De ING Groep heeft besloten om haar core bankingapplicatie die geschreven is in Cobol te vervangen door een softwarepakket. De keuze viel op Finacle van Infosys. Er wordt een transformatieprogramma over meerdere jaren ingevoerd.
Voor de bankgroep ING is het begrip ‘softwarepakket’ zeker niet onbekend, ook al zijn ontwikkelingen op maat lange tijd de regel geweest in de bankwereld. Zo ontplooide de bankgroep een paar jaar geleden al PeopleSoft voor human resources of financiën, maar ook packages voor het beheer van financiële markten of private banking.
Maar de vervanging van haar core business, die wordt beheerd door een applicatie die gedurende meer dan 20 jaar werd ontwikkeld (tussen 1975 en 2000) in Cobol op Unisys mainframes, is allesbehalve een sinecure. Deze beslissing past in het transformatieprogramma dat loopt tot 2015, terwijl ING van plan is een bank te blijven die zowel direct als universeel is. In het kader van haar programma 2011-2015 kondigde de groep overigens een investeringsplan aan van 300 miljoen euro, een bedrag bovenop het jaarlijkse budget van ongeveer 70 miljoen euro aan ict in 2011 (zie ook Data News nr. 4 van 24/2/2012).
Standaardisering
Na een selectieprocedure van enkele maanden lieten ING Groep en haar Belgische dochteronderneming hun keuze dus vallen op het softwarepakket Finacle van Infosys “als een van de twee standaards van de groep voor haar core product engine”, aldus Jean-Pierre Nelissen, head of Domestic Products Services, ITS (die kan bogen op heel wat ervaring in it-omvormingsprojecten in Azië). De andere standaard is een softwarepakket dat ook voorkomt in de rechterbovenhoek van het magische kwadrant van Gartner inzake International Retail Core Banking en dat reeds in gebruik is, maar zonder verdere details te geven.
We merken op dat ING voorrang verleent aan een strategie van dual sourcing, aangezien de groep zeer wijd verspreid is in de wereld, zowel geografisch als wat haar activiteiten betreft, en dergelijke investeringen een engagement van vele jaren (zeker twintig) met zich meebrengen.
Vanwaar deze keuze voor een softwarepakket? “Eerst wil ik verduidelijken dat we geen enkel probleem hebben met onze Cobol-applicatie”, benadrukt Frank Stockx, cio van ING Belux. “Maar de backoffice-processen gaan zich steeds meer standaardiseren en globaliseren. Vroeger moest voor de minste aanpassing van een proces het systeem worden veranderd. Tot slot is het een oplossing die wereldwijd veel gebruikt wordt en zijn waarde al heeft bewezen.” ING is trouwens van plan om haar inspanningen voortaan toe te spitsen op flexibiliteit tegenover de klant en zich te beperken tot een rol als integrator wat de verwerkingsprocessen betreft.
“De packages hebben ook steeds meer succes en er zijn enkele opkomende verkopers [zo groeien Temenos en concurrent Misys naar elkaar toe, terwijl Callataÿ & Wouters onlangs werd overgenomen door Sopra, nvdr] met producten die rekening hebben gehouden met de fouten uit het verleden”, zei Jean-Pierre Nelissen nog.
Enkele andere criteria die de balans deden doorslaan in het voordeel van Infosys, waren volgens ING de veelheid aan functies van het product (in lijn met de behoeften), de degelijkheid van de vendor die trouwens over de hele wereld aanwezig is, en de modulaire technische architectuur, naast een uitstekend ecosysteem. “Dit is een partnerschap op lange termijn met een leverancier die een globale r&d-capaciteit kan bieden, met name in Groot-Brittannië en offshore, en die toekomstige verbeteringen van het product kan integreren”, benadrukt Jean-Pierre Nelissen. Bovendien kan het product ook buiten België gebruikt worden door de groep.
Planning
Het contract met Infosys werd begin maart ondertekend en de proof of concept zou naar verwachting gedurende 2012 plaatsvinden. Al sinds eind 2009 werkt er een team aan het project. Het semantische kader IFW (Information Framework) van IBM wordt gebruikt om de requirements te beschrijven, te zorgen voor data modellering, processen en diensten en om verbindingen te maken met bestaande producten. Sommige processen moeten echter worden herzien in het kader van een business-analyse.
Naast dit proefproject worden de grote stappen van de ontplooiing van het product bepaald, en tegen de zomer van 2012 ongeveer zou er een meerjarenprogramma vast moeten liggen. Het lijkt nu al vast te staan dat de implementatie zal beginnen met de liabilities (rekeningen, deposito’s, spaargeld, enz.) voordat de kredieten worden aangepakt. “Het is een zeer uitgebreid programma wat de scope betreft. De ervaring heeft ons geleerd dat we een dergelijk programma beter konden opsplitsen in meerdere kleine elementen. Ook moet worden voorzien in mogelijke uitwegen zonder al te grote schade, want je weet maar nooit”, vertrouwt Frank Stockx ons nog toe.
Jean-Pierre Nelissen voegt er nog aan toe dat dit de eerste implementatie van dit product is in België. Hij zei nog: “We hebben zeer strikte architecturale principes bepaald. Zo zal er geen sprake zijn van customization, tenzij wordt aangetoond dat het niet anders kan. We moeten de oplossing zeker lokaliseren in functie van de lokale regelgeving of specifieke vereisten. Ook moeten bepaalde interne praktijken of bedrijfsprocessen worden aangepast, maar die zullen tot het minimum beperkt blijven.”
Als we hem vragen naar de roi (return on investment) van een dergelijk project (waarvan het investeringsbedrag geheim blijft), is Frank Stockx van mening dat “elke investering natuurlijk gepaard gaat met een businesscase, maar dat de geglobaliseerde return moet worden onderzocht. Wat zou trouwens de return zijn van een alternatief? Het belangrijkste is uiteindelijk om de klant een gepaste service te bieden door eenvoudige en voorspelbare producten met zoveel mogelijk efficiëntie voor te stellen. Al onze keuzes worden gemaakt in een logica van efficiëntie, beschikbaarheid en gebruiksgemak.”
En zoals Frank Stockx terecht opmerkt, “de echte test komt er wanneer de stekker uit het oude systeem wordt getrokken.”
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier