Grenzeloos optimisme
Digitalisering gaat de wereld veranderen. Minder auto’s in de steden, meer plaats voor mensen, die langer leven, met propere energie en ga zo maar door. Het grenzeloze optimisme van de start-up scene is overal in Helsinki tijdens de Slush-conferentie.
Slush houdt zo’n beetje het midden tussen een technologieconferentie en een rockfestival. Er zijn standjes, sprekers en netwerkevents, maar ook net dat ietsje meer lasers en vuurspuwers dan strikt noodzakelijk. Dit is dan ook een conferentie voor dromers. “Jullie hebben de beste job ter wereld”, zegt Nagraj Kashyap, global head van Microsoft Ventures aan het verzamelde publiek, “want jullie zijn ze aan het veranderen.”
WERELDVERBETERAARS
“We hebben een ambitieus, plan, ja”, geeft Hans Pauwels van Overview Technologies toe. Hij is een van die dromers die de wereld wilt veranderen. Het Belgische bedrijfje, dat hij met zijn twee zonen opstartte, werkt aan een app die het betaalsysteem in Afrika overhoop moet gooien. “Cash is ‘king’ in Afrika”, legt Charles-Axel Pauwels uit, “samen met mobiele betalingen. Dat zijn allebei systemen waarbij mensen niet weten hoeveel ze al hebben uitgegeven. Daarom komen ze soms op het einde van de maand niet rond. En dan moeten ze leningen aangaan tegen erg hoge interesten.” Overview bouwt zijn oplossing op die mobiele transfers. “Telkens je zo’n mobiele betaling maakt, krijg je een sms’je”, zegt Charles-Axel, “ons systeem gaat dat uitlezen en categoriseren zodat je een handig overzicht krijgt van je uitgaven. Gebruikers kunnen er zelf ook cashtransacties aan toevoegen via een simpele vraag-en-antwoord interface.”
Door die sms’jes en overzichten van advertenties te voorzien, hoopt Overview alles te financieren, maar het uiteindelijke plan gaat veel verder dan dat. “Uiteindelijk is het de bedoeling om betalingen in Afrika naar een nieuw niveau te brengen”, zegt Henri-Jérôme Pauwels, “we willen een goedkoper, veilig alternatief zijn voor cash en mobile payments. Als we die verbeteren en mensen dat overzicht geven, kunnen ze beter budgetteren en bijvoorbeeld ook goedkopere leningen aangaan. Het geeft hen de mogelijkheid om te groeien.”
ZAAIEN EN OOGSTEN
Aan ambitie ontbreekt het de verzamelde founders niet. Maar veel van de mensen die hier rondlopen staan nog maar aan het prille begin van hun project. Zij zijn op zoek naar ‘seed money’, of denken aan eerste kapitaalrondes. “We hebben onze seed tot nu toe betaald met onderzoeksubsidies. Ik zou een injectie van geld moeten vinden, zodat ik gewoon het bedrijf kan runnen, en me niet de hele tijd moet bezig houden met waar mijn volgende subsidie vandaan komt”, zegt Solveiga Pak?taitè van Bump Mark. De Litouwse dame zit in de ‘food tech’ en werkt aan een verpakking die een betere indicatie moet geven van de vervaldag van het voedsel. Ze doet dat door een ‘mini-me’ te maken van het voedsel in de verpakking. “We gebruiken afvalproducten van dezelfde voedselbron om een indicator te maken”, legt Solveiga Pak?taitè uit. “Voor bijvoorbeeld een steak nemen we de botten van hetzelfde dier en we verwerken die tot een soort gel die aan dezelfde snelheid achteruitgaat als de steak zelf.”
Bedoeling is om accurater te werken dan het huidige systeem met een geprinte vervaldag. “Die gel smeren we over enkele ribbeltjes en wanneer de gel vergaat, is ook het product vervallen. Als je die ribbeltjes voelt, weet je dat het product niet goed meer is.” Het idee is goedkoop en praktisch genoeg om aandacht van enkele grote spelers te krijgen. “We werken nu samen met enkele supermarkten om te testen. We zitten in de vreemde situatie dat het eerste bedrijf dat ons contacteerde Coca-Cola was, en dat is nu een bedrijf dat ik zelf nooit zou durven aanschrijven. Mensen willen ons product proberen, er is interesse vanuit supermarktketens als Asda en Albert Heijn, maar het product is niet klaar. Het is frustrerend, maar tegelijk ook erg interessant.”
VALLEN EN OPSTAAN
Het moet snel gaan bij start-ups, zo leren we, en soms betekent dat ook dat ze keihard tegen de muur lopen. “Het kan zijn dat we volgend jaar moeten zeggen dat het niet gelukt is. We proberen de risico’s te beperken en berekenen maar het kan ook dat het niet gaat lukken”, zegt Herman Pauwels. Het is een gevoel dat we bij veel founders horen. “We zien inderdaad een enorme angst om te falen”, zegt Karin Boers van startups.be. De netwerkorganisatie begeleidt Belgische start-ups en probeert hen door de verschillende groeifasen heen te helpen. “Zeker in België hangt er toch nog een stigma rond falen”, gaat Boers verder. “Maar falen hoort erbij. We vinden het normaal als een kind leert lopen of fietsen, maar bij ondernemerschap vinden we dat heel raar.”
Startups.be probeert daar wat aan te doen, onder meer door de Failing Forward campagne op poten te zetten (zie meer op p. 68). Ze staan daarmee niet alleen. Ook grote namen zoals Niklas Zennström, oprichter van Skype en voordien het file sharing platform Kazaa, wilt best wel een klimaat dat wat ‘faalvriendelijker’ is. “Kazaa heeft ons een gigantische hoeveelheid rechtszaken opgeleverd. Wij waren vijand nummer één voor de muziek- en filmindustrie”, zegt Nikklas Zennström daarover, “qua opbrengsten was dat zeker een nederlaag. Maar we hebben daar zo veel uit geleerd. Skype is op veel van dezelfde peer-to-peer technologie gebouwd als Kazaa. Om succesvol te zijn moet je een paar keer falen.”
Om te innoveren moet je nu eenmaal risico’s nemen, beaamt ook Illka Paananen van gamestudio Supercell. “Er is een gezegde in racing : als het veilig aanvoelt, ben je niet snel genoeg aan het rijden. We maken dus de hele tijd fouten. Ik zou me zorgen maken als we het niet deden.” Daniel Ek, ceo en oprichter van muziekdienst Spotify weet het zo allemaal nog niet. “Ik heb een rothekel aan falen,” zegt hij. “Het is oké om fouten te maken, maar tegen de tijd dat je echt met een ‘failure’ te maken hebt, had je het waarschijnlijk moeten zien aan komen. Als je snel en wendbaar bent, kan je je koers aanpassen. Wij bij Spotify vergissen ons ook al eens, maar het hele project is nog niet failliet gegaan. Ik geloof dat elk bedrijf meerdere bijna-doodervaringen heeft. Maar je moet er wel overheen. Je kan fouten maken, als je ze snel en goedkoop houdt.”
NETWERKEN
Nog opvallend : dromen mag, fouten maken mag, zolang je jezelf kunt verkopen. We gaan een biertje drinken en krijgen prompt een YouTube-filmpje voor onze neus over de ‘knop die de wereld gaat veranderen’.
We zitten in de sauna (het is nu eenmaal Finland) en raken in gesprek over ‘women in tech’ en welke start-ups de situatie voor hen gaan verbeteren. Als we een ding leren over start-ups is het dat het werk nooit stopt. Er moet verkocht en genetwerkt worden, ook om twee uur ‘s nachts aan een of andere bar. “De helft van het werk is om op feestjes nog investeerders te spreken,” lacht Benny Willen van Cloudalize. “Overdag is zo’n conferentie heel interessant, maar de echt boeiende contacten vind je meestal ‘s avonds op de feestjes en de events.” Met zijn bedrijf levert Willen ‘GPU desktops as a Service’. De Belgische start-up biedt virtuele werkstations aan als dienst, voornamelijk aan bouwbedrijven en architectenbureaus. Willen zit niet meer in de prille beginfase : Cloudalize heeft al een product, en internationale klanten. “We zijn hier om ontmoetingen te leggen voor onze series A, om nog sneller te gaan groeien, maar ook om partners te ontmoeten. We hebben hier veel mensen ontmoet die passen in ons ecosysteem”, vertelt hij.
Een start-up, dat is netwerken, zegt Karin Boers : “Meestal is de ceo of founder de helft van de tijd bezig met praten met investeerders.” Voor elke kapitaalsronde zijn contacten nodig, om van klanten en partners nog niet te spreken. “Klanten zijn nog altijd de beste investeerders. Maar weinig bedrijven kunnen snel groeien op alleen klanten. Daarom komen ze hier ook om te zoeken naar go to market partners. Het is vaak een goede strategie om je karretje aan een groter bedrijf te hangen, eentje met de klanten die jij zoekt, maar dat jouw expertise niet heeft.” Organisaties als startups.be proberen een netwerk op te bouwen om zoveel mogelijk potentiële klanten, partners en investeerders met de bedrijfjes samen te brengen. “Je moet relaties opbouwen, en dat is voor Europese en Belgische start-ups niet evident”, zegt Boers. “We zijn van nature niet de beste verkopers, producten aanprijzen is niet iets dat vanzelf komt.”
Het is een probleem waar Thibaut Nyssens alvast geen last van lijkt te hebben. Met zijn 18 levensjaren is hij de jongste founder op de hele conferentie. De Belg komt hier zijn ‘social feedback app’ aanprijzen. “Het lijkt wat op de aanprijsfunctie van LinkedIn, maar dan met persoonlijke in plaats van professionele ‘skills'” zegt hij. Gnoothi, zoals de app en het bijhorende bedrijf heet, laat gebruikers op Facebook persoonlijkheidskenmerken kiezen voor anderen. “Alle tieners willen weten hoe ze overkomen bij hun omgeving”, zegt Nyssens. “Wij maken dat mogelijk, maar wel alleen op een positieve manier.” De app focust zich nu op die tieners, van 13-18 jaar maar zoals iedereen hier, droomt ook Nyssens groot. “De volgende stap is om te ‘monetizen’. Je kan dan bijvoorbeeld een restaurant of een live show gaan taggen. We willen merken de kans geven om te weten hoe mensen hen zien.” Nyssens heeft er alvast een goed oog in. “We hebben het in België gelanceerd met nul euro marketingbudget, omdat ik nog in het middelbaar zat. Maar we hebben wel meteen 2.500 users 500.000 tags. Daaraan zie je dat mensen dat graag doen, dat er potentieel in zit.”
Els Bellens
“Als het veilig aanvoelt, ben je niet snel genoeg aan het rijden”
“De helft van het werk is om op feestjes nog investeerders te spreken”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier