Bank J. Van Breda & Co lijkt zich aardig doorheen de financiële crisis te worstelen dank zij voorzichtig beheer en een grote dosis gezond verstand. Cio Marc Wijnants legt dezelfde eigenschappen aan de dag in zijn EOS meerjarenplan.
Niet dat de bank ervoor terugdeinst stevige uitdagingen aan te gaan. Marc Wijnants illustreerde dat bondig maar overtuigend met ‘voor’ en ‘na’-foto’s van het huidige hoofdkantoor in Antwerpen. Wat ooit de schim van een historisch fabrieksgebouw was, werd door de bank omgetoverd tot een pareltje van renovatie en verder uitgebouwd. Op dezelfde wijze nam de bank de beslissing om van de eerbiedwaardige mainframe af te stappen en zelf een volledig nieuwe softwaresuite te schrijven. Dat moet letterlijk een nieuw begin, een nieuwe dageraad voor de ict van de bank worden. Vandaar ook de naam EOS, verduidelijkt Wijnants ten overvloede.
Nieuwe aanpak
Naast puur technische en hr-redenen (vergrijzend mainframepersoneel en geen aflossing van de wacht), gaven vooral bedrijfsredenen de doorslag. De bedrijfsprocessen waren immers nog zwaar papiergesteund, met een foutgevoelige en inefficiënte afhandeling tot gevolg. “Er was geen alignering van de ict met de bedrijfsstrategie,” constateert Wijnants, het was “niet klant-gericht.” En dat terwijl de bank mikt op een specifiek doelpubliek – ‘enkel voor ondernemers en vrije beroepen’ – aan wie het zowel advies als proactieve begeleiding wil bieden bij “de systematische opbouw en de bescherming van hun vermogen, […] zowel privé als professioneel, hun leven lang.”
De bank had nood aan een systeem waarmee het alle aspecten van het klantenbeheer kon uitvoeren, zowel bij de klant thuis als op de werkplek, en dat met een zo goed als volledig geautomatiseerde afwerking. Tot daar de eerste fase van het EOS-project, dat ook nog voorzag in mogelijkheden om investeringsproducten te verkopen. “Vandaag zijn we in staat een klant te activeren bij hem of haar thuis, waarna hij zijn account met-een online kan raadplegen,” maakt Wijnants duidelijk.
Inmiddels is de eerste fase ‘live’ gegaan, en zullen in etappes het rekeningenbeheer, het SEPA be-talingsverkeer, alle andere vormen van rekeningen en kredietproducten worden aangepakt, tot en met afbetalingskredieten en boekhouding in een zesde fase. Als alles goed gaat, moet ieder jaar een fase worden afgewerkt, met na elke fase een evaluatie van het totaalproject.
Eigen werk
Voor de aanvang van het project werden de verschillende mogelijkheden grondig onder de loep genomen, gaande van een technische migratie van de bestaande toepassingssuite naar een nieuwe infrastructuur, langs de keuze voor een pakketoplossing tot “zelf alles opnieuw ontwikkelen. De eerste twee oplossingen boden onvoldoende antwoord op de bedrijfsnoden, terwijl het ontwikkelen van een eigen banktoepassing de grootste toegevoegde waarde bood.”
Hoewel de keuze dus op eigen werk viel, houdt Bank Van Breda ook na de eerste fase nog een slag om de arm. “Hoewel de eerste fase al ca. 80 procent van de noden in het verkoopskanaal dekt, kan toch nog altijd gekozen worden voor een pakket,” onderstreept Wijnants, een blijkbaar diep ingebakken voorzichtigheidsdrang.
Het project doorbreekt ook radicaal het vroegere ‘afdelingssyndroom’ en creëert end-to-end processen waarin de klant centraal staat. Data worden een keer ingevoerd en vervolgens systematisch doorheen het hele bedrijf gebruikt. Dat resulteert niet alleen in veel snellere doorlooptijden bij het toekennen van onder meer kredieten, maar vereenvoudigt ook de integratie met de systemen van derden. Zo zijn er verbindingen met onder meer de Nationale Bank en Coface (voor de statuten van de klanten), met de Deutsche Bank (voor het SEPA betalingsverkeer), evenals met de Bank Delen en partners voor verzekeringsbeleggingen. Met de eerste fase achter de rug beschikt Wijnants nu over een ontwikkelingsmethodologie en -framework (ook voor testen) in een applicatie-architectuur.
Na de eerste fase werd het budget bijgesteld (onder meer omdat werd afgestapt van een fixed price contract met een extern bedrijf). Het project liep ook wat vertraging op omdat er meer tijd nodig bleek voor opleiding. Absolute voltreffers zijn volgens Wijnants de goede governancestructuur (“goed voor snelle beslissingen”), het changemanagement (“een sterke betrokkenheid van de businessafdelingen” en permanente communicatie!), een eendrachtig projectteam (met zowel zakenmensen als analisten en ontwikkelaars) en een ‘scope’ die strikt in de gaten werd gehouden.
Guy Kindermans
“Het ontwikkelen van een eigen banktoepassing bood de grootste toegevoegde waarde.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier