Hoe u containers en virtuele machines naast elkaar krijgt

De toekomst ligt bij de hybride cloud. Dat is alvast de conclusie die Red Hat getrokken lijkt te hebben.

Op de eerste virtuele versie van de jaarlijkse Red Hat Summit zet het openbronbedrijf, ondertussen al enkele jaren onderdeel van IBM, volop in op hybride, met Kubernetes containers en virtualisatieopties. “We hebben 1.700 klanten in die sector, en ook het breedste gebruik van hybride cloud door software developers”, zegt Paul Cormier, CEO van Red Hat, in een videocall die Data News bijwoonde. Zijn bedrijf is een van de belangrijkste leveranciers van Linux software en specifiek Kubernetes voor een entreprise omgeving.

Fundering

Dat Red Hat deze richting uitgaat is niet nieuw, geeft Stef Schampaert, Belgische country manager voor Red Hat toe. “De open hybrid cloud strategie die Red Hat rond Openshift en standaardisatie heeft ontwikkeld bestaat al een tijdje”, zegt hij. “We willen de fundering vormen, de basislaag waarop open cloud gebouwd kan worden.”

Het is ook in die strategie dat we het werk van Red Hat rond Kubernetes moeten zien, zegt hij. De containertechnologie werd oorspronkelijk door Google gebouwd, maar is ondertussen al enkele jaren openbron, en Red Hat was een van de eersten om er mee aan de slag te gaan, met OpenShift, vijf jaar geleden. “Containers maken workloads verplaatsbaar tussen de verschillende clouds die er zijn. Dat kunnen private of publieke clouds zijn, bijvoorbeeld”, zegt Schampaert. Hij geeft aan dat de technologie belangrijk is voor bedrijven die ‘cloud native’ apps willen beginnen bouwen. “Je merkt dat er daar momenteel nog hiaten zijn. Bij een open hybrid cloud is het managementstuk van cruciaal belang. Je moet inzicht krijgen in de data in de containers.”

Dat Red Hat inzicht wil geven in containers, ziet u ook in de nieuwe versie van Openshift, ondertussen toe aan nummer 4.4. Het containerplatform krijgt daarin onder meer nieuwe tools voor statistieken en analytics.

Alles cloud native

Het ultieme doel van dat alles is om applicaties rechtstreeks voor de cloud te bouwen. “Cloud native apps betekent dat je ze makkelijk kan verplaatsen, dat je time to market korter is en dat je meerdere keren per dag apps kunt aanpassen in plaats van één keer om de twee weken”, zegt Schampaert.

Het zal je niet verbazen dat open, transparante standaarden daar voor een openbronbedrijf als Red Hat een belangrijke rol in spelen. “In die zin kan OpenShift werken als een broker. Je kan die apps on-premise volgens de standaarden bouwen, maar als je morgen naar de cloud wil gaan, dan kan je OpenShift in elke cloud krijgen, in AWS, Azure, Google Cloud, bijvoorbeeld, maar ook bij bepaalde lokalere cloud service providers, zoals Proximus of Cegeka. Dat geeft je de kans om te kijken welke service je wil afnemen en naar welke cloud je wil gaan.”

Van VM’s naar cloud

Een en ander is ook de reden achter de virtualisatieoplossingen van Red Hat. Bedrijven zijn nu massaal containers aan het installeren, waar ze vroeger virtuele machines gebruikten, zo legt Joe Fernandes, vp van Products bij de Cloud Platforms Business Unit van Red Hat uit. Maar die virtuele machines gaan niet ineens in rook op. “We wilden dus een manier vinden om Kubernetes te gebruiken om beide soorten workloads te beheren”, aldus Fernandes. Het zou met OpenShift ook mogelijk worden om apps op virtuele machines na verloop van tijd te migreren naar containers.

“Om containers meer standaard te maken en om kansen te geven aan bedrijven om makkelijk te migreren, moet je een platform hebben dat beide wereld ondersteunt en de kans biedt om op een makkelijke manier die migratie van virtual machines naar containers te doen”, zegt Schampaert. “Grote applicaties uit elkaar rafelen en die in microservices gaan omtoveren, dat is best een werkje. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld in België bij betalingsdienst Isabel. Daar moeten we versneld mee helpen. Nieuwe apps worden sowieso cloud native gebouwd, maar oudere apps moeten we ook in die cloud kunnen opnemen.”

Ondertussen in België

België is traditioneel wat trager als het op nieuwe technologieën aankomt, is dat met containers ook zo? “Helemaal niet”, zegt Schampaert. Hij wijst daarbij naar Smals, dat in ons land een van de eersten was om met containtertechnologie te beginnen. De Belgische e-gov vzw werd daarin gevolgd door telco’s als Proximus, maar ook door grote financiële instellingen. “De laatste jaren zag je een evolutie van ontdekken van containers: wat doet dat, hoe gaat dat in zijn werk. Ondertussen gaat her het meer naar testen met applicaties” zegt Schampaert. “We hebben vandaag in België en Luxemburg meer dan zestig actieve grote klanten die in productie containers draaien, en het aantal apps daar neemt snel toe.”