Innovatie op rails
Waar ligt de toekomst van een van de oudste manieren om grote hoeveelheden mensen te vervoeren?
Stel, u stapt bij Antwerpen Centraal van de tram en opent uw app. “Hallo NMBS, waar zijn die loketten hier?”, waarna een vriendelijke stem u de juiste richting uitwijst. Of nog beter, die app scant de omgeving en toont u via mixed reality, met virtuele pijlen die in uw schermpje op de omgeving worden gelegd, welke kant u uit moet voor perron vier.
De virtuele assistent en ‘wayfinding’ via mixed reality zijn enkele van de projecten die het Innovation Lab van NMBS momenteel als proof-of-concept uitwerkt. Nog vernieuwingen waarmee wordt geëxperimenteerd: QR-codes die blinden moeten helpen hun weg te vinden en ‘seamless ticketing’ of naadloos betalen. Daarbij zou de app gebruik maken van gps-gegevens om het traject te verrekenen. U checkt zelf in wanneer u in het station aankomt, en uit wanneer u op uw bestemming bent, de rekening wordt automatisch via de app betaald. “Dat zijn vaak zaken die als ideeën bovenkomen in verschillende kanalen en dan als proof-of-concept worden uitgevoerd”, zegt Steven Ackx, innovation officer voor Ypto (de IT-afdeling van NMBS). “Seamless ticketing zit nu bijvoorbeeld in een fase waar we met een grote groep klanten gaan testen.”
Het innovatieteam van Ypto en het Innovation Lab werken onder meer aan vernieuwingen die de klantervaring moeten verbeteren. Denk dan bijvoorbeeld aan de NMBS-app die nu ook allerlei routeplanners en extra informatie integreert. Of aan de Move Safe-app, een tooltje dat vooral tijdens de zwaardere dagen van de pandemie zijn diensten bewees. “Die app moet voorspellen hoe druk het op de trein zal zijn”, zegt Steven Ackx. “Dat is begonnen als proof-of-concept en we waren daar eigenlijk al mee gestart voor het hele corona-verhaal, als een manier om op basis van historische data te voorspellen hoeveel mensen er op een trein zouden zitten. Door COVID-19 is dat echter versneld uitgerold.”
Maar het idee dat treinreizen vlot en makkelijk moet, speelt internationaal, en dan zeker in Europa. Denk dan bijvoorbeeld aan een start-up als All Aboard, het Zweedse bedrijfje dat een soort routeplanner op Europees vlak wil uitbouwen. Het idee achter de app is om bijvoorbeeld uw vakantiebestemming in te geven en vervolgens de beste route daarnaartoe uit te stippelen. Daarbij kan ‘beste’ zowel de snelste betekenen, als de meest relaxte. Ook met de trein kan u namelijk de ‘scenic route’ nemen.
De hardware
Apps genoeg dus, maar hoe staat het met de hardware? “De nieuwe treinstellen die nu in oplevering zijn, die zitten al vol sensoren. Uiteindelijk is dat iets waar we naar kijken, bijvoorbeeld rond ‘predictive maintenance’ op basis van sensoren”, zegt Steven Ackx. Het idee van ‘predictive maintenance’ is om met sensoren onderdelen in het oog te houden en zo slijtage of problemen te voorspellen. Zo worden ze op tijd hersteld, voordat de trein effectief stilvalt. “We komen van een tijd waarin de trein om de zoveel tijd een paar dagen in onderhoud stond, maar een trein die stilstaat is heel duur. Door een paar zaken aan te passen is de tijd dat een trein binnen is al serieus beperkt, maar met predictive maintenance kan je ook beter bepaalde schade voorkomen.”
Predictive maintenance is een van de grotere trends in AI, en het wordt ook in fabrieken toegepast en, door Infrabel, op de wissels van de sporen zelf. Maar ook andere grote trends in mobiliteit vinden hun weg naar het spoor. Denk dan bijvoorbeeld aan zelfrijdende voertuigen. Dat is het speelterrein van de Gentse start-up OTIV, een van de weinige Belgische ‘rail tech’ start-ups. Het bedrijf werkt onder meer pilootprojecten uit met de Nederlandse spoorwegen rond assistentiesystemen op rangeerterreinen. “We ontwikkelen assisterende en autonome systemen voor spoorvoertuigen”, legt Sam De Smet, co-founder van OTIV, uit. “De eerste stap daarbij is het ondersteunen van de bestuurder, maar in een tweede stap ga je richting volledige autonome besturing van spoorvoertuig.”
Een beetje zoals de zelfrijdende wagen dus, maar dan op rails. “Eigenlijk zijn spoorvoertuigen in complexe omgevingen, zoals trams in steden of treinen op rangeerterreinen, een perfecte ‘use case’ voor autonome technologie vandaag, meer nog dan de wagen,” legt hij uit. “Wagens zijn geen echte oplossing voor het mobiliteitsprobleem, terwijl het autonoom maken van spoorvoertuigen wel een grote stap is. Dat draagt bij aan het hele verhaal rond de ‘modal shift’, waarbij je een stuk van het vrachtverkeer van de weg gaat halen.” Het idee van zelfrijdende voertuigen komt uit Silicon Valley, waar onder meer Uber en Waymo er aan werken, maar OTIV is vooral een heel Europees verhaal, zegt De Smet: “In Europa heb je dat fijnvertakte netwerk van treinen en trams. Dat is uniek hier, en dat gebruiken we te weinig. Daarom brengen we die technologie hier naar het spoor.”
Innovatie
Traditioneel associëren we treinen niet meteen met snelle, hippe innovatie. Is die vooruitgang iets van de laatste jaren? Therese Albersson, co-founder van All Aboard, ziet toch een beweging richting meer openheid. “In het begin hadden we heel veel moeite om aan goede data te komen om onze mobility services op te bouwen”, legt ze uit tijdens een keynote op de International Mobility Summit. “Data voor tijdstabellen en prijzen moeten bijvoorbeeld up to date zijn, en van goede kwaliteit, maar soms is het lastig om die toegang te krijgen bij de grote spoorbedrijven. Dat zet een rem op innovatie en competitie, omdat kleinere start-ups zo niet in de markt kunnen komen.” API’s rond treintabellen en het idee van open data zijn de voorbije jaren echter in grote delen van Europa gangbaar geworden.
Ook aan de hardwarekant beweegt er wat, zegt Sam De Smet: “We zien wel dat er een zekere openheid komt om te innoveren en te kijken naar systemen. Wanneer het om sensoren en assistentie gaat: dat kent iedereen dan ook. Wanneer je met de wagen naar het werk gaat, krijg je waarschuwingen voor botsingen. Als een bestuurder van een tram of trein zoiets niet heeft, dan zie je wel dat de industrie daarvoor open staat.”
“Het probleem met treinen is wel dat die nieuwe, vooruitstrevende toestellen maar een beperkt percentage van de vloot vertegenwoordigen”, legt Steven Ackx ons gevoel uit. “We hebben een vloot die soms tot dertig jaar meegaat.” Een en ander geldt ook voor de meer klantgerichte diensten, zegt hij. “Soms lijkt het alsof die innovatie niet gebeurt, maar het innovatieprogramma loopt al meerdere jaren. We hebben in het begin erg geïnvesteerd om ideeën binnen te krijgen en proof-of-concepts te maken. Omdat we de voorbije jaren veel ideeën verwerkt hebben, hebben we nu heel aantal realisaties. Het lijkt nu dus een versnelling hoger te gaan, maar eigenlijk plukken we de vruchten van waar we al jaren aan gewerkt hebben.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier