Als knelpuntberoep zal je toch maar hopen dat dit ook in het loonzakje wordt weerspiegeld, ongeacht het spook van wellicht goedkopere outsourcingskrachten. In het voorbije jaar konden ict’ers in ieder geval nog vooruitgang boeken inzake verloning, zij het dat dit op basis van eigen verdiensten was.
Jaarlijks bevraagt Data News de ict’ers zelf over hun salaris, bijkomende vergoedingen, hun wensen op dat gebied, evenals hun kijk op carrière en bijscholing. Een ellenlange lijst is het, maar toch konden we ook dit jaar rekenen op de medewerking van meer dan 1.500 respondenten – waarvoor uiteraard onze oprechte dank! Waar het iedereen om te doen is, zijn natuurlijk de salarissen in het voorbije jaar, waarbij Data News als steeds naar het brutomaandsalaris kijkt. Maar niet alleen het aandeel van het salaris in de verloning. Occasioneel wordt ons wel eens verweten dat we met de salariscijfers onrust stoken onder werknemers en werkgevers omdat dit geen volledig beeld van de verloning biedt. Dat laatste klopt, maar Data News heeft dan ook altijd aandacht besteed aan de bijkomende vergoedingen en elementen die deel uit maken van het totale verloningspakket.
Hoger
Voor dit jaar komen we voor de cio/edp manager op een gemiddeld bruto maandsalaris van 4.253 euro uit. De analist kan rekenen op 3.914 euro, terwijl analist-programmeur het met 3.179 euro stelt. Meer in de wereld van infrastructuur gaat de systeemingenieur/administrator met 3.331 euro huiswaarts, terwijl de telecom/netwerk/netwerkspecialist circa 3.644 euro krijgt. De gewone programmeur vangt het minst met 2.754, terwijl de databasebeheerder daarentegen op 3.543 afklokt. Cijfers die zoals gezegd nog moeten worden bijgesteld met bijkomende verloningselementen.
Uit de cijfers blijkt overigens dat ook in het voorbije jaar de doorsnee-informaticus op meer verloning mocht rekenen, want ook dit jaar meldde 63 procent van de respondenten dat deze was gestegen ten opzichte van het jaar voordien. Voor 33 procent was die gelijk gebleven, terwijl ongeveer 3 procent een lagere verloning moesten incasseren. Daarbij moet opgemerkt dat het in het bijzonder de loontrekkende was die hiervan profiteerde, want bij de zelfstandigen/freelancers noteerde slechts 53 procent een stijging van de inkomsten, naast 39 procent voor wie die gelijk bleef en 7 procent voor wie ze lager uitkwam.
Wie een verhoging in de wacht sleepte, mag dat overigens ook overwegend aan zijn of haar eigen verdiensten toeschrijven. Voor 35 procent van de respondenten was die verhoging immers afhankelijk van de persoonlijke prestaties. Bij 29 procent werd het bepaald door de algemene salarispolitiek van het bedrijf, terwijl voor 3 procent de verhoging afhing van het bedrijfsresultaat (dat laatste percentage bedroeg bij de freelancers/zelfstandigen overigens niet minder dan 13 procent). Opmerkelijk was dat ca. 10 procent aangaf niet precies te weten welke salarispolitiek het bedrijf voerde. Voor 17 procent bestond de salarispolitiek erin de wettelijke overeenkomsten uit te voeren. Wel even opmerken dat de enquête liep vóór de eerste indexverhoging van dit jaar. Bij de bedrijven van 4 procent van de respondenten was een loonsblokkering van kracht.
Bijkomende elementen
Een mens leeft niet alleen van zijn salaris, want het totale verloningspakket omvat ook nog bijkomende elementen, in het bijzonder voor de loontrekkende. Zoals elk jaar strijden dezelfde drie elementen om het podium en dit jaar stelde 82 procent van de respondenten (deze reeks cijfers geldt voor de loontrekkenden – er was ook meer dan een antwoord mogelijk) op een bijkomende hospitalisatieverzekering te kunnen rekenen. Met 80 procent van de respondenten prijkt op de tweede plaats een ’13de, Xde maand’, gevolgd door een bijkomende pensioensverzekering bij 78 procent van de respondenten. Blijkbaar zijn de bedrijven bereid hun medewerkers wat presentjes te doen, want 76 procent meldt extra’s te ontvangen (zoals een gratis pc). Maaltijdcheques blijven populair (72 procent van de respondenten) terwijl – heel opmerkelijk – een klassieker als ‘bedrijfswagen’ pas op de zesde plaats staat (gemeld door 69 procent van de respondenten). Daaronder vinden we in dalende volgorde ‘onkostenvergoeding’, ‘bijkomende vakantiedagen’, ‘premies (eenmalig, bijvoorbeeld een jaarpremie op basis van een prestatiebeoordeling)’, ‘winstdeling’, ‘aandelenopties’, ‘premies (occasioneel, bijvoorbeeld bij het beëindigen van een project)’, ‘kredieturen’ en op de laatste plaats een ‘marktpercentage’. Dat laatste is wellicht wat opmerkelijk, want een ‘marktpercentage’ betreft immers een extra percentage bovenop het voorziene loon (vaak voor een afgesproken tijd) ten gevolge van een marktschaarste van personen om een bepaalde functie in te vullen (of voor personen met een veelgezochte expertise). Een aantal jaar geleden was dit onder meer in Frankrijk populair(der), maar blijkbaar lijkt dat niet in ons land wortel te hebben geschoten.
Overigens wijzen we erop dat op het wenslijstje van de werknemers inzake bijkomende verloning in de voorbije jaren elementen als ‘bijkomende vakantiedagen’, een ‘bedrijfswagen’ (allicht met tankkaart) en een ‘winstdeling’ altijd hoger scoorden dan ze door de bedrijven werden verleend. Allicht een tip met het oog op het behoud van ict’ers.
Toch tevreden
Overigens hoeven werkgevers zich niet meteen overdreven zorgen te maken, want de ict’er in België blijkt toch wel best tevreden te zijn over zijn totaalverloning. Naast 20 procent ‘zeer tevreden’ zijn er immers ook nog 62 procent ‘nogal’ tevredenen, wat samen toch niet op zwaar gemor wijst. Integendeel, deze 82 procent ligt hoger dan voorgaande cijfers. Slechts 4 procent zegt helemaal ‘niet tevreden’ te zijn, naast 11 procent ‘weinig tevreden’.
In wezen moet al worden gekeken naar de onderzijde van de piramide om duidelijke ontevredenheid te vinden, zoals de programmeur. Slechts 8 procent van hen is ‘zeer’ tevreden, naast 22 procent ‘weinig’ en 5 procent ‘helemaal niet’ tevreden. Hier weerspiegelt zich allicht het duidelijkst het spanningsveld tussen lokale programmeurs en hun goedkopere collega’s in verre landen.
Interessant zijn tevens de lichte, maar toch duidelijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Beide groepen zijn wel ongeveer op gelijke wijze ‘zeer’ en ‘nogal’ tevreden, maar daaronder is er blijkbaar toch meer onvrede bij de vrouwen. Immers, 8 procent van hen is helemaal ‘niet’ tevreden, tegen slechts 4 procent bij de mannen. Voorts blijkt ook het percentage helemaal ‘niet’ tevreden af te nemen naarmate een ict’er er meer dienstjaren heeft opzitten. Wel zijn er twee pieken van om en bij 8 procent helemaal ‘niet’ tevredenen. Dat is zo bij de ict’ers die minder dan een jaar aan de slag zijn en waar hun verwachtingen inzake het loon als ict’er duidelijk niet realistisch waren (overigens een veel gehoorde klacht bij werkgevers), evenals bij de groep die ‘drie tot vijf’ als ict’er actief is. Blijkbaar worden deze laatsten wat onrustig in hun job en kijken ze allicht uit naar een andere job en nieuwe uitdagingen. Daarbij mag niet worden vergeten dat ‘salaris’ nog steeds bovenaan het lijstje prijkt van factoren die de keuze voor een nieuwe baan bepalen.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier