In het weekend van 7 en 8 februari verzamelden volgens de organisatoren zo’n 5000 tot 6000 opensourceontwikkelaars op de ULB-campus voor FOSDEM (Free and Open Source Software Developers’ European Meeting).

Pieter Hintjens van iMatix sprak op Fosdem over enterprise messaging. Elk groot project vereist het verzenden van boodschappen, wat een eenvoudige taak lijkt: verbind A met B. Een goede oplossing is volgens Hintjens echter helemaal niet zo eenvoudig en vereist een goede aanpak van het addresseren, het queuen en het transport. “Mijn doel is om enterprise messaging open en eenvoudig te maken. Vandaag is het vrij goedkoop om software te schrijven, maar het is nog altijd duur om ze betrouwbaar te verbinden.”

Hintjens maakte op Fosdem duidelijk dat AMQP een oplossing kan zijn: dit open protocol biedt een algemene messaging-architectuur, waardoor niet elk project het wiel opnieuw moet uitvinden. iMatix begon in 2004 aan een AMQP-server en client, beide open source: OpenAMQ. Volgens Hintjens kan OpenAMQ gemakkelijk een snelheid van zo’n half miljoen boodschappen per seconde aan en wordt het onder andere gebruikt door de Dow Jones Company. “Door de openheid van AMQP is het prijsverschil met de traditionele commerciële messaging-oplossing gemakkelijk een factor honderd.”

Is GPL nog van deze tijd?

Terrence Barr van Sun ging met de aanwezigen in discussie over de vraag of ‘pure’ GPL nog wel van deze tijd is: “GPL is met zo’n 65 % de meest voorkomende opensourcelicentie, maar relatief weinig nieuwe projecten gebruiken pure GPL, die vereist dat de ontwikkelaar die van het project gebruik maakt zijn wijzigingen onder dezelfde licentie aanbiedt. Zo krijgen wij binnen het phoneME-project vaak te horen dat een bedrijf graag phoneME wil gebruiken in zijn commercieel product, maar dat niet kan wegens de vele eisen van de GPL-licentie waaronder het beschikbaar is.”

Volgens Barr houdt de GPL-licentie dus heel wat bedrijven tegen om op opensourcesoftware te bouwen en wordt ze dan ook steeds minder relevant: “Bedrijven gaan omwille van de nadelen van GPL vlugger kiezen voor opensourceprojecten met een minder restrictieve licentie, zoals de LGPL-, BSD-, Apache- of Eclipse-licenties. Een GPL-project verliest dus een deel van het competitieve voordeel dat zo vaak aan opensourcesoftware toegeschreven wordt.” GPLv3 is op een aantal punten wel duidelijker, maar heeft volgens Barr dan weer het nadeel dat de nieuwe licentie een clausule heeft die het gebruik van DRM tegenwerkt. Producenten van ingebedde systemen en consumentenelektronica zijn hierdoor uiteraard niet zo geïnteresseerd in GPLv3-software.

Hackable apparaten

Mark Surman van de Mozilla Foundation hield een betoog dat niet zozeer over Mozilla ging, maar wel over openheid en vrijheid op internet: “In de mission statement van de Mozilla Foundation staat dat we ijveren voor vrije toegang tot internet. Onze webbrowser Firefox is daar maar één aspect van, maar wel een succesvol: in 2003 was het web in gevaar omdat Microsoft met Internet Explorer een monopolie had in de browsermarkt. Anno 2009 is er een veel grotere diversiteit van browsers en heeft Internet Explorer een marktaandeel van minder dan 70 procent.”

Volgens Surman moeten we verder ijveren voor vrijheid en openheid op internet: “We zien nu al dat mensen graag software en websites naar hun wensen aanpassen. Daarom is Firefox, dat je met plugins kan uitbreiden, zo populair. En daarom gebruiken zoveel mensen WordPress voor hun blogs, want daarvoor bestaan ook heel wat plugins. Het is belangrijk dat software ‘hackable’ blijft, ook in mobiele apparaten: het wordt een strijd tussen hackable apparaten zoals de OpenMoko gsm en dichtgetimmerde apparaten zoals de iPhone.” Daarbij gaat het volgens Surman niet alleen om de vraag of de software open source is, maar ook of de netwerkoperator wil controleren wat er op zijn netwerk gebeurt en natuurlijk ook het prijsmodel van de mobiele operatoren.

Koen Vervloesem