Artemis, de publiek/private organisatie die Europese bedrijven gespecialiseerd in software en embedded systems ondersteunt, wil dat de investeringen in die vakgebieden verdubbelen. “Gebeurt dat niet, dan verliest Europa ook zijn leiderspositie in de domeinen waar het nog sterk staat.”
Voorzitter Heinrich Daembkes van Artemis deed de oproep tijdens de laatste editie van de Co-Summit (dit keer in Berlijn), een bijeenkomst die Artemis op jaarlijkse basis organiseerde in samenwerking met ITEA, een EUREKA-cluster die zich toespitst op het stimuleren en sponsoren van projecten in de ontwikkeling van software-intensieve systemen. Ook dit jaar werden er tientallen software-gerelateerde projecten van Artemis en ITEA voorgesteld aan pers en publiek.
“Europa focust onvoldoende op embedded systems en cyber-fysische systemen”, klonk het, “terwijl ons dagelijkse leven alsmaar meer gedomineerd wordt door slimme software, in de wagen, op het gebied van healthcare, en in onze steden.”
Daembkes: “Het gaat niet goed met de tech-industrie op het Continent. We misten de mobiele revolutie, en het is nog maar de vraag of we met 5G terug op het voorplan kunnen treden. Daarom is het belangrijk dat we de domeinen versterken waarin we nog wél sterk staan, zoals de auto-industrie, avionics en slimme industriële producten.”
De voorzitter oppert dat er jaarlijks 150.000 nieuwe jobs kunnen gecreëerd worden in Europa als de investeringen in software en embedded systems verdubbelen. “Eén en ander wil zeggen dat tegen 2020 alle lidstaten hun uitgaven in research en development op het gebied van ICT moeten optrekken van 5,5 miljard euro nu tot 11 miljard in totaal (inbegrepen de steun van de EU). De bedrijven zelf zouden van 35 miljard euro moeten evolueren naar 70 miljard euro.”
Volgens Daembkes lijkt het erop dat de Europese Commissie haar duit in het zakje wil doen. “Het probleem is vooral dat sommige lidstaten andere prioriteiten leggen. In Frankrijk bijvoorbeeld, gaat het grootste deel van het budget naar micro- en nano-elektronica, om de eigen industrie te beschermen. En als er nog iets overschiet, dan kan dat in het beste geval naar software en cyber-fysische systemen gaan.”
“De fragmentatie in de Europese markt speelt ons nog steeds parten”, wist de voorzitter. “Er is geen eengemaakte markt, en al te vaak zie je nog dat politici niet verder kijken dan de eigen landsgrenzen. De bedrijven van hun kant, willen nog al te vaak alles zelf doen, en creëren gesloten ecosystemen zoals Apple. Is dat wel de juiste piste? Cross-nationale samenwerking is belangrijker dan ooit, maar er is nog veel werk aan de winkel wat dat betreft.”
MERCEDEZ-BENZ
Eén van de interessantere voorbeelden van wat samenwerkingsverbanden in cyber-fysische systemen kunnen bereiken, kwam van Mercedes-Benz. De Duitse autobouwer transformeert steeds nadrukkelijker tot een technologiebedrijf, en heeft intussen al verschillende projecten opgezet in samenwerking met Artemis en ITEA. 90 procent van alle innovaties bij Daimler situeren zich vandaag al in de software- en in de embedded-systems sfeer.
Directeur eDrive & software technologies Jutta Schneider van Daimler AG kwam een vijftal Europese projecten voorstellen die de emissievrije, zelfrijdende geconnecteerde wagens van Mercedez-Benz steeds dichterbij brengen.
Het meest opvallende project, Deserve, bouwt een heus ecosysteem rond technologische rijhulpsystemen (’embedded advanced driver assistance systems’), met gemeenschappelijke interfaces en software die hergebruikt kan worden door andere constructeurs, en in andere domeinen.
Schneider gaf ook een treffend voorbeeld bij de complexiteit van moderne softwareapplicaties. Als je met de code achter de software nodig voor een Mercedes S-klasse uit 1995 A4’tjes zou vullen, dan zou je aan een stapel papier van 3 meter hoog komen. Koop je rond 2020 een S-klasse, dat kom je aan een stapel papier even hoog als de Burj Kalifa in Dubai, of 829 meter.
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier