“Zeg, PC. Nog een pintje?”

“We gaan ons niet bezatten, hé Jos.”

“Een pintje meer of minder zal het verschil niet maken.”

“Tot ze ons tegenhouden en ons doen blazen.”

“Zeg, PC. Jij bent een vakman in de human resources, niewaar.”

“Headhunting heeft wel iets met human resources vandoen, dat klopt ja.”

“Zo van die assessments, wat vind jij daarvan?”

“Wat bedoel je, Jos?”

“Wel, ja, je weet wel, van die testen en vragenlijsten. Van die psychologentruut.”

“Hoe kom je daar ineens bij?”

“Wel, dat Lulletje Rozewater dat onze personeelsdirecteur is, heeft beslist dat de kaderleden een assessment moeten ondergaan. Een of andere consultant heeft hem dat in zijn oor geblazen.”

“Wel, dat kan altijd nuttig zijn. Je kan daar veel uit leren.”

“Wat moet ik nog leren?”

“Het bedrijf kan leren hoe zijn krachten optimaal in te zetten, hoe aan zijn zwakheden te werken. Het individu kan zijn interactie met zijn collega’s en medewerkers verbeteren.”

“Je klinkt alsof je het zelf verkoopt, PC.”

“Ik denk dat het een waardevolle momentopname kan zijn. Teken dat het bedrijf in zijn mensen wil investeren.”

“Awel, dat denk ik net niet, PC.”

“Jij denkt dat er iets achter zit.”

“Ik denk dat het de voorbode is van een ontslagronde. Dat ze argumenten aan het zoeken zijn om een paar dure oldtimers op straat te zetten, en te vervangen door jonge, goedkope tafelspringertjes.”

“Hoe kom je daar nu bij?”

“Bij mijn schoonbroer is het zo gegaan. Een assessment door een duur consultingbureau en een half jaar later werd hij ontslagen.”

“Er is niet noodzakelijk een verband tussen het een en het ander. Waarom zou een bedrijf veel geld uitgeven aan assessments als het die mensen wil verwijderen. Dan ontslaat ze die toch gewoon.”

“Denk je dat? Nog een pintje, PC?”

“Voor mij een cola light, Jos.”

“Zeker van?”

“Yep. Waar komt die paranoia eigenlijk vandaan, Jos?”

“Paranoia, PC?”

“Ja, je hebt er blijkbaar schrik van, van dat assessment.”

“Ik heb niks te verbergen, PC.”

“Dan zal dat een leerrijke ervaring zijn.”

“Zeg, PC, wat denk je eigenlijk van mij?”

“Euh, waar komt dat ineens vandaan, Jos? Je doet zo vreemd vanavond.”

“Ik zie mezelf als een hardwerkende professional, streng maar rechtvaardig voor mijn medewerkers, collegiaal en amicaal voor mijn…”

“Voor je collega’s in de directie, ja. Wat is het probleem, Jos?”

“Wel, om eerlijk te zijn, er wordt over mij geroddeld. Ik heb toevallig een gesprek opgevangen, dat ging over mij.”

“Een gesprek tussen wie?”

“Twee van mijn direct reports.”

“OK, en wat zeggen ze?”

“‘Wat doet die man hier eigenlijk?'”

“Dat zeggen ze. Over jou?”

“Ik dacht dat ik door de grond zakte.”

“Zeker dat ze het over jou hadden? En ze wisten niet dat je meeluisterde.”

“Ja, Triestig, hé.”

“Da’s helemaal niet triestig. Dat is het mooiste compliment dat men over een manager kan maken!”

“Huh?”

“De manager is de onzichtbare hand die alles doet bewegen. He is managing the white space of the org chart, zeggen de Engelsen. Hij moet niets doen, hij moet doén doen.”

“Waw.”

“Inderdaad. Waw.”

“Waw. Zo had ik het nog nooit gezien. De manager is een beetje als God, dus.”

“Jij bent God, Jos.”

“Zal dat ook uit dat assessment blijken?”

“Tuurlijk, Jos!”

DOOR JAN FLAMEND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content