Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

Voor wie het zich mocht afvragen: nee, koper is nog steeds niet dood. Wel integendeel, met G.fast wordt de levensduur weer wat verlengd.

De dood van koper als drager voor internet- en netwerkcommunicatie is ondertussen al zo vaak aangekondigd, dat niemand er nog geloof aan hecht. Doorheen de jaren is de technologie rond communicatie over koperkabels dermate ontwikkeld en verbeterd dat netwerkoperatoren niet halsoverkop hun toevlucht moeten zoeken tot glasvezel.

De vrij lage snelheid van dsl-verbindingen in de beginjaren zijn ondertussen via vdsl, vdsl2 en technologie als vectoring fors opgekrikt. Belgacom bijvoorbeeld rolt momenteel vectoring uit: een technologie die ruis op de koperkabels onderdrukt, waardoor het netto datadebiet sterk toeneemt en je als eindgebruiker dus van een snellere internetverbinding kan genieten.

Het Broadband World Forum is traditioneel hét toneel bij uitstek waar fabrikanten graag uitpakken met nieuwe stukjes technologie rond breedband. Rond vectoring viel bijvoorbeeld op dat zowat alle fabrikanten werken aan interoperabiliteit, zodat netwerkoperatoren beroep kunnen doen op meerdere leveranciers.

BIJNA EEN STANDAARD

Maar ‘the talk of the town’ was toch de nieuwe ‘dsl-upgrade’ die luistert naar de naam G.fast – spreek uit als Gee Dot Fast. Vanaf ten vroegste 2016 zou de technologie voorzichtig zijn intrede kunnen doen in de huiskamers. Ten vroegste, want de meeste dsl-operatoren (waaronder in ons land dus ook Belgacom) zijn nu nog volop vectoring aan het uitrollen.

Hoewel iedereen op het Forum de mond vol heeft van G.fast is de technologie nog niet geratificeerd. Broadband Forum – de organisatie waarin zowat alle fabrikanten vertegenwoordigd zijn en samenwerken rond het opstellen van standaarden – is van plan om dit jaar te starten met het voorbereidend werk voor het certificeren van apparatuur voor G.fast. Dat werk zal gedaan worden in het Interoperability Lab van de universiteit van New Hampshire. Naar het einde van volgend jaar toe moeten de eerste certificeringen dan rond zijn. De verwachting is dat de International Telecommunication Union eind dit jaar of begin 2015 de G.fast-standaard zal finaliseren.

Op de beursvloer in Amsterdam werden wel al de nodige prototypes getoond en plannen uit de doeken gedaan door onder meer de gespecialiseerde leveranciers Sckpio (chips voor zowel netwerk als thuisnetwerk-apparatuur) en Triductor, maar ook door het bekendere Broadcom. Broadcom toonde prototypes van G.fast-chips voor zowel netwerkinfrastructuur van operatoren als voor thuisapparatuur. G.fast kan immers in het netwerk geïmplementeerd worden zonder dat de eindklant er iets van merkt, maar kan ook gebruikt worden voor het laatste stukje koperkabel van in de straatkast tot in de huiskamer te versnellen. In dat geval moet de eindklant wel over compatibele netwerkapparatuur beschikken die de operator hem ter beschikking stelt.

DE LANGE WEG NAAR FIBER

G.fast lijkt zowat in hetzelfde hokje als vectoring te passen en is dus voor operatoren een manier om nog meer ‘value’ uit het kopernetwerk in de grond te puren én duurdere investeringen als fiber-to-the-home weer wat verder voor zich uit te schuiven. Al is het volledige plaatje wel iets ingewikkelder volgens Johan Luystermans die bij Belgacom verantwoordelijk is voor network engineering & operations. “Als we bij Belgacom voor een roll-out van fiber-to-the-home gaan, zullen wij op een bepaald moment G.fast sowieso nodig hebben”, zegt Luystermans. Niet iedere klant is bijvoorbeeld bereid om de glasvezelkabel te laten doortrekken tot in zijn huiskamer. G.fast wordt dan een noodzaak om zo’n klant toch aan te sluiten op een ‘next-generation’ netwerk. G.fast kan mogelijk ook kostenefficiënter blijken. Studies hebben er al herhaaldelijk op gewezen dat de graafwerken en het werk om de glasvezelkabel tot in de woonkamer, kelders of garages te brengen de duurste elementen zijn in een globale roll-out van fiber-to-the-home.

G.fast lijkt voorlopig snelheden te beloven die in de buurt van glasvezelnetwerken komen (over weliswaar veel kortere afstanden) en kan dus een alternatief zijn om woningen te koppelen aan het glasvezelnetwerk.

Alcatel-Lucent denkt vanaf het eerste kwartaal van volgend jaar een G.fast-oplossing te kunnen uitbrengen. Momenteel test de fabrikant met opstellingen die ruim 1 Gbps halen (upload en download samengeteld). Op het Broadband World Forum liet de vendor weten dat er al twaalf testprojecten bevestigd zijn. Met operatoren als BT en Orange lopen er al testprojecten, in 2015 starten er nog eens acht.

Trevor Linney, head of access network research bij BT Global Services leidt het ‘G.fast lab’ van BT in het Britse Adastral Park en is categoriek: “Koper is nog lang niet dood.” Op het Broadband World Forum vorig jaar toonde BT nog een test rond G.fast met apparatuur van Huawei dat in Shenzhen een prototype-chip liet bouwen. In het G.fast lab draait nu een unit van Adtran, waarbij vooral getest wordt of G.fast verstorend werkt in combinatie met bestaande vdsl2-apparatuur. “Het voorlopige antwoord is trouwens ‘nee'”, zegt Linney. Hoe dan ook is het wel duidelijk dat G.fast enkel geschikt is voor korte afstanden.

Ondertussen is Alcatel-Lucent er ook al in geslaagd om in een testopstelling 10G-snelheden over koperlijnen te halen. Met XG-Fast haalt de fabrikant 1 Gbps, weliswaar over een koperlengte van maar 70 meter.

Kristof Van der Stadt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content