Sommige bedrijven integreren zo vaak en zóveel, dat de integratie op haar beurt een onontwarbaar kluwen wordt. Bij Informatica biedt John Schmidt’s ‘Integration Competency Center’-aanpak hiervoor een oplossing.

Legaat- en nagelnieuwe webtoepassingen, data uit een rits informatiesystemen, complete ict-systemen die na een fusie met elkaar moeten praten… Het integreren van ict-elementen is vandaag in de meeste bedrijven een absolute ‘must’, die echter vaak tot een nachtmerrie van ondoorzichtigheid verwordt door een wirwar van ‘one-to-one’-connecties. “Ik heb ooit een bedrijf gekend dat 38 verschillende integratiesystemen in huis had,” herinnert zich John Schmidt, vice-president global integration services bij Informatica, “goed voor een prijskaartje van 70 miljoen dollar per jaar. De consolidatie in één ‘scaled up’ systeem bespaarde 35 miljoen dollar per jaar.” De oplossing voor zo’n consolidatie heeft hij – samen met David Lyle – al in 2005 beschreven in het boek “Integration Competency Center, An implementation methodology”.

Integreer de integratie

Concreet brengt een ‘integration competency center’ (ICC) de expertises en middelen samen om – op basis van een doordachte architectuur – integratiesystemen met doorgroeimogelijkheden te implementeren. Zij brengen de nodige data en onderdelen voor eindgebruikerstoepassingen als een ‘intern serviceaanbod’ samen in een goedbeheerd en gedocumenteerd platform, en dat ter ondersteuning van bedrijfswijde processen. Een ICC is dan ook per definite een breker van ‘silo’s’ en ‘koninkrijkjes’. Schmidt stipt onder meer voordelen aan als een sneller inspelen van ict op de bedrijfsnoden, lagere kosten, een beter investeringsrendement en een lagere ‘TCO’. Ook moet een ICC helpen om ‘compliance’-voorschriften na te leven.

In een ICC is ruimte voor een grote verscheidenheid aan producten, van klassieke EAI/SOA-omgevingen tot specifieke tools voor het toegankelijk maken, integreren, opkuisen en verdelen van data (evenals tools om de nodige gebruiksregels op te stellen, en om over het gebruik ervan rapporteren). Dergelijke datatools vormen de kernexpertise van Informatica en worden in België verdeeld door BI specialist Aexis.

Ofschoon het principe van een ICC vanzelfsprekend lijkt, waarschuwt Schmidt toch dat het potentieel niet altijd ten volle wordt waargemaakt. Naast de technische aspecten moet absoluut ook rekening worden gehouden met organisatie- en werkingsaspecten. Er zijn dan ook verschillende vormen van integratie in een ICC mogelijk, van ‘losjes gekoppelde diensten’ tot ‘sterk gecentraliseerde diensten’. Gewoonlijk zal een bedrijf daarbij een continu traject doorlopen, dat allicht start bij het invoeren van ‘best practices’, om vervolgens verschillende mogelijkheden te doorlopen naargelang de bedrijfswerking meer matuur wordt. Uiteindelijk mikt Informatica op een ‘on demand’ service, waarbij de ‘business’ verantwoordelijke binnen het integratieplatform zelf kan samenvoegen wat hij of zij nodig heeft. “Integratie is een discipline op zichzelf, naast bijvoorbeeld projectmanagement,” onderstreept Schmidt ten overvloede, waarvan de topbeoefenaars “de evenknie zijn van de ict-architecten in bedrijven.”

Advies

Als kritieke succesfactoren ziet Schmidt onder meer een holistische aanpak, het verwerven van inzicht door het ‘end-to-end’ modelleren en documenteren van bedrijfsprocessen en het besef dat integratie een doorlopend proces is. Ook het documenteren van dat alles is belangrijk, onder meer om bij evetuele problemen snel de oorzaak op te sporen en te remediëren.

Informatica heeft naast eigen producten ook een rits implementatie-expertises ontwikkeld, inclusief hoe een strategie moet worden uitgewerkt, welke competenties nodig zijn in het bedrijf, evenals de eigen’Velocity methodologie’. Dit creëerde binnen Informatica de nood om meer professionele diensten aan te bieden, wat precies ook de reden is waarom John Schmidt begin dit jaar werd aangetrokken.

Guy Kindermans