Glasvezel tot bij u thuis – België ingedommeld?

Stefan Grommen Stefan Grommen est rédacteur de Data News.

15 miljoen huishoudens in de VS & Japan zijn aangesloten en abonnee op een glasvezelnetwerk, 1.7 miljoen in Europa. Het glasvezelnetwerk in Frankrijk biedt nu al 4,45 miljoen huishoudens de mogelijkheid zich aan te sluiten, in Italië zijn dat er 2 miljoen en in Nederland 350.000. Ook in Duitsland, Finland, Spanje, Slowakije, Slovenië en binnenkort Griekenland en Portugal wordt gebouwd aan het netwerk van de toekomst.

15 miljoen huishoudens in de VS & Japan zijn aangesloten en abonnee op een glasvezelnetwerk, 1.7 miljoen in Europa. Het glasvezelnetwerk in Frankrijk biedt nu al 4,45 miljoen huishoudens de mogelijkheid zich aan te sluiten, in Italië zijn dat er 2 miljoen en in Nederland 350.000. Ook in Duitsland, Finland, Spanje, Slowakije, Slovenië en binnenkort Griekenland en Portugal wordt gebouwd aan het netwerk van de toekomst.

Wie ontbreekt in dit rijtje? België, de avant-garde, rijke kennisregio die we willen zijn, dreigt een decenium achter te lopen. Hoeveel particulieren en kmo’s kunnen zich abonneren op glasvezel? Nessuno, nobody, niemand. (Om exact te zijn 4500 testgebruikers.) In België zijn we nog jaren verwijderd van de aanleg van een netwerk.

Ceo Didier Bellens pot het geld van Belgacom teveel op, in plaats van het te investeren, wordt gezegd. Deels terecht. Maar in Denemarken wordt het glasvezelnetwerk aangelegd door de elektriciteitsdistributeur, in Frankrijk door de kabelmaatschappij, in andere landen door de telecomoperatoren, gemeentebesturen en private investeerders en pensioenfondsen. Het pensioen van oma op het internet. De investeringen zijn gigantisch om dit netwerk uit te bouwen gespreid over een tiental jaar. Sire, geef ons 6 miljard euro. Ter vergelijking, de telecomoperatoren draaien jaarlijks een gezamelijke omzet van 8,9 miljard euro.

Toegegeven, Frankrijk heeft het gemakkelijker. Alle telefoonleidingen werden in een buis aangelegd. Het is dan veel gemakkelijker om door deze buis een glasvezelkabel te blazen. Oma hoeft maar te blazen. Maar laat ons wel wezen, op het examen van de kenniseconomie wordt gekeken naar het resultaat. Wie niet mee kan en te laat komt aan de meet is gebuisd. In België zitten de koperleidingen naakt in de grond. “Je moet ofwel de stoep openbreken of werken via bovengrondse leidingen,” roept de betrokken minister. The Boy Does Nothing zingt Alesha Dixon intussen op de radio. Ik wil de betrokken minister niet van onwil betichtten, en de bomen groeien in 2009 niet meer tot in de wolken. Maar welk mantra is te horen op iedere conferentie: de rol van de regulator en de overheid is cruciaal. De betrokken minister en zijn voorganger dragen hierin een verpletterende verantwoordelijkheid. Pasen is intussen voorbij, tijd om te stoppen met broeden op vage plannen, tijd om een concreet ei te leggen.

Iedere woning in België is door de jaren heen voorzien van een telefoonaansluiting en tv-distributie. Met zijn allen hebben we deze investeringen gedragen. Moet er concurrentie zijn op de infrastructuur van dit glasvezelnetwerk van de toekomst? Er is geen tijd voor liberale dogma’s. Ik pleit voor een coöperatieve aanpak. Zodat dit netwerk er snel komt en de concurrentie kan spelen op de diensten die op de infrastructuur aangeboden worden. In iedere straat meerdere glasvezelnetwerken heeft geen zin. Liever een model dat perspectief biedt op een uitrol in heel België, ook waar het commercieel minder interessant is. Zonder een enorme molensteen rond de investeerders te hangen. Een model dat toelaat dat er in de toekomst eventueel wel concurrentie tussen glasvezelinfrastructuren mogelijk is.

In een geliberaliseerde markt is het niet de overheid zelf die nutvoorzieningen aanlegt en beheert. Een glasvezelnetwerk in openbaar domein wordt een publiek goed in private handen. Een nieuw natuurlijk monopolie. De eigenaar van dit monopolie heeft een draagvlak nodig en is verantwoording verschuldigd aan de maatschappij.

Verschillende operatoren en lokale investeerders bouwen mee aan dit gedeeld netwerk en kunnen nadien als lid hierop zelfstandig commerciële diensten aanbieden. Laatkomers die niet mee investeren maar nadien op de kar wensen te springen, moeten dit kunnen, mits een vergoeding aan de initiële investeerders voor de investeringskosten én genomen investeringsrisico’s.

Naast deze handvol grote investeerders zouden consumenten (particulieren en kmo’s) aandeelhouder worden van dit netwerk. Deze kleine vennoten zouden van een korting op de tarieven kunnen genieten. Bovendien geldt voor kleine vennoten van coöperaties in België een gunstig fiscaal regime. Met een glasvezelnetwerk wordt een nieuw natuurlijk monopolie gecreëerd dat uitbesteed is aan een externe partij. Ook de watermaatschappijen denken eraan om burgers als vennoot te laten participeren om zo maatschappelijke verantwoording af te leggen en een draagvlak te creeëren voor hun natuurlijk monopolie. Investeringsbedrag en -snelheid zijn echter zo hoog dat consumenten maximum. 10% van kapitaal kunnen bijeenbrengen. De Belgische wetgeving rond coöperaties is goed uitgebouwd. Verwante coöperatieve voorbeelden zijn SWIFT, SITA en EcoPower.

Gaan we vier jaar wachten tot het commercieel interessant is om een glasvezel tot aan ieder huis aan te leggen? Om dan er nog 10 jaar over te doen om heel België te voorzien van glasvezel? Het papier is geduldig maar de mondiale concurrentie is dat niet.

Roel DeseynRoel Deseyn is federaal volksvertegenwoordiger CD&V

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content