Op 21 mei vierde het MiX zijn éénjarig bestaan. Het Media Innovatie Centrum wil de brug slaan tussen mensen en bedrijven met innovatieve ideeën en projecten binnen de mediasector. Tijd om eens bij directeur Martijn Bal te horen wat er het afgelopen jaar gebeurd is en waar het centrum naartoe wil.
“Het gaat moeilijk met de Vlaamse media, die erg onder druk staan. Er zijn allerlei zaken in beweging, en daarnaast hebben we nog de economische crisis. Een consument is tegenwoordig bijna sneller met innovatie bezig dan de sector kan volgen. De vraag is hoe we daar als sector mee om gaan om nieuwe mogelijkheden te creëren op het vlak van aanbod, wetgeving, samenwerking, enzovoort.” Zo schetst Martijn Bal het kader waarbinnen het MiX begin 2012 werd opgericht door de Vlaamse Regering. “De situatie nu is enigszins te vergelijken met die van de muziekindustrie meer dan tien jaar geleden. Maar waar men toen vanuit het defensief heeft gereageerd, willen de overheid en de sector zelf nu bekijken wat de opportuniteiten zijn. Het MiX wil de samenwerking binnen de sector stimuleren, en wil de evolutie ten goede kunnen gebruiken. In die zin is ons centrum een uniek gegeven: de overheid faciliteert die aanpak, en deze wordt door de hele sector gedragen.”
Hoe nauw of breed men ‘media’ opvat, daar kan Martijn Bal niet meteen een waterdicht antwoord op geven: “media is een levend gegeven, de grenzen zijn steeds in beweging. In onze basisopdracht staat dat we ons moeten richten op broadcast, radio, print en gaming. Maar andere partijen worden steeds belangrijker voor de media, en omgekeerd. Daarom kijken we ook naar de boekensector, strips en de educatieve markt. We willen echt een kruisbestuiving tussen verschillende sectoren.”
Complexe procedure
Voor 2012 bedroeg het budget voor projectwerking 4,5 miljoen, en dit jaar 4,6. Daarnaast krijgt het centrum 800.000 euro per jaar voor de basiswerking. “Het totaal – theoretische – projectvolume bedraagt momenteel 10,7 miljoen euro. 40 % daarvan gaat naar onderzoeksgroepen binnen iMinds, en er is een inbreng van 60 % vanuit de sector, wat vooral inzet van mensen betekent. Daarnaast gaat er ook 2,6 miljoen euro in geld naar de momenteel 36 betrokken partijen. Tot nu toe hebben we al voor 6,9 miljoen euro projecten lopende, waarvan 4,5 miljoen uit de subsidie komt.”
De goedkeuringsprocedure voor de projecten zit voor de buitenstaander wel enigszins complex in mekaar. Wie een project wil indienen, klopt best eerst aan bij het MiX voor een verkennend gesprek. Als dit positief verloopt, kan je een idee uitwerken en aan de selectiecommissie voorleggen. Deze beoordeelt het onder meer op het innovatieve gehalte en de valorisatiemogelijkheden. De commissie kan een voorstel afkeuren, onder voorbehoud goedkeuren of gewoon goedkeuren. Indien ze een voorstel goedkeurt, gaat het naar het IWT, het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie. Daar schakelt men nog eens een jury in, die meestal uit buitenlandse specialisten bestaat.
Grote bedrijven
De leden van de selectiecommissie zijn momenteel voornamelijk mensen uit de grotere bedrijven: de drie grote zenders, de krantengroepen, de grootste magazine-uitgevers, maar ook mensen uit de gaming sector, de sociale media, regionale zenders en academici. De kleinere uitgevers, de nieuwe online spelers, productiehuizen of de telecomsector lijken hier niet in vertegenwoordigd. Toch gelooft Martijn Bal sterk in de meerwaarde van de commissie: “de mensen uit de commissie handelen echt als media-experten, en niet als vertegenwoordiger van hun eigen bedrijf. Ze kunnen echt experten-advies geven. De programmacommissie is heel belangrijk omdat ze feedback geeft. Er zit veel meer waarde in dan alleen maar groen of rood licht te geven. De meeste mensen die indienen zien dat echt wel als een meerwaarde. Bij ons kunnen ze van vijftien mensen uit de sector feedback krijgen, wat toch vrij uniek is. Na één jaar kan ik echt zeggen dat de mensen bezig zijn met innovatie in de media. Ze kunnen ook zaken goedkeuren die belangrijk zijn voor de media in het algemeen, en misschien wel nadelig voor hun eigen bedrijf.”
In principe zijn er vier zogenaamde calls per jaar. In 2012 waren er dat nog maar drie. In totaal kwamen er 15 voorstellen binnen, waarvan er 10 goedgekeurd werden door de commissie. Van deze 10 kregen er uiteindelijk 8 steun van het IWT. Dit jaar is er nog maar 1 call geweest. Deze leverde 7 voorstellen op, waarvan er 4 door de commissie werden goedgekeurd. Hoeveel er hiervan door het IWT zijn goedgekeurd, is nog niet bekend. De projecten moeten door een consortium van minstens enkele bedrijven worden ingediend. Bij alle goedgekeurde projecten zitten wel vooral erg grote spelers, naast telkens ook wel een paar kleinere bedrijven. Martijn Bal geeft toe dat een van de aandachtspunten voor de toekomst is dat men meer voor prille initiatieven wil doen: “we willen het disruptieve meer durven aanspreken. We willen zien hoe we nog meer de focus kunnen leggen op innovatie. Op dat vlak is er zeker nog een pad af te leggen. We willen meer mensen en bedrijfjes vinden die ons daarbij kunnen helpen maar die nu wat onder de radar blijven.”
Bruno Koninckx
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier