In een poging de clichés rond it-jobs bij ngo’s te ontkrachten, bevestigden we er eigenlijk heel wat. Bottom line: leuke job, beperkte financiële middelen.
We hangen net aan de lijn met Georges Coomans, it-verantwoordelijke bij Amnesty International Vlaanderen, wanneer bij hem een collega binnenvalt met een ict-probleem. “Wat? Je kan niet op de F-schijf?”, horen we hem vragen. “En op de G ook niet? ( tot ons) Euh, kan ik u binnen een kwartiertje terugbellen?” Een kwartier later is er inderdaad geen vuiltje meer aan de lucht. “Kabeltje uitgetrokken, u weet hoe dat gaat…” Een tafereel dat niet alleen voor Coomans, maar ook voor Stefaan Van Bossuyt van Plan België en John Verbiest van vzw Den Achtkanter herkenbaar zal lijken. Het illustreert treffend de dienende rol van de it’er, de informele manier van werken en de ‘roeien-met-de-riemen-die-we-hebben-mentaliteit’ bij ngo’s.
Zowel Van Bossuyt, Coomans als Verbiest legden vóór hun komst bij hun huidige werkgever een opmerkelijk traject af. John Verbiest is de jongste van de drie: hij is nog maar drie jaar aan het werk. “Ik heb informatica gestudeerd, maar was er enkel geslaagd voor de informaticavakken, niet voor de algemene vakken.” Toen de vorige systeembeheerder van de Kortrijkse vzw Den Achtkanter plots overleed, belandde de organisatie via via bij Verbiest. Den Achtkanter ondersteunt mensen met een mentale handicap. “Het leek me een leuke job”, klinkt de eenvoudige motivatie.
Georges Coomans daarentegen is al 16 jaar bij Amnesty International Vlaanderen aan de slag. Bij de vraag wat hij voordien deed, houdt hij het vaag: “Vooral interims, onder meer in de haven.” Hij belandde bij Amnesty als vrijwilliger, via een vriend die er stage had gedaan. Omdat hij geen it-diploma had, volgde hij bij de VDAB de opleiding van Microsoft Certified System Engineer (MCSE). Na enige tijd werd hij halftijds in dienst genomen. Vandaag is hij er verantwoordelijk voor de it-ondersteuning.
Stefaan Van Bossuyt van Plan België ten slotte heeft als enige een stevig traject in de privésector achter de rug. Alleen: ‘gelukkig’ kan je het niet noemen. Hij begon bij Renault Vilvoorde als kwaliteitscontroleur. Via avondschoollessen specialiseerde hij zich in informatica. Renault Vilvoorde sloot de deuren en Van Bossuyt kon aan de slag bij… Sabena. “Hoewel de it een apart filiaal was, viel na de sluiting van Sabena 85 procent van onze inkomsten weg. Dan heb ik de eer maar aan mezelf gehouden.” Waarop hij bij de it van de verhuisfirma Arthur Pierre belandde. “En geloof het of niet, ook daar gingen in 2007 de boeken dicht.” Toen bij Plan België de it-verantwoordelijke vertrok, kon hij daar aan de slag.
Werkdruk
Alle drie noemen ze het een aangename job. “Ik heb specifiek voor de sector gekozen”, zegt Van Bossuyt. “In de luchtvaartsector vond ik de sfeer open en sociaal – bazen moesten er niet met ‘meneer’ worden aangesproken – en dat vond ik ook bij Plan terug. Ook ben ik hier de enige it’er, waardoor je uiteindelijk wel heel wat verantwoordelijkheid en beslissingsvrijheid hebt.” Eenzelfde geluid bij Coo-mans: “We werken hier veel met vrijwilligers en dat is heel plezant. Het is een job die echt voldoening kan geven. Bovendien ontmoet je hier bij Amnesty soms ook de mensen die we proberen te helpen. Dat grijpt je naar de keel.” En ja, het is een cliché, maar onze drie gesprekpartners noemen als enige grote nadeel… het loon. “Voor mij was het mijn eerste job”, zegt Verbiest. “Ik was bereid alles aan te nemen.” Bossuyt stelt: “Het betaalt misschien minder, maar de sfeer is beter.” En Coomans voegt daaraan toe: “En ook het werktempo en zeker de werkdruk ligt een pak lager dan in de privé.”
De specifieke kwaliteiten die de ngo-sector vraagt van een it’er, zijn vooral ‘zachte’, sociale vaardigheden. “Het probleem is: ik ben die enige hier die weet hoe de ict werkt”, vertelt Verbiest. “Dat vereist wel wat geduld. Daarnaast is het ook niet altijd makkelijk om om te gaan met onze cliënten, mensen met een mentale handicap.” Bij Amnesty vergt het werken met vrijwilligers heel wat inspanningen. “Je moet hen vaak de leukere taken aanbieden, terecht natuurlijk”, weet Coomans. “Maar je moet ook voor hen beschikbaar zijn, want vaak zijn het geen echte it’ers.”
Socialware
Ook belangrijk: slim maar correct omspringen met geld. “We worden gesponsord, dus we mogen niet te zot doen met dat geld”, legt Van Bossuyt uit. “We gaan dan ook actief op zoek naar de beste prijzen, nog veel meer dan in de privésector.” Verbiest bevestigt dat: “Ik heb geleerd heel creatief om te springen met geld.” Een voordeel is dat veel it-bedrijven dat weten en er dus rekening mee houden. “Wij werken samen met Orbid”, zegt Van Bossuyt. “We kopen bij hen onder meer onze hardware. Daarop hebben zij slechts een minieme winstmarge.” Daarnaast loven onze drie gesprekspartners het initiatief Socialware. Dat biedt ngo’s de kans om normaal gezien dure licenties en apparatuur toch spotgoedkoop aan te kopen van onder meer Microsoft, Cisco en Symantec. Pure giften van bedrijven zijn moeilijker, zegt Coomans. “Het moet echt bijzonder koosjer zijn voor we dat aannemen. Dat wordt rigoureus doorgelicht.”
Uiteindelijk weten ze alle drie een degelijke ict-infrastructuur draaiende te houden. “Het is erop vooruit gegaan”, zegt Coomans. “Toen ik begon, werkten wij hier met ‘witte producten’ waarvoor nauwelijks drivers beschikbaar waren. We zijn bij het hoofdkantoor van Amnesty in Londen gaan pleiten om toch budgetten vrij te maken voor beter materiaal.” Ook Van Bossuyt klinkt tevreden: “Initieel dacht ik dat de kwaliteit wel minder zou zijn. Maar als je ziet hoe wij gestructureerd zijn: dat is bijna vergelijkbaar met de privésector. Wij hebben bijvoorbeeld een draadloos netwerk om u tegen te zeggen.”
Eindpunt
De ict-evolutie valt ook bij ngo’s niet stil: er blijven projecten op stapel staan. Bij Plan België werken ze momenteel aan een onderdeel op de website waar sponsors alle nodige informatie (fiscale attesten en dies meer) kunnen opzoeken. Ook is er het idee om een soort sociaal netwerk op te starten voor planouders. “Dat laatste is een idee dat in België is gerijpt, maar nu op internationale interesse kan rekenen”, vertelt Van Bossuyt. Bij Amnesty is er een belangrijke upgrade van Lotus Notes op komst en kijken ze geïnteresseerd naar virtualisatie. “Al ben ik niet meer zeker sinds ze in Nederland daardoor zware pannes gekend hebben”, aldus Coomans. Verbiest is bij Den Achtkanter bezig een nieuwe server te installeren en een thin client-infrastructuur op poten te zetten. “Ik weet nu uit ervaring dat dat de goedkoopste oplossing is, ook qua beheer.” Voorts werken studenten van de Katholieke Hogeschool Kortrijk er in 2 projecten aan het opschonen van het intranet en het documentatiesysteem..
Als een eindpunt zien de drie hun job echter niet. “De job van mijn leven zou ik het niet noemen”, zegt Coomans. “Ik zou graag gaan lesgeven, maar dan niet in België… Mijn vriendin woont in Turkije. Ik ben ooit van plan om naar ginder te gaan.” Verbiest geeft aan dat hij later toch graag in de privé zou gaan werken. “Maar ik wil dat pas als ik hier kan weggaan met de zekerheid dat het hier in orde is, dat ze hier zeker een half jaar of langer zonder problemen kunnen werken. Wanneer dat het geval zal zijn, kan ik nog niet zeggen…” #
Stefan Grommen
” We werken hier veel met vrijwilligers en dat is heel plezant. Het is een job die echt voldoening kan geven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier