf de ketting leren kennen en begrijpen. Stel dat er binnenkort één extensie per week bijkomt. Dan zullen de verkopers erg selectief moeten worden, omdat ze allicht niet over voldoende bandbreedte beschikken om alle nieuwe achtervoegsels ingevoerd te krijgen.”

Om af te sluiten, de vraag van één miljoen. Hoeveel nieuwe gTLD’s mogen we verwachten? “Ik heb geen glazen bol, maar ik schat dat er een honderdtal early adopters zullen zijn. Heel wat grote bedrijven lijken geïnteresseerd, en kloppen aan voor advies. In de nineties hebben de multinationals de boot om hun merk te laten registreren als TLD al eens gemist, later werden ze geconfronteerd met cybersquatting. Dat willen ze geen tweede keer meemaken.”

Tien grootste extensies wereldwijd

1. .COM 82.01 miljoen

2. .DE 13.05 miljoen

3. .CN 12.55 mijoen

4. .NET 12.42 miljoen

5. .UK 7.83 miljoen

6. .ORG 7.79 miljoen

7. .INFO 5.24 miljoen

8. .NL 3.5 miljoen

9. .EU 2.98 miljoen

10. .RU 2.31 miljoen

(cijfers eind 2009)

Aantal registraties per generieke extensie

1. .COM 82.01 miljoen

2. .NET 12.42 miljoen

3. .ORG 7.79 miljoen

4. .INFO 5.24 miljoen

5. .BIZ 2.03 miljoen

6. .MOBI ~ 850.000

7. .NAME ~ 300.000

8. .TEL ~ 220.000

9. .ASIA ~ 210.000

10. .TRAVEL ~130.000

(cijfers eind 2009)

Frederik Tibau

” In de nineties hébben de multinationals de boot om hun merk te laten registreren als TLD al eens gemist.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content