De ondergang van Microsoft, het failliet van het huidige outsourcingmodel en de neergang van de cio: Belux country manager Pieter Hoekstra van Quint Wellington Redwood zit om geen boude uitspraak verlegen. Naar aanleiding van de vijftiende verjaardag van het Nederlandse adviesbureau werpt hij een blik op wat de it-sector in de komende jaren te wachten staat.
Quint Wellington Redwood heeft zich gespecialiseerd in het begeleiden van it-outsourcingcontracten. Dat Peter Hoekstra het failliet van het outsourcingmodel voorspelt, is dus op zijn minst opmerkelijk. Te meer omdat KBC en Colruyt, twee bedrijven die niet zo lang geleden een groot deel van hun it-activiteiten naar India verkasten, allebei klant zijn van het adviesbureau.
“De huidige outsourcinghype zal nog wel een tijdje aanhouden, maar in Nederland merk ik toch al een kentering”, steekt Hoekstra van wal. “Boven de Moerdijk wordt de regie op de leveranciers al naar waarde geschat. Hoe beheer ik als bedrijf meerdere it-leveranciers, hoe laat ik ze op een efficiënte manier samenwerken: dat zijn de vragen die gesteld moeten worden.”
Outsourcingmodel Colruyt
“Om competitief te blijven, moeten ondernemingen zich steeds nadrukkelijker toeleggen op hun kernactiviteiten. Alles wat niet tot de corebusiness behoort, zal op een andere plek georganiseerd moeten worden.” Momenteel wringt daar het schoentje volgens Hoekstra. “In meer dan 50 procent van de gevallen is de afnemer niet tevreden over zijn leverancier. Dat komt omdat de vraagstelling onzuiver is. Bedrijven weten vaak zelf niet goed wat ze juist willen ‘outsourcen’. Hun it’ers zijn onvoldoende getraind om aan te kunnen geven welk serviceniveau er juist verwacht wordt.” Het model van Colruyt vindt Hoekstra al helemaal een brug te ver. Colruyt was niet tevreden over de samenwerking met enkele Indische outsourcingbedrijven, en besliste dan maar om er een eigen afdeling op te richten. “Alles zelf willen doen, kan op korte termijn wel tot goede resultaten leiden, maar op de lange termijn hypothekeer je de concurrentiekracht en de flexibiliteit van je onderneming”, vindt Hoekstra.
“In India is de economische groei zo uitgesproken, dat de salarissen jaarlijks bijna verdubbelen. Hoe lang nog voor India niet meer aantrekkelijk is? En als je daar dan een entiteit hebt opgericht, zit je vast. Terwijl je concurrenten hun it-activiteiten naar een andere plek kunnen verplaatsen.” Nog volgens de country manager zullen ook de leveranciers specialisten moeten worden, in plaats van plat op de buik te gaan met het oog op een zo groot mogelijke omzet. “Door te specialiseren, kunnen ze een duurzamere relatie opbouwen met hun afnemers. En de afnemers kunnen op hun beurt beter ‘regisseren’, en ook echt gaan delegeren, wat beide partijen ten goede komt.”
Cio te weinig innovatiegericht
Ook opvallend: Hoekstra ziet cio’s in de nabije toekomst geen deel meer uitmaken van het directiecomité. “Over de rol van de cio wordt al meer dan tien jaar zwaar gedebatteerd”, klinkt het. “Dat is op zich al een duidelijk teken aan de wand.” Informatie en it-infrastructuur zijn volgens de Nederlander zo cruciaal voor een onderneming, dat je de verantwoordelijkheid erover niet mag overlaten aan een technicus die doorgegroeid is naar de top. “Het is verkeerd om de cio te laten bepalen of een innovatie al dan niet geïmplementeerd gaat worden. Dat moet blijken uit de businessprocessen zelf.” “Cio’s hebben hun handen vol met het up to date houden en met het onderhoud van hun infra-structuur”, legt Hoekstra uit. “Juist daarom willen ze al eens innovaties afremmen of op de lange baan schuiven. Dit terwijl de cio alleen een meerwaarde kan bieden wanneer hij de onderneming als geheel beter doet draaien. Hij moet de it-kant kunnen loslaten en vanuit een procesgedachte gaan kijken naar de organisatie. It moet met andere woorden volledig geïntegreerd zijn in het businessmodel. Dat zie je vandaag alleen in erg competitieve omgevingen.” “Managers die it vanuit businessperspectief bekijken, zijn alvast sneller geneigd om een innovatie uit te proberen. Als die nieuwigheid dan succesvol is, wordt ze vaak uitgerold over het hele bedrijf. Maar vandaag zie ik nog steeds dat heel wat organisaties een SAP-uitrol doen vanuit de it-afdeling. Dat is een beetje hetzelfde als je elektriciteitsproducent de opdracht geven om je nieuwe logo te ontwikkelen. Waarom zou je zoiets doen?” Niet dat Hoekstra SAP viseert, helemaal niet. Bij Microsoft plaatst hij blijkbaar meer vraagtekens. “Ik zie Microsoft niet meteen verdwijnen, maar het zal binnenkort ook geen bepalende speler meer zijn. Eigenlijk is dat nu al zo. Het concept dat je software op de markt brengt en er geld voor vraagt, staat op de helling. Open source is een dankbaar alternatief, maar de essentie is dat het mechanisme achter het verzamelen van informatie helemaal verschuift.” Hoekstra doelt hiermee op het feit dat computergebruikers het keurslijf dat de huidige softwarepakketten opleggen, beu zijn, en zelf actief op zoek gaan naar applicaties die hen helpen om hun informatie te beheren. “Neem nu de klassieke manier om foto’s te organiseren in mapjes op je pc”, aldus nog de manager. “Daar lopen mensen op vast. Vandaag posten jongeren hun foto’s op Flickr of op Facebook. En wanneer er een effectievere toepassing opduikt, die goedgekeurd is door hun peer group, verhuizen ze allemaal mee. De consument gaat dus beslissen welke organisatie hij zijn data gunt. En dat zal niet zijn aan een bedrijf dat in het verleden forse prijzen gevraagd heeft voor zijn software.”
Luc Blyaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier