Niemand die de Belgische maatschappij in het algemeen, en de it-sector in het bijzonder, beter een spiegel kan voorhouden dan zij die er van buitenaf in terecht komen. Net daarom legden we ons oor te luisteren bij vier ict-expats.
Hoe onze 4 gesprekspartners (zie kader) in België beland zijn, is voor elk van hen een apart verhaal. De situaties van Ram en Krishanu, beide met de Indiase nationaliteit en werkzaam voor Indiase it-reuzen, komen – toeval of niet – min of meer overeen. Beiden werkten aan een project voor een Belgische klant. Aanvankelijk in India – ‘offshore’ zeg maar – tot ze al snel gevraagd werden of ze het project in België in goede banen wilden komen leiden. Voor Ram was het al de zevende buitenlandse ervaring, voor Krishanu de allereerste. “Maar het was niet zo moeilijk om naar hier te komen”, zegt die laatste, “want ik kende al enkele mensen die in België werkten. Zij konden mij opvangen en wegwijs maken.” Milos daarentegen was actief als it’er bij een Sloveens ziekenhuis toen hij besloot om zijn professionele geluk in het buitenland te gaan beproeven. Hij stootte vorig jaar uiteindelijk op een job bij consultancybedrijf TBSCG in Brussel. “Toen ik in Slovenië speurde naar vacatures voor system engineers waren er nooit meer dan 2 à 3 jobs tegelijkertijd beschikbaar. Daarom ben ik gaan kijken naar andere jobportalen, bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk. Daar waren er 100 van zulke vacatures tegelijkertijd. Toen besefte ik dat ik ook buiten Slovenië moest kijken.” Manuel tenslotte, een Portugese Braziliaan (of vice versa, zo u wil), is zowat zijn hele professionele leven een expat. België is het tiende land waar hij woont en het achtste waar hij werkt. Meer dan 30 jaar werkte hij in managementrollen voor Philips, maar sinds vorig jaar stelt hij zijn ervaring ter beschikking van het Braziliaanse Stefanini TechTeam in Europa.
Eten
Allemaal zijn ze best te spreken over hun tijd in België. Ram, die al 6 jaar in België woont, roemt onder meer de talenkennis van de Belgen. “Dat maakt ook het dagelijkse leven voor mij en mijn familie erg makkelijk. Mijn vrouw kan zelfs vrij goed Nederlands nu, maar ik niet echt, omdat het in mijn professionele leven ook niet vereist is.” Krishanu vindt het dan weer erg aangenaam dat de werkgerelateerde stress hier niet te vergelijken is met India. “Het lijkt me hier wat meer ‘laid back’. Hier denken mensen meer aan hun privéleven en hun familie. In India is daar zoveel tijd niet voor. Dat is een welgekomen verandering.” Manuel, die kan vergelijken met zijn andere buitenlandse ervaringen, bevestigt dat ten volle. “Belgen zijn een ‘lichtere’ versie van de Nederlanders: flexibeler, grotere levensgenieters, meer Braziliaans eigenlijk. Bovendien kan je hier fantastisch eten. Hier heerst de cultuur van het ‘goede leven’.” Milos grinnikt: “Als je houdt van kaas, bier en chocola is dit een droomland. Mijn vrouw zei onlangs in een lyrische bui: ‘Het is niet de chocola die hier mijn dood wordt, het is de kaas’.” Ook Krishanu vindt de Belgische restaurants best goed, zolang ze maar niet pretenderen om Indische keuken te serveren. “Indiase restaurants serveren hier hoegenaamd Indiaas eten. Ik heb het al een paar keer geprobeerd, ook met collega’s, maar ik heb hier nog geen één keer Indiaas gegeten. Mijn collega’s zeiden dan: ‘Maar dit is toch echt lekker?’, waarop ik repliceerde: ‘Dat zal dan zijn omdat het geen Indiaas eten is’.” ( Lacht)
Minder fan zijn de meesten onder hen van het weer. “Hoewel ik al heel wat gereisd heb, zijn wij Indiërs toch gewoon aan meer dan 300 zonnige dagen per jaar. Maar een zonnige dag in België is een zeldzaamheid. Dat speelt volgens mij soms zelfs een rol in het werk en het privéleven.” Ook het verkeer is geen al te sterk punt van België, zegt Manuel, maar hij relativeert onmiddellijk. “Als je in zoveel verschillende landen gewoond en gewerkt hebt, spreek je niet meer van ‘beter’ of ‘slechter’, wel van ‘anders’.”
Hongerig
Professioneel ondervindt Ram wel wat dingen die ‘anders’ zijn. “Er zijn wel wat culturele verschillen tussen België en India. “India is meer hiërarchisch en België is meer individualistisch gestructureerd. Dat is heel zichtbaar in de werkcultuur en professionele interacties. Het beslissingsproces en de aanpak van problemen ziet er zo helemaal verschillend uit. Ook de onderlinge interacties zijn anders: in België – of tenminste Antwerpen – komen mensen heel wat directer voor de dag dan in India.” Ram is wel te spreken over de werkmentaliteit: “Ze zijn hier heel kwaliteitsbewust en perfectionistisch. Dat zorgt voor een voldaan gevoel als je een doel hebt bereikt.”
Manuel Frade zet vanuit zijn managementervaring nog een stapje verder achteruit wanneer we hem vragen naar de verschillen tussen de Belgische en Braziliaanse businessomgeving. “België heeft een meer geavanceerd sociaal systeem, maar dat impliceert ook hogere kosten. België heeft ook een arbeidswetgeving die de werknemers erg beschermt maar die niet de meest aantrekkelijke is voor buitenlandse investeringen. Ik vergelijk het altijd met het Verenigd Koninkrijk van vóór Margaret Thatcher. Het Belgische systeem is nog altijd te rigide. Dat moet nog wat losser worden of België zal aan concurrentiekracht verliezen. In Brazilië is dat allemaal wat ‘jonger’, wat meer flexibel.” Manuel is van mening dat de Europese economische crisis precies te wijten is aan het feit dat we alle verworven rechten maar als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. “Waarom groeit een land als China zo sterk? Omdat die mensen ‘hongerig’ zijn. Als je hongerig bent, wil je dingen doen die iemand met een volle maag niet wilt doen. Het gevolg is dat op termijn de mensen met een volle maag bepaalde rechten zullen verliezen en de hongerigen er meer zullen krijgen. Zo kom je uiteindelijk tot een meer vlakke maatschappij. Het einde van armoede impliceert immers ook het delen van rijkdom, het is niet enkel pure creatie. In die optiek verschilt België niet van andere Europese landen: je verliest net om die reden wat van je concurrentiekracht.”
Naar het buitenland
De stap zetten naar het buitenland is in de Indiase it-sector geen uitzondering. Krishanu kon, zoals hij eerder zei, bij zijn verhuis eenvoudigweg terecht bij Indiase vrienden en collega’s die hier al aan de slag waren. Toch is België als plaats om te gaan werken en wonen niet zo heel bekend, denkt Ram. “België is vooral bekend voor zijn diamantsector en staat bekend als één van de meest welvarende westerse landen. Nu de Indiase economie weer op gang komt, denken heel wat mensen eraan om België te bezoeken als onderdeel van een Europese rondreis.” Krishanu kan het enkel aanraden aan zijn vrienden: “Het is erg handig om Brussel als uitvalsbasis te nemen als je Europa wilt verkennen.”
In tegenstelling tot Indische it’ers zullen Brazilianen niet vaak als expats in het buitenland verzeild geraken, getuigt Manuel. Zijn bedrijf Stefanini TechTeam telt bijvoorbeeld meer dan 1800 mensen in Europa, maar slechts een fractie daarvan zijn Braziliaans. “Brazilianen reizen best veel, maar vooral als ontspanning, minder voor business. Je kan Brazilië ook niet vergelijken met India. India heeft gewoon een aantal unieke karakteristieken. Het land heeft bijvoorbeeld een enorme bevolking, veel groter dan die van Brazilië. Daarnaast hebben ze een goed onderwijssysteem dat erg gefocust is op exacte wetenschap. Dat creëert al vroeg mensen met een goede achtergrond voor ict. Ik denk dat je ook in overweging moet nemen dat in India Engels een eerste of tweede taal is, terwijl dat helemaal niet het geval in Brazilië. En ook: in Brazilië zelf zijn er heel wat mogelijkheden om een job te vinden, maar in India is dat dan weer minder het geval, wat ook te maken heeft met de omvang van de bevolking. Dat verklaart ook waarom ze naar het buitenland trekken. Brazilië zal nooit zo’n exporteur van it-mensen worden als India. Maar het land kan wel offshoringdiensten aanbieden vanuit Brazilië met lokale mensen.”
In Slovenië, zo stelt Milos, is de situatie anders. “Slovenië is net heel klein. Er wonen 1,9 miljoen mensen. Er zijn wel degelijk mensen met kennis en kunde die hun geluk elders willen beproeven. Almaar meer mensen kiezen er nu voor om buiten Slovenië te gaan werken, maar nog altijd zijn het er niet veel. De Sloveense economie is volgens mij gewoon te klein om alle mensen die willen werken ook daadwerkelijk aan het werk te zetten.” Net het tegenovergestelde van de Belgische it-sector dan, met een massa ict-vacatures die niet ingevuld geraken? “Wel, wanneer je zelf op zoek bent naar een baan lijkt het alsof er enorm veel mensen zijn die de juiste kwalificaties hebben voor die job. Maar eenmaal je aan de andere kant zit, dan merk je dat er inderdaad best veel gegadigden zijn, maar dat het voor de werkgever erg moeilijk is om de geschikte persoon te vinden voor die specifieke job. In België zijn er dus volgens mij wel degelijk genoeg kandidaten, alleen niet genoeg gekwalificeerde kandidaten voor een ict-job.”
Stefan Grommen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier