Guy Kindermans Guy Kindermans is freelance journalist bij Data News.

Het lijkt haast of de informatica vandaag de ware held is in het Formule 1 racecircus, zoals mag blijken toepassingen van AT&T en SAP.

De romantiek van brullende motoren en verschroeid rubber hangt nog steeds rond in het Formule 1 racecircus, met de piloten (geen chauffeurs) als ware helden. Maar vandaag zou geen racewiel draaien, laat staan winnen, als er niet tevens een bijzonder fikse hap informatica aan te pas kwam.

RACE BESLIST IN HET UK

En die informaticarace wordt vaak ver weg van het circuit uitgevochten, zodat de inspanningen van een bedrijf als AT&T voor een raceteam als Infiniti Red Bull meer dan het verschil uitmaken. Als ‘innovation partner’ sloot AT&T voor dit jaar dan ook een contract met het Infiniti Red Bull team dat voorziet in communicatiediensten die tot tweeënhalf keer sneller zijn dan deze in 2013.

Concreet betekent dit dat AT&T gedurende 19 raceweekends in het jaar, op vijf continenten, op het racecircuit zelf een compleet netwerk opzet (intern en met de racewagens) en instaat voor de communicatie met het team-HQ in Groot Brittannië. En dat telkens op één week tijd, vooraleer het raceteam zelf arriveert, als een soort pop-up bedrijf, inclusief de normale connectiviteitsnoden (netwerk, telefonie, internet,…) van een bedrijf.

En niet alleen moet het netwerk hoogperformant en stevig beveiligd zijn, maar tevens bijzonder robuust tijdens het hele raceweekend, want het team kan niet zonder. Het begint al op vrijdagochtend, met de eerste oefenritten, bestemd voor de aanpassingen aan het racecircuit zelf en de integratie van nieuwe componenten. Vaak worden immers op het allerlaatste ogenblik nog specifiek aangemaakte onderdelen verscheept. De prestaties van de auto, op basis van telemetrie-gegevens (zoals temperatuur, druk, schakelgedrag,…) worden daarbij afgetoetst aan voorspellingen in de simulaties in het hoofdkwartier. Na analyse worden dan vaak in videoconferenties mogelijke aanpassingen en experimenten met nieuwe instellingen uitgewerkt. De ingenieurs kunnen daarbij aan de slag alsof ze zich in het hoofdkwartier zelf bevinden.

De keuze voor AT&T door Infiniti Red Bull steunt onder meer op de kwaliteit van de dienstverlening en de wereldwijde ondersteuning, zodat “het team zich daar geen zorgen moet over maken. Alles is er als we arriveren,” prijst Al Peasland, head technical partnerships bij Infiniti Red Bull. AT&T zet hiervoor overigens twee ploegen in, die haasje over met elkaar naar de verschillende races spelen.

DATA WINNEN DE RACE

De analyse van de data, zowel tijdens de trainingen als tijdens de races, is een sleutelonderdeel, met hoge eisen aan de data-technologie. Na tien jaar een klant van traditionele SAP-omgevingen te zijn geweest, schakelde het McLaren-raceteam in een hogere versnelling in de relatie met SAP. Om nog meer data sneller te verwerken, werd een paar jaar geleden een nieuw project gestart dat racedata met een HANA ‘in memory’ toepassing verwerkt.

Concreet wordt de data in de HANA toepassing verwerkt, met vervolgens een visualisering ervan in een dashboard/ cockpit toepassing (toepasselijk termen) op een iPad, voor gebruik in de ‘pit’. De analyse was mogelijk met de gewone BI-software van SAP. Voor het inwinnen van de data wordt een beroep gedaan op ongeveer 120 sensoren (inclusief deze op de piloot zelf), met informatie over de banden, remmen en dies meer. Het team vergaart ongeveer 3 TB aan data per wagen per raceweekend, wordt voorgerekend. Duurde vroeger de analyse van de data soms meer dan een week, klaart de huidige toepassing het in reële tijd… De HANA-servers bevinden zich overigens in het hoofdkwartier van McLaren, zodat ook hier een gegarandeerde connectiviteit een must is. De gecapteerde data worden verzameld, doorgestuurd naar het hoofdkwartier, verwerkt, waarna de relevante data en conclusies worden teruggestuurd. Niet alleen worden de data van elke wagen en piloot afzonderlijk geanalyseerd, maar ook met elkaar vergeleken. Het systeem staat dermate op punt dat zelfs de raceleider zich in het hoofdkwartier kan bevinden, omdat hij toch over alle informatie beschikt. Dat is overigens inclusief de historische data van de voorbije 10 jaar, die mee in het model worden genomen (hoewel de racecircuits zelf vaak van jaar tot jaar worden aangepast, terwijl recent ook belangrijke veranderingen in het F1-reglement rond cilinderinhoud, brandstof-, motor- en bandenverbruik werden ingevoerd). Het McLaren-team blijkt overigens uiterst enthousiast over de resultaten, die maken dat tijdens de races heel weinig verrassingen het team plagen.

DAGELIJKSE LEVEN

De Formule 1 heeft zich steeds voorgedaan als het laboratorium waar de toekomstige voorzieningen in gewone, dagdagelijkse auto’s worden getest, en ook vandaag wordt die claim gemaakt. Het hele gebeuren rond datacaptatie op alle mogelijke punten in een wagen, inclusief de banden, evenals de mogelijkheid om die grote hoeveelheid data in reële tijd te interpreteren en zinvol aan te wenden, maakt inderdaad in toenemende mate de overstap van superauto’s naar gewone voertuigen. Big data en het hele Internet of Things gebeuren zullen inderdaad op relatief korte termijn in steeds meer wagens zorgen voor meer veiligheid en het voorkomen van problemen (door predictive monitoring). Het betekent tevens dat er zeker op korte termijn een bijzondere nood is aan experten die grote datasets zinvol kunnen analyseren – de ‘data scientists’ – en samenwerken met experts op verschillende gebieden, zoals ontwerpers en bouwers van auto’s. Of hoe de auto’s van de toekomst het meer dan ooit met informatica en niet een vlam in de pijp (zeker voor elektrische wagens) zullen doen.

Guy Kindermans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content