Mei was een moeilijke maand voor België omwille van de stakingen, en in juni wordt er weer niet gewerkt want iedereen kijkt voetbal. Mijn kleinzoon loopt rond in zijn pakje van de Duivels, en alle jongeren willen plots profvoetballer worden. Tja, een bonus van 700.000 euro is niet niks, daar moeten Dominique Leroy en Koen Van Gerven een jaar voor werken.
Hoe dan ook is het een fijne periode : volwassenen die plots fan worden van hun land en kinderen die zich in de schoenen plaatsen van duurbetaalde vedetten die nu al aan het bekijken zijn hoe ze zo weinig mogelijk belastingen moeten betalen op hun premies.
Ikzelf ben géén fan van deze of gene voetballer. Ooit wou ik sprinten zoals Raoul Lambert, scoren zoals Polle Gazon en keepen zoals Jean Nicolay, maar zo ver is het nooit gekomen. Het enige doelpunt dat ik ooit scoorde heb ik nooit gezien.
Het was er eentje recht in de winkelhaak, tijdens de veteranenmatch Olvac – Groenendaal bij het Antwerpse liefhebbersverbond. Als er toen smartphones waren geweest was mijn doelpunt vast een YouTube-hit geworden.
Neen, ik ben geen fan van een sportfiguur, maar van een ict-figuur. Van een jongeman die drie bedrijven opstartte en ze succesvol doorverkocht. Iemand die boeken schrijft die gelezen worden, een entertainer die verhalen vertelt waarnaar geluisterd wordt en die presentaties kan geven in sneltreinvaart.
De enige Belgische spreker die in het buitenland fees kan aanrekenen waar zelfs de Amerikaanse toppers van dromen. Hij heeft een scherpe prijs en een scherpe stem, maar hij staat ook scherp. Buiten zijn bril heeft hij alles wat ik niet heb. Ik was me dagen niet nadat ik hem de hand heb geschud. Ja, ik wou dat ik Peter Hinssen was. Ik ben zijn grootste fan.
Peter is visionair, optimist, ondernemend en een rolmodel voor velen. Na zijn drie start-ups kopieerde hij zelfs het business model van zijn grootvader, die met een luxebus en goedgelovige zielen naar Lourdes trok. Peter doet nu hetzelfde : de bus werd een vliegtuig, Lourdes werd Silicon Valley, franken werden dollars.
Toch twee grote verschillen. In Lourdes maakt men van water ‘slechts’ wijwater, maar in Silicon Valley maakt men van zand de krachtigste chips. Verder zaten Moeder Maria en Bernadette niet mee op de bus, terwijl de Messias vandaag reisleider is. En zo ontstaat in het nieuwe normaal een disruptief én lucreatief businessmodel onder leiding van de immer enthousiaste wonderboy.
Ik maak me echter zorgen over de generatie goedgelovige zielen die beweren in Silicon Valley het licht te hebben gezien. Die beweren dat alles daar kan wat hier niet kan. Een Hinssiaan, een volgeling van Peter Hinssen, is een fenomeen dat een nominatie voor het #ICTWoordVanHetJaar verdient. Jammer genoeg vormt die bevolkingsgroep wel een bedreiging voor onze samenleving, en zou ze verplicht een kenteken moeten dragen in het openbaar en online.
Hinssianen zijn immers de nestbevuilers van ons jong maar prachtig ecosysteem van startende en innovatieve ondernemers. Ze hebben over alles en nog wat een mening, maar vooral zijn ze doordrongen van het feit dat het ‘hier’ niet kan en dat het ‘daar’ beter is. Bovendien hebben ze zelf zelden of nooit geopereerd buiten de beschermde cocon van één of andere grote onderneming. Ze hebben, kortom, geen enkele praktijkervaring met innovatie en met start-ups, maar ze hebben er wel een ongezouten mening over.
We maken hier weliswaar geen chips van zand, maar hier huizen generaties van harde werkers met een gezond boerenverstand. We hebben hier alle ingrediënten om een mooie proeftuin te worden in de globale digitale wereld.
We kunnen de wereld veroveren vanuit België als we onmiddellijk digitaal en internationaal denken. Vlaanderen heeft evenveel inwoners als Singapore en evenveel vierkante kilometers als het Los Angeles Metropolitan Area. In plaats van constant over Silicon Valley te praten zouden we beter werk maken van #SmartFlanders. Handen uit de mouwen Hinssianen, gedaan met die bedevaarten !
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier