Hun komst werd een decennium geleden al voorspeld in Data News, hun vertrek wordt allicht door menig afgunstig westers concurrent gewenst. De ambities van het Chinese Huawei in Europa zijn torenhoog. Data News trok naar China om met eigen ogen in te schatten of Huawei het copy-paste bedrijf is waarvoor het in het westen al eens verweten wordt. Gaan de Chinese bedrijven ons telecomlandschap domineren in de komende 35 jaar?
35 jaar Data News, dat is ook de evolutie van vaste naar mobiele communicatie. Maar in die sector meteen ook van een verschuiving van het oosten naar het westen. Het eerste netwerk voor mobiele telefonie in België werd door Belgacom op 1 januari 1994 opengesteld voor het grote publiek: ‘Proximus’ werd een succesverhaal. Traditioneel nam Belgacom in die tijd infrastructuurproducten af bij westerse spelers zoals Ericsson, Alcatel-Lucent en Nokia Siemens Networks. Voor vaste netwerkapparatuur was Cisco steevast een van de gegadigden.
‘HUAWIE?’
In 2007 deed Belgacom echter voor het eerst beroep op een Chinese netwerkleverancier: Huawei. ‘Huawie?’, werd in die tijd nog door menig westers leverancier smalend gereageerd, rotsvast overtuigd dat de eigen innovatie- en r&d-kracht van het westen makkelijk ging kunnen opboksen tegen die Chinezen die vanuit het oosten hoog van de toren kwamen blazen.
Het duurde niet lang voor het een groen lachje werd, toen bleek dat de Chinese leverancier stelselmatig contracten afpikte en marktaandeel inpikte van traditionele infrastructuurbouwers. In eigen land wist Huawei in november 2009 Belgacom te overtuigen om voor hen te kiezen voor het uitbouwen van een 3G- en later ook 4G-netwerk. En pas nog koos datzelfde Belgacom ook voor de voice gateways van Huawei, om de traditionele switchingapparatuur voor telefonie (Alcatel en Siemens) te vervangen. Anders gezegd: heel binnenkort passeert élk telefoontje over het mobiele én vaste Proximus-netwerk over de infrastructuur van Huawei. Niet slecht voor een bedrijf dat pas het levenslicht zag in 1987.
VREES VOOR SPIONAGE
Of het nu afgunst, oprechte ongerustheid of puur protectionisme was: het duurde niet lang vooraleer er in de Verenigde Staten en in mindere mate in Europa vraagtekens bij het Chinese netwerkbedrijf geplaatst werden. Is die apparatuur wel veilig? Bestaat het risico op spionage? Wat met cybersecurity? Maar ook westerse concurrenten maakten steeds nadrukkelijker gewag over ongeoorloofde subsidiëring van het netwerkbedrijf dat zelfs vlakaf een al dan niet verdoken staatsbedrijf genoemd werd.
In 2012 kwam het zelfs tot een Amerikaans onderzoek naar vermeende spionage door Huawei en ZTE via voorgeprogrammeerde ‘backdoors’ in de producten. Woordvoerders van beide Chinese bedrijven hebben die aantijgingen altijd met klem ontkend en de Amerikanen konden ook geen staalharde bewijzen vinden. Toch lieten de grote Amerikaanse telco’s Huawei en ZTE bewust links liggen, waardoor Huawei-topman Eric Xu vorig jaar aangaf dat “Huawei niet langer geïnteresseerd is in de Amerikaanse markt.”
Sindsdien staat Europa helemaal op de radar van het bedrijf, maar ook daar liep alles niet meteen van een leien dakje. De Europese Unie dreigde uiteindelijk met een onderzoek naar illegale staatssteun waardoor Chinese telecombedrijven hun producten onder de kostprijs zouden verkopen en op die manier de westerse spelers buitenspel konden zetten. Het was trouwens EU-commissaris Karel De Gucht die de kat de bel aanbond. Eerder had ook het Leuvense Option een klacht ingediend tegen Huawei, maar die zaak werd in 2010 in der minne geschikt. Huawei betaalde Option 60 miljoen euro voor een softwarelicentie waarna Option de klacht introk.
Ook het Europese anti-trustonderzoek – dat uiteindelijk nooit echt formeel gestart werd – is sinds vorige maand van de baan: het gevolg van gesprekken tussen Karel De Gucht en de Chinese Minister van Handel Gao Hucheng in het EU-China Joint Committee. Volgens De Gucht is het ondertussen duidelijk dat China de dialoog met Europa wil aangaan over bezorgdheden rond een ‘level playing field’.
Achterliggend zou er wel wat meer aan de hand zijn, en wordt gefluisterd dat beide mogendheden een win-win uitgedokterd hebben. Huawei en ZTE krijgen vrij spel in Europa, en in ruil kunnen Europese netwerkleveranciers deeltjes van de Chinese telecompuzzel leggen. Het valt in ieder geval op hoe spelers als Ericsson, Nokia Solutions & Networks en Alcatel-Lucent de laatste maanden allemaal belangrijke contracten in China gewonnen hebben: bijvoorbeeld om China Mobile bij te staan in de uitrol van TD-LTE.
VOLOP INVESTEREN IN EUROPA
Hoe dan ook is Huawei vastberaden om de Europese markt in te palmen, mét de nodige budgetten voor onderzoek en ontwikkeling. “We willen ons zo echt vestigen in het hart van het Europese ict-ecosysteem”, zegt Renato Lombardi, vp van het European Research Center van Huawei.
Zeker in de beginjaren had Huawei ook te kampen met een imagoprobleem, gevoed door de westerse vooroordelen over Chinese praktijken als het kopiëren van andermans goederen, namaak van producten en het losjes omspringen met ‘intellectual property’ of ‘licentierechten’.
Wanneer we Renato Lombardi die stelling voorschotelen, reageert hij gepikeerd. “Die perceptie is compleet onterecht. Meer dan 70.000 van onze werknemers doen aan onderzoek en ontwikkeling. Wereldwijd hebben we 16 r&d-centers verspreid over 31 locaties, waarvan ondertussen al 15 in Europa. En daarnaast zijn onze onderzoekers nog actief in 28 ‘joint innovation centers’ met onze concullega’s. Vorig jaar alleen hebben we meer dan 5 miljard dollar gepompt in onderzoek en ontwikkeling. Dat zijn toch grote bedragen waar je niet naast kan kijken”, zegt Lombardi.
VISIBILITEIT
Die argwaan tegenover het merk ‘Huawei’ is er ondertussen nauwelijks nog, beweert Jeffrey De Wolf, deputy general manager van de carrier business unit binnen Huawei BeLux. “Onze naamsbekendheid en visibiliteit is er de jongste tijd immers sterk op vooruit gegaan, en dat is voor een groot stuk te danken aan onze handset-business”, stelt De Wolf.
Smartphones maakte Huawei aanvankelijk op maat van de operatoren – whitelabel of oem, zoals dat dan heet. In 2010 gooide het bedrijf het roer om en ging het zélf smartphones uitbrengen onder de eigen merknaam: zowel goedkope instapmodellen, toestellen uit het middensegment als duurdere topmodellen. Niet alleen voor de Chinese markt, maar zeker en vooral ook de emea-regio.
Het afgelopen kwartaal steeg het aantal verkochte toestellen alweer met 26 procent. Binnen West-Europa is België trouwens een van de beste landen voor Huawei, met 11 à 12 procent marktaandeel in aantal verkochte smartphones. Inmiddels is Huawei na Samsung en Apple al de derde grootste smartphonefabrikant ter wereld. Hoe hen dat gelukt is? Door in essentie knappe toestellen te maken voor een al even knap prijsje. Al zijn er mogelijk wel kapers op de kust: ZTE (zie ook verderop in dit nummer) en Lenovo willen maar al te graag datzelfde truukje uithalen en ook Xiaomi – een gigantisch bedrijf in China – staat te popelen om uit de thuismarkt te breken.
OOK DE BEDRIJVENMARKT
Het moet gezegd: het hoofdkwartier van Huawei in Shenzhen oogt indrukwekkend. De hele campus bereik je met een nu al legendarische afrit die eindigt in twee splitsingen: rechts voor de Huawei-campus, links voor de Foxconn-terreinen – jawel, die toeleverancier die voornamelijk bekend is als fabrikant/onderdelenleverancier van de Apple-producten. “Maar ook wij kopen regelmatig onderdelen bij Foxconn”, klinkt het bij Huawei.
Maar wanneer we de volledige portfolio van telecom- én ict-producten te zien krijgen, oogt die minstens even indrukwekkend: servers, storage, switches, routers, videoconferencing, unified communications, safety communications,… noem maar op: het bestaat of wordt volop ontwikkeld.
Een flink deel van de technologie is bedoeld voor telecomoperatoren. Denk dan aan switching- en routingapparatuur, basisstations en zendinfrastructuur voor onder meer mobiele 3G- en 4G-communicatie of voip-gateways. Belgacom kondigde pas op het Broadband World Forum nog aan dat Huawei zulke gateways mag installeren in de meer dan 30.000 straatkasten – meteen de eerste keer dat de leverancier ook apparatuur in het vaste telefonienetwerk mag installeren naast infrastructuur van voornamelijk Alcatel-Lucent.
“In België is die carrier-business goed voor 75 procent van onze omzet”, zegt Jeffrey De Wolf. Dat is dus voor een groot stuk het Proximus 3G/4G-netwerk, maar ook aan concurrent Mobistar levert Huawei apparatuur. Base Company doet voor zijn mobiel netwerk trouwens beroep op ZTE, die andere Chinese gigant.
De Huawei consumer-afdeling – de smartphones-business met andere woorden – levert zo’n 20 procent van de BeLux-omzet. De resterende 5 procent is voor rekening van de ‘enterprise business unit’ waarvoor De Wolf verantwoordelijk is. “Dat is nu nog niet veel, maar de groeiverwachtingen van enteprise zijn wel de grootste”, lacht De Wolf die ruim 9 jaar voor de infrastructuurpoot van Nokia gewerkt heeft. Met zo’n ‘track record’ is hij trouwens geen uitzondering. Bij Huawei vinden we heel wat oudgedienden terug van bedrijven als Nokia, Ericsson, Alcatel-Lucent, Nortel of LG – om er maar enkele te noemen. “Klopt, we hebben heel wat telecomexpertise in huis gehaald, maar we investeren nu ook in de instroom van nieuwe talenten. Onze gemiddelde leeftijd is trouwens maar 35 jaar”, aldus De Wolf.
TORENHOGE AMBITIES
Wanneer je als Europeaan rondloopt op het Chinese vasteland ‘voel’ je de sterke wil om te innoveren, de drang om te ondernemen en de werklust. Heel wat Chinezen halen zelfs hun neus op voor het Europa dat ze als te pamperend, of te belerend, te star en daardoor te weinig competitief ervaren. Het verklaart ook voor een stuk waarom Chinese bedrijven denken dat ze de Europese markt kunnen inpalmen. De ambities zijn dan ook torenhoog. “Dat is zeker zo. Een Chinees bedrijf eist heel veel van zijn werknemers en stelt ontzettend hoge ambities, maar het verschil met heel wat andere bedrijven is dat er bij Huawei ook de nodige middelen aan gekoppeld worden. Hard werken wordt echt beloond en dat werkt heel erg motiverend”, weet De Wolf.
“Aan de andere kant zien Chinezen Europa wel als de ‘leading market’ voor consumententechnologie. Dat verklaart waarom wij onze r&d-inspanningen in Europa ook opkrikken. Het is in dat kader dat je de pas aangekondigde r&d-investering in Frankrijk van anderhalf miljard euro moet zien”, zegt De Wolf.
OPBOUWJAAR VOOR BEDRIJVENAFDELING
In ons land staat de ‘enterprise business unit’ met 5 procent van de omzet dus nog in de kinderschoenen, maar daar moet – torenhoge ambities, zeiden we toch – snel verandering in komen. “We bouwen de afdeling nu verder uit door een deel van de enterprise-portfolio te vermarkten. Denk dan aan alles rond ip met switches en routers, maar ook aan it met servers, storage en cloudoplossingen”, zegt De Wolf.
Het plan is om tegen 2019 een “relevante speler” op de Belgische ict-markt te worden. Definieer relevant? “Laat ons zeggen dat we dan met minder dan 50 miljoen niet tevreden zullen zijn. Nu halen we een tiende daarvan.” En of er daar nog ruimte voor is in België? “We schatten de totale BeLux-markt ruim over het miljard euro in, dus ja, wij zien zeker nog voldoende ruimte.”
Een belangrijke rol is weggelegd voor datatransport. Denk dan aan indoor coverage met onder meer wifi en/of small cells, bijvoorbeeld in voetbalstadions – het Arena-stadion in Amsterdam is overigens een recente referentie. “Small cells zien we als een echte game changer, zowel voor carriers als bedrijven. Het gaat om het performanter maken van ‘dense’ netwerken”, aldus De Wolf. Ook in datacenters, virtualisatie en cloudoplossingen ambieert Huawei een belangrijke rol en komt het dus in concurrentie met de grote it-spelers.
2014 ziet De Wolf voor de enterprise business unit als een opbouwjaar voor partners, kanalen en het eigen (sales)- team. Momenteel bestaat dat uit een 7-tal man, maar dat moet tegen eind volgend jaar al verdubbeld zijn.
“Dankzij de handsets is ons merk nu ook bekend aan het raken in de bedrijvenwereld. Dat vergemakkelijkt de sales en schept meer vertrouwen”, aldus De Wolf. Voor allerlei ip-oplossingen zijn onder meer Kinepolis, de stad Namen en Mutualité Chrétienne enkele van de belangrijke Belgische referenties. Ook De Lijn, Fedict en BT Belgium zijn al klant aan huis.
“Het is trouwens niet de bedoeling om end-to-end naar de markt te gaan. We gaan altijd met partners mee volgens een drielagig model. Bijvoorbeeld Copaco als distributeur en dan een value added reseller zoals Cofely Quentris of recent ook BKM.”
“De eerste grote referenties boezemen vertrouwen in, dat merken we duidelijk. Er is steeds minder argwaan en de meeste realiseren zich nu ook dat Huawei hier is om te blijven”, besluit De Wolf. Of hoe we het gele gevaar helemaal niet moeten vrezen?
Kristof Van der Stadt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier