Ict’ers hebben geen spijt. Mochten ze alles kunnen overdoen, dan kozen ze opnieuw voor een carrière in ict. Bovendien zijn ze positief ingesteld. Ze geloven erin dat de ict-markt het straks weer beter zal doen. Het zijn maar twee van de vaststellingen uit de jaarlijkse salarisenquête van Data News. Naar goede gewoonte legden we de resultaten van de bevraging voor aan een panel ervaringsdeskundigen.

Net als vorig jaar vulden ongeveer duizend ict’ers onze online vragenlijst in. En net als vorig jaar valt daarbij de gemiddelde leeftijd van de respondenten op. Bijna de helft van de ict’ers die de vragen beantwoordden, is 45 of ouder. “Wellicht speelt hier gewoon een economisch fenomeen”, zegt Kris Poté van Capgemini. “De ict-sector heeft een zekere maturiteit bereikt, is niet meer de jonge industrie van weleer. Dus schuift ook de gemiddelde leeftijd van de medewerker op, net zoals we dat in andere industrieën hebben gezien.” Mogelijk hebben jongere ict’ers minder tijd of zin om aan een enquête mee te werken. Maar zijn er wel voldoende van die jongere ict’ers ? Hoe is het gesteld met de instroom van nieuw talent ? “Jonge ict’ers aantrekken lukt over het algemeen wel”, zegt An Brosens van Tobania. “Alleen ligt het niet voor de hand om die jonge professionals meteen in te zetten. De klant vraagt immers almaar nadrukkelijker om ict’ers of consultants met ervaring.”

“Wij spelen daar op in door studenten tijdens hun studie bij ons stage te laten lopen”, zegt Kathleen Van Riel van Accenture. “Dat zorgt niet alleen voor een eerste concrete ervaring, het maakt het ons iets makkelijker om ze daarna ook als sollicitant aan te trekken.” Aan vacatures is in de branche alvast geen gebrek. Zo zoekt Dimension Data in ons land 110 nieuwe medewerkers. “We zouden daarbij ook meer vrouwen willen rekruteren”, zegt Dirk Peeters van Dimension Data. “Daar zetten we nu extra op in.” Vrouwelijke ict’ers zijn gegeerd, zo blijkt. “Dat klopt”, bevestigt An Brosens. “Ik zie dat vrouwelijke juniors in de praktijk sneller inzetbaar zijn bij klanten.” Diversiteit is over het algemeen trouwens van strategisch belang. Kris Poté : “De wisselwerking tussen medewerkers uit verschillende culturen en van verschillende geslachten zorgt voor meer innovatie en zo – op het einde van de rit – voor meer winst voor de aandeelhouder.” Capgemini ziet diversiteit als een duidelijke driver voor innovatie. Het bedrijf positioneert zich daarbij nadrukkelijk als een vrouwvriendelijke onderneming. “Daarmee trek je trouwens niet alleen vrouwen aan, maar ook mannen”, lacht Poté.

ONBEKEND IS ONBEMIND

Het blijft een lastige kwestie : waarom vinden zo weinig vrouwen de weg naar ict ? Wie slaagt erin meer vrouwen te overtuigen te kiezen voor studies en een carrière in ict ? “Misschien heeft het met het studieaanbod te maken”, zegt Margot Vonckx van Telenet. “De keuzemogelijkheden zijn enorm. Dat maakt het er niet makkelijker op.” En toch lijkt het niet onmogelijk om op termijn meer vrouwen naar ict te krijgen. “Vroeger was er een duidelijke scheiding”, zegt Dirk Peeters. “Je had typische mannen- en typische vrouwenberoepen. In de verpleging – vroeger een typisch vrouwenberoep – zien we vandaag ook veel mannen. Daar is de omslag er gekomen, maar in ict blijkbaar nog niet.” Misschien laten vrouwen zich nog te veel afschrikken door het technologische aspect van ict. “Dat is nochtans niet nodig”, vindt Wim De Clercq van SD Worx. “We zijn niet louter op zoek naar nerds. In ict vormt de technologie toch vaak maar een deel van het werk.”

“De inhoud van een job in ict is nog vaak onbekend”, vult Margot Vonckx aan. “Jongeren hebben totaal geen idee van wat zo’n job allemaal kan inhouden. We proberen dat op te vangen door scholen uit te nodigen en rond te leiden in het bedrijf.” Het is een vreemde vaststelling. Een generatie die in een wereld vol technologie is opgegroeid, heeft nauwelijks inzicht in wat er zich achter de schermen van die technologie afspeelt. “Daarom zijn initiatieven als CoderDojo zo belangrijk”, vindt Kathleen Van Riel. Tijdens die workshops leren kinderen – van zes tot achttien jaar – hoe websites, games en apps werken. Meer nog : ze leren er meteen hoe je zelf iets kunt programmeren. Kathleen Van Riel : “Dat is leuk om aan mee te doen met het hele gezin. De kinderen kunnen zich zo een heel concreet beeld vormen van hoe het is om met ict bezig te zijn. En uiteraard steken ze er zelf ook iets van op.”

OUTSOURCING BIEDT JOBOPPORTUNITEIT

Uit de enquête blijkt dat ict zich meer dan ooit in de context van outsourcing afspeelt. Gemiddeld gesproken – over alle sectoren heen – heeft 70 % van de bedrijven ervaring met ict-outsourcing. “Dat is een logische evolutie”, zegt Wim De Clercq. “Toen ik zeventien jaar geleden bij SD Worx in dienst kwam, hadden we alles van ict in eigen beheer. Dat is intussen al lang niet meer het geval. Wat we zelf niet als kern beschouwen, besteden we uit.” Vaak gaat het in de eerste plaats om de ict-infrastructuur. Bedrijven begrijpen dat het beheer van een datacenter niet tot hun kernactiviteiten behoort en werken daarom samen met een externe dienstverlener. “De medewerkers begrijpen die evolutie”, zegt Margot Vonckx. “Ze weten welke ict-activiteiten tot de corebusiness behoren en welke niet.”

Zelfs wanneer een onderneming een complete afdeling aan een externe dienstverlener overdraagt, hoeft dat geen negatief verhaal te zijn. “De ict’ers die in het kader van outsourcing worden overgenomen door een partner, vinden dat op termijn meestal een goede zaak”, stelt Dirk Peeters. “Ze zitten niet langer vast in een keurslijf, maar komen in een bredere omgeving terecht, waarbij ze in tal van richtingen kunnen doorgroeien. In de eigen onderneming is daar vaak veel minder ruimte voor.” Dat inzicht is er echter niet altijd meteen. Een goede omkadering is onontbeerlijk. “Eerst zorgt outsourcing van medewerkers voor angst en verdriet, net omdat de vertrouwde omgeving wegvalt”, zegt An Brosens. “Maar daarna volgt de blijdschap om de nieuwe mogelijkheden die zich aandienen.” Tegelijk weten ict’ers vandaag ook dat de tijden veranderd zijn en dat een carrière tegenwoordig uit meer dan één job of één werkgever bestaat. “In België zien we intussen al een tijd geen hele grote outsourcingprojecten meer”, zegt Kris Poté. “Er zijn wel veel meer kleine projecten. In plaats van nieuwe medewerkers aan te werven rond een specifieke behoefte, kijken bedrijven dan sneller naar een oplossing via een externe partner.”

HONKVAST

Net als vorig jaar peilde de enquête naar de bereidheid van de ict’er om van job te veranderen. Daarbij valt op dat er – net als in 2014 – niet al te veel animo bestaat rond jobmobiliteit. Vorig jaar liet 18 % weten geen interesse te hebben om van job te veranderen. Dit jaar ligt dat cijfer opvallend hoger. Bijna 30 % van de ict’ers is vandaag niet bereid naar een andere job over te stappen. Een kwart van de respondenten geeft aan mogelijk wel te willen veranderen. “Dat cijfer hoeft niet te verbazen”, vindt An Brosens. “Doorgaans moeten ict’ers niet zelf naar een nieuwe job zoeken, maar zijn het de bedrijven die bij hen komen aankloppen. Bovendien zijn de arbeidsvoorwaarden voor ict’ers meestal heel goed.” Dat zou kunnen verklaren waarom ict’ers zo weinig actief op zoek gaan naar een andere job. Wellicht moeten we in dat verband ook verwijzen naar de leeftijd van de respondenten van de enquête. Aangezien de helft 45 jaar of ouder is, schijnt die honkvastheid ons al meteen een stuk minder vreemd toe. “Het verloop is het grootst in de laagste leeftijdscategorie”, zegt Kris Poté. “Dat is ook logisch. Jonge ict’ers komen naar een bedrijf als het onze om zich te oriënteren, om ervaring op te doen in diverse domeinen. Bij de oudere populatie is het bewustzijn over de arbeidsomstandigheden – het loon, de vrijheid en de verantwoordelijkheid – veel groter.”

“Toch ben ik verbaasd dat er niet meer ict’ers bereid zouden zijn van job te veranderen”, zegt Dirk Peeters. “Vandaag zit er bij de bedrijven weinig beweging in de verloning. Dus zou je denken dat een hoger loon bij een andere werkgever een incentive zou kunnen zijn.” Uiteraard spelen ook andere elementen een rol, zoals de bedrijfswagen, groepsverzekering en andere voordelen, naast opleiding en doorgroeimogelijkheden. “Bij de bereidheid om van job te veranderen, speelt wellicht ook de leeftijd een bepalende rol”, zegt Wim De Clercq. Zo weegt het financiële aspect zwaarder door bij jonge gezinnen die aan het bouwen zijn, bijvoorbeeld. “Er is niet altijd veel ruimte voor opslag”, vervolgt Wim De Clercq. “Dat proberen we op te vangen door meer kwaliteit te bieden. Ons flex income-plan is daarbij een groot succes. De medewerker kan dan zelf kiezen : een kleinere auto, meer vakantie, enzovoort. Van de jongere generaties medewerkers heeft zowat 80 % op dat flex income-plan ingetekend.” Ook bij Accenture staat zo’n plan intussen op de agenda. “We hebben eerst het luik mobiliteit aangepakt”, zegt Kathleen Van Riel. “De medewerkers kunnen daarbij onder andere kiezen tussen combinaties van wagen en openbaar vervoer. We bieden ook formules aan met elektrische wagens.”

MINDER TRADITIONELE OPLEIDING

De jonge informaticus – met één tot drie jaar ervaring – geeft in bijna 80 % van de gevallen aan ‘de razendsnelle evolutie binnen ict makkelijk te kunnen bijbenen’. Nemen we alle respondenten in overweging, dan blijkt plots de helft dat maar ‘met moeite’ te kunnen. Meer nog, 5 % van de ict’ers stelt onomwonden dat bijbenen niet langer lukt. We halen de cijfers aan omdat ze nauw samenhangen met de manier waarop de sector met opleiding omgaat. Vorig jaar kreeg een kwart van de respondenten uit de enquête (26 %) in 2013 niet één dag opleiding, terwijl 14 % van de respondenten ervan uitging dat er ook in 2014 geen opleiding op het programma zou staan. Die vrees was meer dan gegrond. De nieuwe cijfers bevestigen de vaststelling van vorig jaar. Ook in 2014 moest 24 % van de ict’ers het zonder opleiding stellen. Bijna 42 % van de respondenten kon zijn kennis gedurende één tot vijf dagen bijspijkeren. Wellicht zou een beter economisch klimaat de deur naar meer opleidingsbudget open kunnen zetten, klinkt het. Mogelijk scheelt er ook iets aan de perceptie van wat opleiding precies is. “De traditionele, klassikale opleiding neemt misschien wel af”, zegt Dirk Peeters, “maar dat betekent niet dat onze medewerkers daardoor minder opleiding krijgen. Medewerkers in technische functies mogen 10 tot 20 % van hun tijd aan opleiding besteden.”

Opleiding en training vinden almaar vaker online plaats. Dat laat doorgaans toe op een veel efficiëntere manier in te spelen op de concrete behoefte van de ict’er. Via e-learning kan iemand heel gericht training volgen rond een specifiek onderwerp, op de locatie en het tijdstip dat de medewerker verkiest. Misschien maakt die aanpak het voor de respondent een stuk moeilijker om in te schatten hoeveel training hij het voorbije jaar kon volgen ? “Wij gaan in onze forecast uit van acht dagen opleiding per jaar”, zegt Kris Poté. “Maar wellicht moeten we opleiding op een andere manier gaan uitdrukken – en dus niet meer in aantal dagen.” Wanneer de medewerkers vooral online training volgen, in kleine trajecten en verspreid tussen allerhande andere activiteiten, dan kunnen we ons voorstellen dat de perceptie van het gewicht van de opleiding niet altijd met de realiteit overeenstemt. “We organiseren ieder jaar een interne tevredenheidsenquête bij onze medewerkers”, legt Dirk Peeters uit. “Daarin stellen onze medewerkers dat ze meer opleiding willen. Maar uit de analyse van het dossier dat we indienden om het certificaat van Top Employer te behalen, bleek dan weer dat we net meer opleiding aanbieden dan de bedrijven uit de top vijf. Dat inzicht heeft ons ertoe gebracht de perceptie rond opleiding in ons bedrijf bij te sturen.”

ICT’ER IS TEVREDEN

Als besluit van de enquête meldt 85 % van de respondenten ‘tevreden’ tot ‘heel tevreden’ te zijn met zijn job als ict’er. Zou ook dat een reden zijn voor het feit dat er onder ict’ers relatief weinig bereidheid is om van job te veranderen ? En maakt dat het voor de werkgevers dan extra moeilijk om zich in de rekruteringsmarkt te differentiëren ? De bedrijven leggen in dat verband graag de nadruk op de flexibiliteit die ze bieden. Toch is het vooral de inhoud van de job die uiteindelijk het verschil blijft maken. “Ict’ers beschouwen hun werkomgeving heel vaak als een speeltuin”, besluit Margot Vonckx. “Het is een domein waarin ze zich kunnen amuseren met nieuwe technologie en waar ze meewerken aan toepassingen die voor iedereen tastbaar zijn.” Wellicht blijft dat voor de ict’er nog de belangrijkste drijfveer van allemaal.

Dries Van Damme

“We zijn niet louter op zoek naar nerds. In ict vormt de technologie toch vaak maar een deel van het werk.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content