De it van Sonaca evolueert geleidelijk van een kosten- naar winstpost. Dat is het resultaat van innoverende projecten die altijd stoelen op uitgebreide praktijktesten van de nieuwe technologie.
Bernard Bury: Eind 1996 ben ik van Cockerill Mechanical Industries (CMI) overgestapt naar Sonaca waar ik cio werd. Het bedrijf had toen een zware crisis achter de rug maar kende begin 1997 een forse opleving dankzij contracten met onder meer de Braziliaanse vliegtuigbouwer Embraer en Airbus. Toen werd beslist de organisatie grondig te herstructureren, zowel industrieel als logistiek. Ook it ontsnapte daar niet aan. Op basis van een studie uitgevoerd door KPMG heeft Sonaca de grote lijnen van zijn it-infrastructuur vastgelegd. Zo werden de mainframes opgegeven ten voordele van Unix-servers en werd SAP gekozen als erp-systeem.
Bernard Bury: Bij CMI had ik gekozen voor Baan, maar bij Sonaca heb ik de voorkeur gegeven aan SAP dat ook door KPMG was aanbevolen. Het is zo dat de meeste van onze commerciële partners met SAP werken, wat de bevoorradingsketen vergemakkelijkt. Trouwens, die keuze zou zich vandaag als vanzelf opdringen. Sindsdien hebben we de voornaamste ontwikkelingen van SAP gevolgd en momenteel werken we met versie ECC6. Bovendien gebruikt ons filiaal in Brazilië bijvoorbeeld de SAP van Gosselies voor zijn productiebeheer. De vestigingen in Canada en de Verenigde Staten beschikken nog over hun eigen erp, maar op termijn is een centralisatie in België niet uitgesloten. Als het zover komt, zullen we zeker bepaalde serviceniveaus moeten garanderen en ons dienstenaanbod dus gedeeltelijk herzien, bijvoorbeeld door rekening te houden met de verschillende tijdzones. De implementatie gebeurde in partnership met lokale integratoren zoals Trasys of BvD. Verder hebben we afspraken met providers als BT Infonet die een goed serviceniveau bieden voor het internationale netwerk.
Bernard Bury: Wij werken nu met een geschakeld en volledig redundant glasvezelnetwerk van Alcatel. Het omvat 3.500 ip-punten die niet alleen printers of kopieertoestellen verbinden maar ook digitaal gestuurde machines. De redundantie is belangrijk om een hoge beschikbaarheid te garanderen. Wij beschikken over twee datacenters op zo’n twee kilometer van elkaar die allebei actief zijn. Als er een probleem opduikt, krijgen we een licht prestatieverlies maar op een niveau dat aanvaardbaar is voor de gebruikers.
Bernard Bury: Wij hebben nu meer dan honderd servers voor het beheer en een veertigtal voor de beveiliging. Onze zware servers draaien onder Aix en worden gebruikt voor SAP, de Oracle-databases, de Catia-ontwerpsoftware, het VPM-gegevensmodel en het datawarehouse met de BI-toepassing. We doen al twee jaar aan virtualisatie in de vorm van gedeelde processors en gebruiken ook VMware. Onder die it-infrastructuur vallen ook om en bij de 1.100 werkstations, waarvan 300 voor de ingenieurs van ons adviesbureau.
Bernard Bury: Laat ik één ding duidelijk maken: Sonaca heeft niet de ambitie om technologisch een voortrekkersrol te spelen. Wij willen oplossingen in gebruik nemen die hun sporen al verdiend hebben. En wij passen meestal een proof of technology (POT) toe gevolgd door een proof of concept (POC) om onze keuzes op hun degelijkheid te toetsen. Vandaag zijn we bijvoorbeeld geïnteresseerd in desktopvirtualisering waardoor de ingenieurs van ons adviesbureau op een andere manier zullen kunnen samenwerken aan projecten, ook in het buitenland. Zo hebben we RGS getest van HP, gekoppeld aan Citrix, voor de datacompressie, waardoor we in real time zullen kunnen ontwerpen. Ik mag zeggen dat we op dit vlak de grenzen voor een stuk verleggen.
Daarnaast hebben we onlangs een voice-over-ip project gelanceerd. Dat verlaagt de connectiekosten met Brazilië en op termijn denken we ook aan ip-videoconferencing. We werken nu nog met een Ericsson MD1110 centrale die een beschikbaarheid van 99,99 procent biedt maar beperkt is in capaciteit. Mobiliteit is nog zo’n uitdaging. We hebben in Gosselies al een wifi-netwerk met 60 toegangspunten en 3 switches geïnstalleerd. Hiermee kunnen we gegevens uitwisselen over de status van interne zendingen en over de primaire onderdelen die uit voorraad gaan en geïdentificeerd worden met een streepjescode in twee dimensies.
Bernard Bury: Zeker, we hebben onlangs een proof of technology uitgevoerd met rfid-tags. In de fabriek van Gosselies alleen al worden elke maand meer dan verschillende 60.000 onderdelen verwerkt. Een aantal problemen moeten nog worden opgelost, zoals het feit dat onze onderdelen door ovens bij hoge temperatuur of door zuurbaden gaan. En er is ook de kwestie van de frequentie waarmee deze tags gelezen worden en de kostprijs ervan. Maar op termijn zal rfid niet alleen kunnen dienen voor de follow-up van de onderdelen in het atelier en voor de berekening van de goederen die in productie zijn, maar ook om een structuur te volgen en te traceren van begin tot einde. Het zal immers mogelijk worden om over elk onderdeel dat een deelgeheel vormt alle informatie te krijgen als we deze verschillende tags met een centrale chip laten communiceren.
Bernard Bury: We hebben onlangs een groot PLM- of ‘product lifecycle management’-project gelanceerd. Een marktonderzoek heeft ons geleerd dat de bestaande softwareoplossingen vooral gericht waren op het technische beheer van de producten en geen volledige transversale oplossing boden. We hebben daarop beslist dit project op te starten in het kader van het Waalse Marshallplan, in samenwerking met de universiteiten van Luik en Louvain-la-Neuve, en een generieke tool te ontwikkelen die past in een soa-architectuur en met de suite Jonas-Bonita-Orchestra. Die tool zal ook moeten praten met de systemen voor CAD, PDM (product data management), erp en ECM (documentbeheer). Het prototype dat zal worden ontwikkeld in de Sonaca-context, zal een beroep doen op Catia (CAD), VPM (PDM), SAP en een nog te bepalen tool voor documentbeheer. De insteek van het PLM-platform is niet louter technisch maar ook beheersmatig, en dat opent op termijn perspectieven om het beheer in real time te volgen. Het project loopt over twee jaar en wordt gedeeltelijk gefinancierd door het Marshallplan.
Bernard Bury: Op soa-niveau hebben we geopteerd voor een opensource middlewaresuite. De ondersteuning en het onderhoud van dit opensource-geheel zijn in handen van Bull. Het toekomstige PLM-product zal dus ook open source zijn. Ook onze tool voor documentbeheer Documentum zouden we kunnen vervangen door een opensource-oplossing. En waarom geen opensource-product overwegen voor het lezen van MS Projects-bestanden in plaats van een volledige licentie te betalen? In feite kijk ik meer en meer naar open source, niet omdat ik iets heb tegen bedrijfseigen producten, maar omdat je er zeer goede producten vindt die ondersteund worden door een gemeenschap van gedreven gebruikers. De opensource-producten zullen de bedrijfseigen producten misschien zelfs vooruit helpen. Daarnaast is het ook zo dat het kostenaspect ons ertoe aanzet om alternatieven te zoeken voor de traditionele leveranciers. Maar we kunnen de kosten nog op andere manieren verlagen, door de gebruikers bewust te maken van de gebruikte licenties bijvoorbeeld of door de implementatie van een tool voor licentiebeheer.
Bernard Bury: Onze it-budgetten zijn tussen 2004 en 2008 met 25 à 30 procent gedaald in het kader van het plan Défi 2007. Maar het serviceniveau blijft correct. In dezelfde periode is de omzet van Sonaca sterk gestegen hoewel de onderneming vooral in dollars factureert. Vandaag bedraagt het it-budget tussen 2,5 en 2,7 procent van de omzet. Het sectorgemiddelde is 3 procent. Om de kosten transparant te maken passen we bovendien het ITIL-model toe.
Bernard Bury: Twee jaar geleden hebben we dat overwogen. Er is naar vijf leveranciers zelfs een bestek gestuurd. Maar geen enkele offerte hield een verlaging in van onze ict-kosten. En voor de ontwikkelingen die wij doen is offshoring niet rendabel. Dat neemt niet weg dat we alert moeten blijven en de kwestie opnieuw moeten bekijken mocht dat nodig zijn.
Het it-team telt 35 personen, van wie er 26 intern werken en de rest volgens een insourcing-formule. Die staan in voor de helpdesk, het netwerk- en het projectbeheer.
Bernard Bury: Ik zetel in het directiecomité van Sonaca. In de onderneming wordt de it niet alleen gezien als een ondersteunende functie maar ook als een toegevoegde waarde voor de business. Het departement evolueert overigens geleidelijk van een kosten- naar een winstcentrum, al is die winst momenteel nog zo goed als nihil.
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier