Belnet schakelt naar een hogere versnelling. Verbindingen van 10 Gbps worden 100 Gbps en zo wordt het Belgische onderzoeksnetwerk opnieuw een staaltje spitstechnologie waar ze in de VS jaloers op mogen zijn.
Nadat de organisatie vorige zomer al zijn glasvezelnetwerk een stevige upgrade gaf, vernieuwt Belnet in de loop van september zijn ip-netwerk waardoor de snelheidslimiet aanzienlijk hoger gaat. Securelink zorgt voor de integratie met apparatuur van Juniper Networks. Daarmee komt de upgrade van het netwerk in een eindfase. Het project begon in 2012 en zal in Q3 van 2015 klaar zijn. “Onze backbone heeft maar een levensduur van 5 à 7 jaar,” zegt directeur Jan Torreele.
Het oude netwerk bestond uit vier fiberringen van 42X10 Gbps. “In eerste instantie hebben we de optische apparatuur een upgrade gegeven. Vroeger werkten we met apparatuur van Alcatel, nu is dat met materiaal van Ciena. Zo komen we vandaag aan een virtuele capaciteit van 88X100 Gbps, niet per ring maar per glasvezeltraject.” Met de ip-laag die nu volgt, wordt die capaciteit optimaal benut.
Maar is het nog nodig dat een overheidsinstelling investeert in een glasvezelnetwerk als ook Telenet, Belgacom, Destiny en Google er mee bezig zijn ? Ja ! horen we bij Torreele. “De onderzoekswereld is een nichesector. Eigenlijk hebben we maar tweehonderd klanten, die weliswaar 750.000 eindgebruikers vertegenwoordigen. We dienen overheden, maar onze kern ligt bij onderzoek en onderwijs en hoewel ik niet voor andere operatoren kan spreken, is de hoge bandbreedte die onze klanten nodig hebben niet zo interessant voor hen. Je moet immers zeer specifieke producten ontwikkelen voor een klein publiek. Dat zijn niet enkel netwerken maar ook applicaties. Je kan met Wetransfer bestanden tot 10 GB versturen. Maar als een universiteit bestanden van honderd gigabyte of een terabyte moet versluizen dan vind je daar niet zomaar een webapp voor.”
In de VS heeft men wel besloten om onderzoeksnetwerken aan commerciële spelers over te laten. “Dat heeft hen een achterstand bezorgd van tien jaar. Onder voormalig vicepresident Al Gore is men daarop teruggekomen en heeft men ‘Internet 2’ opgestart met overheidsgeld, maar vandaag zijn Europese netwerken nog steeds geavanceerder.”
Toch blijven we ons afvragen wie daadwerkelijk 100 Gbps nodig heeft. “Vandaag nog niemand. Er zijn instellingen die vandaag 2X10Gbps afnemen, maar je moet klaar zijn. Als we vandaag de vraag krijgen voor 100 Gbps en dat is er niet, dan duurt het nog minstens drie jaar voor het mogelijk is. Je moet dus anticiperen. We zien onze grootste klanten stilaan naar de limieten van ons oude netwerk gaan. Zij gaan die snelheden dus wel nodig hebben in de nabije toekomst.”
We spreken Torreele enkele weken nadat een professor in de Britse media beweerde dat het internet binnen een achttal jaar vol zal zitten. Torreele is sceptisch over die bewering. “Die dag zal komen want glasvezel heeft fysieke limieten, maar daar zijn we nog lang niet. Bovendien kan je nog altijd extra fiber leggen. Intussen zijn er labotesten waar men nog sneller gaat. Het is duidelijk dat de limiet nog niet bereikt is. Hetzelfde geldt voor het stroomverbruik van die netwerken. Onze apparatuur is nu tien keer krachtiger, maar verbruikt minder. Dus als internet een gevaar vormt voor de stroomvoorziening dan moeten we ons ook zorgen maken als er meer wasmachines worden gekocht.”
Pieterjan Van Leemputten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier