Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

Uiteraard had ik een belangrijke meeting die ochtend en vertrok ik vroeger dan op andere dagen. En uiteraard gebeurt het net dan : de wagen wil niet starten. Verbazing alom. Sleutel naar rechts draaien, de lichtjes op het dashboard geven niet thuis. Terug naar links draaien, en de lampjes floepen weer aan. Ik begin nog niet te vloeken, wrijf me eerst nog eens in de ogen, en probeer opnieuw. Niks. Binnensmonds gevloek. Nog een paar keer geprobeerd, nada, telkens hetzelfde resultaat : sleutel verdraaien, alle lichtjes uit. En die motor, die gaf geen kik. Zelfs niet het minste gerammel of gekuch. Ik toets in allerijl het nummer van de pechverhelping in en hoor tot mijn grote verbazing dat het gesprek via de Bluetooth-carkit verloopt. Toch iets dat gestart was blijkbaar. Omdat ik het vreemd vind om vanuit een niet-startende wagen de pechverhelping te bellen via de handenvrije carkit, besluit ik om de Bluetooth-verbinding op mijn smartphone uit te schakelen. En vraag me niet waarom, maar net na het telefoontje probeer ik de wagen nog één keer te starten. Bingo. Het geluid van een startende wagen. En alle lampjes en flikkerdingen op het dashboard en display blijven netjes aan. Eentje extra zelfs : dat van de motorstoring.

“We zullen hem eens uitlezen“, klinkt het wat later in de garage. Vertaald naar it-jargon moet dat zoiets zijn als : “We zullen het diagnoseprogramma eens opstarten en de logfiles opvragen”. De diagnose blijkt snel gesteld : een eenmalige softwarefout in de aansturing van de motor. Anders gezegd : de software van de wagen belette mij dus om de wagen te starten. Echt geruststellend vind ik die gedachte niet. Of het dan opgelost is, wil ik nog weten.

“Wel euh, mijnheer Van der Stadt, we hebben de foutcode gewist en alles herstart. Het probleem lijkt toch weg te blijven.” Zal ik nog eens naar it-jargon vertalen ? Have you tried turning it off and on again ? De hele zwik eens herstarten dus.

Wanneer ik mijn wagen ga ophalen, krijg ik van de mekanieker nog wat meer uitleg. Dat volgens hun voorschriften de storing met de laatste software opgelost is, maar dat ik die laatste software al had. In it-taal : het is een gekende bug waarvoor een patch bestaat, maar de patch lost het probleem niet voor de volle 100 procent op, en dus is het nu wachten op een nieuwe release.”

“Mijnheer Van der Stadt, mag ik u nog iets vragen ?” De monteur kijkt me wat bezorgd aan. “Ik zie een persplaat aan uw voorruit, en u komt hier met een softwareprobleem. U bent toch niet van de VRT hé ? Want met die reportages over sjoemelsoftware, ik doe gewoon mijn job hoor.”

“Nee, ik ben niet van de VRT”, stel ik hem lachend gerust. “Maar ik ga er toch iets over schrijven”, antwoord ik, waarna ik de sleutel één keer naar rechts draai en de wagen vlotjes start. Ha, de kracht van software.

Het is een onmiskenbare trend die al jarenlang aan de gang is : software dringt door tot in alle mogelijke toestellen, sectoren en objecten. Die trend zal alleen maar blijven versnellen, en dat zorgt voor extra druk op de zo broodnodige softwaretesting. Zoals het zo mooi in het Engels klinkt : software is eating the world. Maar diezelfde software durft zich toch al eens te verslikken. Dat belooft voor de zelfrijdende wagen !

En wat er met mijn meeting gebeurd is, vraagt u zich nog af ? Wel, die heb ik handenvrij gevolgd vanuit mijn wagen. Werkt perfect, zo’n Bluetooth-carkit. Nog beter als de wagen stil staat trouwens.

KRISTOF VAN DER STADT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content