Sommigen hebben thuis al voet aan de grond, anderen komen met een veelbelovend pilotproject. Dat de deelnemers aan het GoGlobal Digital Health Program interessante innovaties op Healthvlak beloven, staat echter buiten kijf. Een intensieve week in Silicon Valley werd voor hen een kennismaking met de Amerikaanse markt.
In Silicon Valley wordt alleen over omzet gepraat.” Jorden Woods van accelerator Double Nova grijnst als hij uitlegt wat de percentages op zijn slide uitdrukken. De vertegenwoordigers van twaalf Europese start-ups – waaronder zes uit het iMinds-programma – noteren de cijfers die investeerders verwachten en slaan aan het rekenen. Kunnen ze dit met hun bedrijfje realiseren ?
Dit is dag één en meteen komt deze deep dive in de Amerikaanse eHealth ter zake : dat het allemaal wat ambitieuzer mag. ‘Think big !’ is het advies van Radhika Iyengar-Emens, Woods’ collega : “Jullie hebben potentieel, maar jullie mindset moet anders voor jullie het in Silicon Valley kunnen maken.”
“Veel Europese bedrijven denken nog te conservatief”, verduidelijkt ze, “onder andere door investeerders die snel dividend willen zien. De harde waarheid is dat men in Silicon Valley gewoon niet geïnteresseerd is in een bedrijfje dat voorzichtig lineair groeit. Hier gaat het maar om één ding : explosieve groei. Schaalbaarheid. En dat zijn dingen die je van bij het begin moet inbouwen.”
De keerzijde daarvan zijn de succesverhalen die reuzen met lemen voeten bleken. “Tja, ‘t is een high risk spel”, geeft Iyengar-Emens toe, “Maar dat maakt jullie bedrijven net interessant. In tegenstelling tot Amerikaanse starters hebben zij al een erg goed businessfundament. Daar moet enkel een kleine laag ambitie boven. Dromen mag.”
Al moet je niet gaan zweven. In een systeem waarin niet alleen patiënt en dokter rondlopen, maar ook verzekeraar, werkgever en een overheid is het niet gemakkelijk. Zeker in de VS, waar de meeste ziekenhuizen en dokters geen lid zijn van een netwerk, is de markt erg gefragmenteerd. “Zoek partners”, klinkt het advies. “Maar”, waarschuwt Iyengar-Emens, “niet eender wie. Je moet strategisch nadenken of een mogelijke samenwerking je brengt waar je moet zijn.”
OP ZOEK NAAR HET FACEBOOK VAN DE HEALTH
De verscheidenheid aan innovaties die de Belgen naar Silicon Valley meebrengen – van de data-analyse van UgenTec tot Minzes meting van urine flow – weerspiegelt de opwinding die momenteel rond digital health hangt. In deze sector is alles nog mogelijk, want de grote doorbraak is er nog niet. Als dit sociale media was, zaten we dan nu nog in het stadium van Friendster of Orkut ? “I like that“, lacht Deborah Kilpatrick, die met Evidation Health digital-healthbedrijven helpt de nodige bewijzen op tafel te leggen voor hun efficiëntieclaims, “Maar ik denk dat we toch al aan het begin van het Health MySpace-tijdperk staan. Zoals dat sociaal netwerk de gebruiker waarde gaf, zo zien we nu dat het de patiënt is die bepaalt welke ideeën bruikbaar zijn. En zo krijgen we een digital-healthwereld die niet langer apps bedenkt omdat de smartphone het toelaat, maar zich afvraagt wat nu echt impact heeft. En met de verschuiving op de Amerikaanse gezondheidsmarkt van een fee-for-service-benadering naar een value-based-aanpak doen zich tal van kansen voor.”
Komt de Health MySpace of Facebook misschien uit België ? Wordt het FibriCheck, de app om u hartritme te monitoren via uw smartphonecamera ? Of Nephroflow, dat het dialyseproces heeft geïnformatiseerd ? Zorgt Lindacare’s telemonitoring van pacemakers voor een doorbraak ? In Redwood City laten ze zich alvast informeren wat bij de grote stap naar de Amerikaanse markt komt kijken.
Zien ze daarbij zenuwachtig tegemoet : de confrontatie met de almachtige Food & Drug Administration die moet oordelen voordat er ook maar iets medisch de markt op mag. En toch : “Ik weet dat het lijkt alsof ze je enkel het leven zuur willen maken, maar werk mee met hen”, pleit Jessica Burton, een consultant met ervaring ter zake, “Gok niet dat je géén toestemming nodig hebt, want dan komen ze achteraf op jacht.” Zorg dus dat je claims net zo evidence based zijn als van gewone medische innovaties wordt geëist, houdt Kilpatrick voor, “Je wilt kunnen bewijzen dat je innovatie een impact heeft. Men zal je altijd naar cijfers of data vragen die je niet had verwacht. Wees voorbereid.”
ZWEET EN PIZZA
In GSVLabs doen de start-ups de oefening. Zouden ze in vijf jaar 100 miljoen dollar omzet kunnen halen, zoals investeerders hier eisen ? “Stretch your thinking”, moedigt Woods Aan, “Besef dat de zakken diep zijn. Als een investeerder polst wat je wil doen met het gevraagde bedrag, kan de volgende vraag best zijn ‘en wat als ik je dubbel zoveel geef’ ? Heb je antwoord klaar.”
Woods laat hen zweten. Dat moet ook, want zes van hen mogen deze week hun pitch maken voor enkele venture capitalists. Die uitverkorenen worden dan ook gecoacht door de drie managing directors van Double Nova. Raf Grietens van FibriCheck blaast. “Het wordt nog een lange avond, want ik moet mijn slides helemaal omgooien. Waar je in Europa vanuit je product vertrekt, moet je hier voorspellingen durven maken over wat je app kan verwezenlijken.”
Het punt dat Woods, Iyengar-Emens en hun collega Bernard Slede maken : “Let op je verhaal. Durf een visie verkopen.” Dat is ook voor Wouter Uten van UgenTec behoorlijk slikken : “Ik ben nu eenmaal nogal rationeel ingesteld. Maar ik heb geleerd dat ik onze markt duidelijker moet schetsen. Ze willen weten hoeveel ik denk te kunnen verkopen.”
In het Plug & Playcenter van Sunnyvale is de spanning op de Health 2.0 Networking, die cruciale avond, te snijden. Terwijl genodigden en andere starters zich op de ijsemmers bier en dozen pizza storten, buigen de pitchers zich een laatste keer over hun slides. Dit is rock-‘n-roll in businessland en straks moet het publiek platgespeeld worden als waren ze Steve Jobs zelve.
Zo enthousiast stond Hans Constandt van Ontoforce daarnet toch op het podium, maar hij schrikt wanneer hij dat hoort. “Ik sta niet graag in de spotlights”, bekent hij, “maar ik heb geleerd om me op te peppen voor zo’n pitch. De mentoring deze week heeft me ook veel bijgebracht om mijn presentatie nog te verbeteren. Het heeft gewerkt, denk ik. De vragen van de jury waren hard, maar achteraf is één me wel komen vertellen dat ze zo stevig doorvroeg omdat ze geïnteresseerd was. En zo heb ik aan deze week toch drie geïnteresseerde venture capitalists en business angels overgehouden.”
BOOTS ON THE GROUND
Dat de fusie van iMinds en imec tijdens de trip officieel werd bekrachtigd, is een mooie samenloop van omstandigheden. Nu de incubator opgaat in de Leuvense techgigant, wil het immers nog meer van dit soort initiatieven op poten zetten. “Dit soort trips deden we in het verleden ook al, maar dit was de eerste keer dat de focus op één sector lag. Zo konden we veel dieper gaan”, zegt vp incubation en industry Roger Lemmens, “En dan vind ik zo’n trip zelfs al geslaagd als één van onze starters besluit dat hij nog niét klaar is voor de Amerikaanse markt. Omdat het een gefundeerde beslissing is, niet op buikgevoel.”
Ook Dries Helms van Lynxcare heeft de boodschap na deze week begrepen. “Als je hier iets wil doen, zal het niet vanzelf gaan. Dan moet je hier zijn, een mooi pilotproject opgezet krijgen. En ja, dan verhuis ik naar hier. Boots on the ground ; anders gaat het niet.”
Matthieu Van Steenkiste
“Lineaire groei ? Voor minder dan explosief schalen komt een venture capitalist zijn bed niet uit !”
“Dromen mag”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier