Videoconferentietechnologie verbetert het overleg rond kankerpatiënten. Tegelijk kunnen de betrokken huisartsen hun agenda efficiënter invullen. Dat blijkt uit een proefproject met de technologie bij het AZ Maria Middelares in Gent.
Met 554 bedden is het AZ Maria Middelares een middelgroot ziekenhuis. Er werken 1.400 personeelsleden en 150 artsen. De behandeling van kanker is één van de domeinen waarin het ziekenhuis zich heeft gespecialiseerd. Meer dan de helft van de artsen van het ziekenhuis komt dagelijks in contact met kankerpatiënten. Dertig artsen zijn voltijds betrokken bij hun diagnose en behandeling. Wanneer een arts bij een patiënt kanker vaststelt, dan volgt er overleg binnen een multidisciplinair team. Alle betrokken artsen hebben daarbij inspraak, onder meer over de te volgen behandeling. Tijdens het multidisciplinair overleg is een sleutelrol weggelegd voor de huisarts van de patiënt. De huisarts volgt de patiënt vaak al jaren en is daardoor het best geplaatst om de fysieke, psychische en sociale achtergrond van de patiënt in te schatten. Tegelijk is de huisarts ook belangrijk voor de communicatie met de familie.
Tijdsdruk
Hoewel de deelname aan het multidisciplinair overleg is opgenomen in de nomenclatuur – en de huisarts er dus een vergoeding voor ontvangt – stelde het AZ Maria Middelares vast dat de participatiegraad van de huisartsen op een constant niveau bleef steken. Op jaarbasis worden ongeveer duizend nieuwe kankerpatiënten besproken tijdens het multidisciplinair overleg. In de praktijk kan de huisarts van de patiënt niet altijd naar het ziekenhuis komen om aan het overleg deel te nemen. Vaak gooit de verplaatsing naar Gent roet in het eten. Die neemt te veel tijd in beslag en legt een te grote last op de agenda van de huisarts. Dat zegt ook Pierre De Witte, huisarts in Deinze: “Zo’n multidisciplinair oncologisch consult verloopt over het algemeen heel vlot. Gemiddeld gaat het om vijf à tien minuten per patiënt. De verplaatsing van Deinze naar Gent en terug duurt echter al gauw anderhalf uur.” Dokter De Witte was dan ook vragende partij voor een oplossing die deelname aan het overleg vanop afstand mogelijk zou maken. De ict-afdeling van het AZ Maria Middelares heeft in eerste instantie verschillende systemen voor videoconferentie bekeken. “Het moest uiteraard om een gebruiksvriendelijke oplossing gaan”, zegt Marc Monballieu, directeur communicatie en it bij het AZ Maria Middelares. “Tegelijk was het belangrijk dat het gebruik van de technologie aan de kant van de huisarts geen investering of extra operationele kosten met zich zou meebrengen.” De keuze viel uiteindelijk op het videoconferentiesysteem 3000 MXP van Tandberg, geïmplementeerd in samenwerking met Telindus. In de vergaderzaal waar het multidisciplinair oncologisch consult plaatsvindt, communiceert het team met de huisarts via een beeldscherm van 42 inch. In de 10 Mbit-internetverbinding van het ziekenhuis is 2 Mbit voorzien voor het gebruik van videoconferentie. Aan de kant van de huisarts volstaat een pc met breedbandverbinding, een webcam en een headset met microfoon en hoofdtelefoon. De Tandberg-software zorgt voor de encryptie van het videoverkeer tussen het ziekenhuis en de huisarts. Vanuit het ziekenhuis kan het team via het systeem ook stukken uit het dossier van de patiënt tonen op het scherm van de huisarts, zoals brieven en medische beelden.
RIZIV steunt project
Het AZ Maria Middelares benadrukt dat het niet de bedoeling is het oncologisch overlegmoment in de toekomst zo veel mogelijk via videoconferentie te organiseren. De huisartsen blijven welkom in het ziekenhuis, alleen biedt videoconferentie een oplossing om nu ook de huisartsen die anders noodgedwongen afwezig bleven, bij het overleg te betrekken. Ook het RIZIV is overtuigd van het potentieel van de toepassing en kende het project financiële steun toe. “We bekijken hoe videoconferentie de participatiegraad van de huisarts bij het multidisciplinair overleg kan verhogen”, aldus dr. Jean-Paul Dercq, directeur Research, Development & Quality bij het RIZIV. “Videoconferentie biedt daarbij een vorm van communicatie die gelijkwaardig is aan fysieke deelname. Tegelijk onderzoeken we of de oplossing ook naar andere ziekenhuizen, instellingen en domeinen kopieerbaar is.”
Dries Van Damme
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier