Patrick Van Vlierberghe is voorstander van een vooral industriële informatica. Samen met zijn collega’s Filip Baes en Kris Van Beule hebben ze een infrastructuur ingevoerd die steunt op ERP Caché van InterSystems, dat geassocieerd wordt met de programmeertaal Mumps. Pc’s zijn er volop, maar de interface blijft text-based.
Toen u in ’98 bij CRC aan de slag ging, stond de informatica er nog in zijn kinderschoenen. Wat waren de eerste stappen die u gezet hebt?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: Vóór mijn komst naar CRC had ik al veel geprogrammeerd in Mumps [een programmeertaal voor databaseapplicaties met meerdere gebruikers, nvdr] voor de ontwikkeling van een erp in een ziekenhuisomgeving en voor enkele kmo’s. Toen ik in ’98 overstapte naar CRC, hebben we een erp ingevoerd die volledig aangepast was aan de specifieke behoeften, in die tijd op Digital Vax servers met VT320 terminals. Op dat ogenblik waren er amper 2 pc’s. Vervolgens hebben we een e-mailsysteem geïnstalleerd met een domeinnaam. In 2000 zijn we dan overgestapt naar pc’s, wat relatief laat was.
Met de steun van de directie, die de resultaten zag, hebben we ook de database Caché van InterSystems ingevoerd [de gegevensstructuur van Caché is vergelijkbaar met die van Mumps, nvdr]. Ook als ik geen aandeel had in Intersystems [die trouwens niet op de beurs genoteerd is, nvdr], zou ik moeten toegeven dat de stabiliteit en betrouwbaarheid van het product indrukwekkend zijn. Ik heb trouwens nooit enige data verloren of een echte crash van onze erp meegemaakt.
In de loop der tijd zijn we met het product geëvolueerd naar een browser-based oplossing dankzij CSP. Zo konden we een extranet en een internetsite uitbouwen, die weliswaar nog altijd voor verbetering vatbaar zijn, zonder een ander product te moeten gebruiken.
Belangrijke opmerking hierbij is dat Caché geen enkel probleem heeft met grote databases, want we tellen ongeveer 8.000 actieve klanten en hebben zowat 4.000 producten die actief verkocht worden en heel wat verschillende gegevenstypes bevatten voor de aankopen, voorraden, logistiek, verkoop, enz.
Mettertijd hebben we rond de database ook een oplossing voor documentair beheer ontwikkeld, waarmee we niet alleen productfiches, maar ook facturen, marketingbrochures en zelfs de etiketten van de producten (die we vervolgens afdrukken met behulp van een speciale printer) kunnen maken in html of pdf. Er werd ook een systeem uitgewerkt om automatisch documenten te creëren dat gebruik maakt van ruwe gegevens om de verschillende documenten aan te maken. Voor elke aankoop van een product moet er immers een datasheet verstuurd worden naar de klant, vroeger gebeurde dit op papier, maar nu via e-mail.
Het extranet voor onze vertegenwoordigers en de website die toegankelijk is voor onze distributeurs, zijn ook rechtstreeks verbonden met de database. Er werd bovendien een vertaalsysteem ingevoerd om onze verschillende documenten te vertalen in 32 talen.
Ook belangrijk is dat alle productiegegevens rechtstreeks in het erp-systeem worden ingevoerd vanuit de productieketens en dat de evolutie van de productie op gelijk welke desktop in real time gevolgd kan worden. Het spreekt voor zich dat alle producten zijn voorzien van een barcode die verbonden is met draadloze lezers, zodat gegevens over de voorraadbewegingen en het plaatsbeheer automatisch ingevoerd kunnen worden.
In onze activiteitensector is traceerbaarheid immers belangrijk en zelfs wettelijk verplicht, gezien het type producten dat we maken.
Erp blijft nog in grote mate text-based?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: Inderdaad, erp blijft vooral text-based met een terminalemulatie. Dit kan misschien wat oubollig lijken, maar de mensen die er gebruik van maken, willen niet veranderen omdat ze het zo gewoon zijn. Temeer omdat de prestaties ervan niet verhoogd kunnen worden. In feite bewaren we een text-based kern en voegen we er web-based en grafische satellieten aan toe. De data input gebeurt nog altijd voor 80% text-based, terwijl de retrieval eerder grafisch is. Maar het schrijven gebeurt 1 keer op 10, tegenover 9 lezingen op 10.
Hoe ziet de evolutie van Caché van InterSystems eruit?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: Sinds kort zijn we bètatesters van DeepSeeII (versie 2), de decisiesoftware in real time die steunt op database Caché. Maar de term ‘business intelligence’ moet toch omzichtig gebruikt worden. DeepSee maakt een snellere en beknoptere reporting mogelijk, die kan worden geëxporteerd naar Excel, temeer omdat het product zeer grote bestanden met draaitabellen ondersteunt.
En Ensemble, ook van InterSystems?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: In feite hebben we geen integratieplatform nodig zoals Ensemble, omdat met Caché al verschillende motors gecombineerd kunnen worden.
Hoe ziet de samenstelling van de infrastructuur eruit?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: Eerst moet u weten dat er 10 jaar geleden amper 2 pc’s waren in de onderneming. Vandaag bevat de infrastructuur ongeveer 250 werkstations in de 6 dochterondernemingen en in België. De Microsoft-servers zijn voor 80% gevirtualiseerd, terwijl andere servers (voor 100% gevirtualiseerd) de erp, de databases en applicaties en documenten doen draaien. We verwerken de technische fiches van onze producten hier immers in maar liefst 32 verschillende talen, dus het gaat om zo’n 40.000 documenten. De documenten bevatten momenteel gemiddeld 5 pagina’s, maar morgen zijn dat er 9 tot 12, gezien de nieuwe wetgevingen. Eind vorig jaar hebben we deze documenten volledig herwerkt, waarbij alle gegevens rechtstreeks afkomstig waren van de productiedatabases. U moet weten dat het niet alleen om technische documenten gaat over het gebruik van de producten, maar ook over veiligheidsfiches, gezien het soort producten die we maken. Uit deze database wordt ook de informatie gehaald die op de etiketten van onze producten worden gepubliceerd.
Is uw netwerk een kritiek onderdeel van de infrastructuur, gezien de geografische verspreiding van de dochterondernemingen?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: Aangezien alles gecentraliseerd is in Zele, hebben we een netwerk ingevoerd dat onze verschillende dochterondernemingen tegelijk verbindt via het internet en het mpls-netwerk van Easynet. Dit netwerk verbindt de verschillende dochterondernemingen waar de servers voor bestanden en printing staan, en de Exchange servers. Het moet gezegd dat we kozen voor een pragmatische aanpak, het belangrijkste is immers dat de productie en facturatie verzekerd worden.
Bovendien hebben we met het European Distribution Center (EDC), dit is een nieuwe entrepot op 500 meter van de fabrieken, een draadloze verbinding geïnstalleerd. Eerst aan 56 Mbit/s in semi-duplex, maar sinds januari is die omgevormd tot een laserverbinding van 1 Gbit/s in full duplex. Een verbinding die ook dient voor de interne telefonie, naast de klassieke Easynet verbinding. Voor EDC is er een infrastructuur waarmee een kopie van de hoofdsite gemaakt kan worden. Vroeger hadden we 8 uur nodig om terug op te starten, nu zal dit amper enkele uren in beslag in het kader van een disaster recovery plan.
Bovendien worden de back-ups lokaal gemaakt, met kopie in Zele en een derde kopie in EDC.
Het it-team is zeer beperkt, terwijl u alles toch intern doet.
PATRICK VAN VLIERBERGHE: Als it-manager hang ik af van de financiële directeur. We werken in een team van 3 medewerkers die zowel instaan voor erp als software, het netwerk en de applicatieondersteuning. Er is geen hiërarchie, zodat iedereen de anderen kan vervangen als er zich een probleem voordoet. Want de productie verloopt in 2 ploegen. Gelukkig moeten we maar heel zelden tussenkomen, de infrastructuur is dus zeer stabiel. Daarbij moet gezegd worden dat er geen informaticus aanwezig is in de lokale dochterondernemingen. Kortom, we doen echt absoluut alles intern, of het nu gaat om de installatie van de servers, het san-opslagnetwerk of communicatie en applicaties, enzovoort. Want ook al zijn we een vrij klein bedrijf, de infrastructuur is toch vrij complex.
En uw budgetten?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: Meestal wordt gezegd dat informatica in onze sector 2% van de omzet vertegenwoordigt. Bij ons is dat veel minder. Zo krijgen we bijna altijd wat we vragen. Dit was zo voor DeepSee, tot ieders verrassing.
Welke projecten zijn er dit jaar gepland?
PATRICK VAN VLIERBERGHE: We gaan verder met de centralisatie van it, zonder echter dat er een precieze agenda werd opgesteld. Bovendien gaan we onze website omvormen en ons systeem van warehouse objects verder ontwikkelen. Andere projecten zijn de invoering van reporting en de opvolging in real time op basis van DeepSee II.
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier