Guy Kindermans Guy Kindermans is freelance journalist bij Data News.

De introductie van de Apple Macintosh, alias Mac, in 1984 was een scharniermoment in de geschiedenis van de ‘personal computer’. Voor Europa startte het Mac-avontuur pas goed in 1985 en voor België was dat zelfs nog een jaartje later.

Die vertraging was deels het gevolg van Apple’s beslissing om eigen vestigingen voor de invoer van de Mac op te zetten, gekoppeld aan de beperkte beschikbaarheid van de Mac waarbij de grotere landen (als Frankrijk) werden voorgetrokken. Bij zijn aantreden in februari 1986 had de kersverse general manager Ronny Robbrecht dan ook nog eerst een rits overeenkomsten te sluiten met de bestaande invoerders, zoals het Antwerpse Bell (dat zelfs een Apple //-versie onder de aanduiding ITT2020 aanbod).

Hoewel de vroege Mac ook leed onder een beperkt softwareaanbod (maar wel standaard was voorzien van MacWrite en MacPaint), (te) weinig geheugen (128KB) en een fors prijskaartje, “vond hij wel ingang in de academische wereld dank zij het Apple University Consortium, dat speciale voorwaarden bood,” stelt Robbrecht, vandaag president en general manager van Corilus (voorheen OmegaSoft). “Uiteindelijk was het de gebruikseenvoud van de toepassingen om te tekenen, om een mooi document te maken zonder de hulp van derden, dat het succes meebracht.” Het echte grote verkoopssucces volgde dan na de introductie van de Apple Laserwriter (de eerste echt betaalbare laserprinter, hoewel….. 250.000 Belgische frank), waarvan de verkoop maand na maand exponentieel toenam.

België bleef echter achter wat het schrijven van soft voor de Mac betreft. “De Belgische markt is op zich al klein en de Macintosh-markt was toen nog veel kleiner, zodat bij voorkeur voor Ms-Dos werd geschreven. Toen dan werd overgestapt naar de PowerPC van IBM, moest alles worden herschreven.”

Gebruikersinterface

Interessant is wel dat “je je als gebruiker echt niets moet aantrekken van het onderliggend besturingssysteem. […] Je koopt een nieuwe Mac, met een nieuw besturingssysteem, en daar ga je gewoon mee aan de slag.” De Mac gebruikersinterface – ondanks alle vernieuwingen in de ca. 14 OS-versies – bevat dan ook nog steeds elementen die al in de allereerste editie aanwezig waren (zoals het ‘appeltje’ linksboven).

Een vergissing van de kant van Apple was allicht de productie van zijn hardware al die jaren zelf te willen doen. “Dat maakte de Mac duurder en resulteerde geregeld in een moeilijke beschikbaarheid van de producten, wat er ook toe leidde dat de systemen geen ‘mainstream’ werden.” Ook het niet of te laat aanbieden van de Mac-omgeving aan derden als besturingssysteem op hun systemen, belemmerde een ‘mainstream’ status.

Doorheen de jaren ervoer Robbrecht hoe de gebruikers erg enthousiast bleven en spontaan de loftrompet afstaken als ze hoorden dat hij bij Apple werkte. “Dat heb ik nadien toch niet meer ervaren,” aldus Robbrecht. De rol van Jobs mag dan wel doorslaggevend zijn, dat is toch ook “het gevolg van de bedrijfscultuur! De creativiteit in de producten getuigt van de ongelooflijke creativiteit binnen in het bedrijf. In 1986 had iedereen in het bedrijf al een eigen AppleLink [mail]-adres, terwijl ik bij mijn vorige bedrijf met de VS communiceerde met behulp van een telex.!”

Guy Kindermans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content