Hoe technologie een cruciale rol speelt in tijden van corona
China zet massaal in op technologie om covid-19 onder controle te krijgen. Maar zijn wij bereid straks even ver te gaan?
“En een goede gezondheid, dat is het allerbelangrijkste.” Nieuwjaar lijkt alweer een eeuwigheid geleden. Toen we naar goede gewoonte nog onze beste wensen aan het uitwisselen waren, ging in China de stad Wuhan op slot. Het leidde bij de doorsnee-Europeaan tot enig schouderophalen. Een typisch voorbeeld van hoe China geen halve maatregelen neemt. De technologische middelen die het land daarbij inschakelde, zijn naar Westerse normen helemaal over the top. Toepassingen die op openbare plaatsen automatisch de temperatuur van de voorbijgangers meten, dat soort dingen.
Fast forward naar vandaag. Ook ons land – qua bevolkingsaantal vergelijkbaar met Wuhan – zit helemaal op slot. Om dat af te dwingen plaatst de politie op de landweggetjes die de grens met Frankrijk of Nederland kruisen lege containers of laat ze een hoop aarde storten. Belgen die via de luchthaven van Zaventem het land inreizen, wandelen zonder enige vorm van controle naar de parking of het treinstation. Waarmee we niet gezegd willen hebben dat de overheid geen technologie inzet in de strijd tegen het coronavirus. Op een zonnige zondagmiddag gebruikte de Brusselse politie een drone om wandelaars in het park erop te wijzen dat ze voldoende afstand moeten houden.
Verspreiding indijken
Toch speelt technologie vandaag wel degelijk een cruciale rol in de coronacrisis. Bij de uitbraak van SARS in 2002 duurde het ongeveer een jaar voor wetenschappers erin slaagden het genoom van het virus te ontrafelen. Bij covid-19 – dankzij de beschikbaarheid van veel krachtigere technologie – gebeurde dat binnen de maand. Dat is meer dan een significante tijdwinst in de race naar een werkzaam vaccin. Bij de uitbraak van corona zagen we in China echter bovenal de inzet van technologie om de verdere verspreiding van het virus in te dijken.
Aan de bron van die oplossing ligt het bijzonder uitgebreide en gesofisticeerde bewakingsnetwerk dat China de voorbije jaren heeft uitgerold. Met de medewerking van onder meer Alibaba en Tencent heeft de Chinese overheid dat netwerk als basis genomen voor een oplossing die op grote schaal de gezondheid van miljoenen Chinezen in kaart brengt. Het doel: het tracé van het virus opvolgen, om daar dan onmiddellijk op in te grijpen.
Gezondheidscode
Carol Yin, die via haar podcast AnalyseAsia duiding geeft bij business en technologie in Aziatische continent, deelde via Twitter en TikTok een video over hoe ze met dat Chinese systeem van tracking in aanraking kwam. “Ik reisde onlangs van Shanghai naar Wuxi”, vertelt ze. “Het was bijzonder interessant om de tracking van mijn verplaatsingen te zien.” Bij aankomst in het treinstation van Wuxi mocht Yin het station niet verlaten voor ze had aangetoond waar ze de voorbije twee weken had verbleven.
“Ik moest toestemming verlenen aan mijn telecomoperator om mijn locatiedata van de voorbije veertien dagen vrij te geven”, legt ze uit. “Ik nam een taxi en moest daar een code van WeChat (een socialemedia-app van het Chinese Tencent – red.) scannen, wat mijn identiteit verbond met die van de auto waarin ik zat.” De Chinese overheid traceert niet alleen de verplaatsingen van mensen in treinen en taxi’s, maar ook op andere vormen van openbaar vervoer, zoals bussen en metrostellen. “Wanneer ik een metrostation binnenga, moet ik mijn identiteit linken met het station. Wanneer ik daarna een wijk of een gebouw binnen wil gaan, moet ik mijn gezondheidscode uit Wuxi tonen.” Alleen burgers met een groene code mogen zich vrij bewegen. “Een beveiligingsagent scant mijn code telkens ik ergens binnen wil gaan.” Meer dan tweehonderd Chinese steden maken intussen gebruik van het systeem. De verwachting is dat op termijn heel China volgt.
Hoongelach
De reacties op de video van Carol Yin zijn op zijn zachtst gezegd gemengd. Iemand vraagt zich af of de mensen zich wel goed voelen bij die totale opgave van de privacy. En dat zoiets toch ondenkbaar zou zijn in de VS of Europa. Het is een opmerking die voornamelijk hoongelach opwekt. Niet ten onrechte, ook de grote Amerikaanse techbedrijven maakten op het vlak van privacy de voorbije maanden en jaren niet de beste beurt.
Het neemt niet weg dat Google, Facebook et les autres intussen praten met de Amerikaanse overheid om te bekijken hoe ze kunnen helpen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen. De bedrijven denken daarbij aan de locatiedata die ze verzamelen via de smartphones van hun gebruikers. Anonieme, geaggregeerde data zouden makkelijk kunnen aantonen waar zich te veel mensen te dicht bij elkaar ophouden. Die informatie zou nieuwe inzichten kunnen opleveren over de verspreiding van het virus. Maar de timing voor zo’n experiment valt vrij slecht, net omdat het privacybeleid van de grote techbedrijven vandaag al onder de microscoop ligt.
Privacydoemdenken
“Waarom bouwen we geen systeem zoals de Chinezen”, vraagt Pieterjan Bouten, de CEO van Showpad, zich af op Twitter. De kritiek is niet mals, zoals dat op sociale media zo vaak gaat. Zo’n systeem terugdraaien na de crisis, lukt niet meer, klinkt het. Je bouwt er alleen maar een oplossing mee die later voor misbruik zorgt. Een totalitaire staat heeft zeker zijn voordelen bij de aanpak van een grote gezondheidscrisis, lezen we verderop in de discussie. Maar hoe ernstig corona ook is, laten we daar zo ver mogelijk van afblijven. “Natuurlijk zijn er overwegingen op het vlak van privacy”, sust Bouten later. “We proberen alleen maar naar oplossingen te zoeken. Ik geef een voorbeeld van hoe China de tracing aanpakt en krijg onmiddellijk de privacydoemdenkers over me.
En terecht, vindt Matthias Dobbelaere-Welvaert in een opiniestuk voor Apache.be. Dobbelaere-Welvaert is docent Copyright & Mediarights aan de Erasmus Hogeschool Brussel. “Vergeet terrorisme maar”, schrijft hij. “Corona is het nieuwe 9/11. Hoe we omgaan met de crisis zal bepalen in welke wereld we over enkele maanden ontwaken. We hebben de terroristen nooit toegelaten om ons leven drastisch te veranderen, opdat onze essentiële vrijheden of rechten – waaronder het essentiële recht op privacy – bewaard zouden blijven. Geven we het dit keer dan wel op, voor een virus? Of kiezen we voor kalmte, rede en voor democratische maatregelen?”
The future is remote
Terwijl buiten de crisis woedt, maken bedrijven zich vandaag al op voor het post-covid-19-tijdperk. Daarin zullen we verder bouwen op de technologie die we vandaag – onder druk van de omstandigheden – massaal gebruiken. “In de toekomst gebeurt alles van op afstand”, zegt Liram Eschel, de CEO van Ctera, tijdens een videosessie met Europese journalisten. Het gesprek vervangt het bezoek aan de hoofdzetel van het bedrijf in Tel Aviv dat eind maart was voorzien en waar ook Data News bij zou zijn. Ctera ontwikkelt een opslagsysteem in de edge, als alternatief voor de traditionele NAS. “Nu ondergaan we een schoktherapie”, vertelt Eschel. “Iedereen die kan, is thuis aan het werk, van op afstand. Ik geloof nooit dat we na de crisis weer op het vroegere, lage niveau van thuiswerk terugvallen. Het gebruik van videoconferenties, data in de cloud, VPN, VDI, noem maar op: dat blijven we vanaf nu doen.”
2020_03_25_07_47_58_33.xml
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier