Het Intel Developer Forum in San Francisco zag een hernieuwde aandacht voor ontwikkelaars en keek resoluut voorbij de wereld van desktop- en serverprocessoren.

Niet dat er op die laatste punten geen nieuws te rapen viel. Daags voor het begin van IDF werd versie 3 van de Xeon E5 2600/1600 familie processoren voorgesteld, bestemd voor high end servers, opslagsystemen en werkschermen. Met tot 18 kernen en een rist voorzieningen als DDR4-geheugen, 45 MB last level cache en cache monitoring, snellere en slimmere I/O-faciliteiten en 40 Gbit Ethernet, zijn deze processoren mainframe-type systemen waardig. Of beter, vormen ze de basis voor ‘software defined infrastructure’ (sdi), zoals Intel het ziet. Naast een flexibelere ondersteuning voor de web- en cloudactiviteiten, verwees Intel hierbij ook naar de noden in sectoren als ‘life sciences’ (waaronder gezondheidszorg, met snelle analyses van een persoonlijk genoom), de financiële wereld, maar ook on line leeromgevingen (MOOC’s), netwerk connectiviteitssystemen en dies meer.

Tevens was IDF een showcase voor de Intel Core M-familie, aangekondigd op het recente Duitse IFA-event en gecreëerd voor krachtige mobiele systemen, zoals de ‘2-in-1’s die vorig jaar op IDF in de VS opgang maakten.

Voorts werd op deze IDF officieel de komende microarchitectuur ‘Skylake’ aangekondigd, voorzien voor de tweede helft van 2015, en met de logische verwachting van nog krachtiger en zuiniger processoren.

Kortom, IDF was als vanouds een uitstalraam voor topsystemen op basis van Intels processortechnologie, zoals onder meer Dells nieuwste Atom-gesteunde tablet, de Venue 8 7000 series. Michael Dell zelf presenteerde het systeem als ‘s werelds dunste tablet (6 mm), en als eerste voorzien van Intels RealSense Snapshot Depth Camera, een 3D-camera systeem. Dat laatste laat toe de focus van een foto aan te passen na het maken van de foto, evenals de afmetingen van een voorwerp in de foto te bepalen.

INTERNET OF THINGS

Maar evengoed maakte Intel duidelijk dat het koppelen van intelligente toestellen van allerlei aard met elkaar en doorheen het internet de ware markt van de toekomst vormt. Kortom, het ‘Internet of Things’ (IoT). Het is de markt ‘voorbij pc’s, smartphones en mobiele toestellen’, goed voor duizelingwekkende aantallen van 20, 50 miljard of zelfs meer gekoppelde toestellen tegen 2020 en later. Een verscheidenheid aan cijfers die bewijst dat de omvang van de markt (nog) niet kan worden ingeschat. Maar de geschatte wereldwijde economische waarde zou tegen 2025 toch 2,7 à 6,2 biljoen (miljoen miljoen) dollar bedragen, of zelfs 19 biljoen dollar (althans volgens Cisco).

De IoT markt is in wezen niet nieuw, benadrukt Intel, want intelligente systemen als machines met ingebedde toepassingen worden al jarenlang gekoppeld, en Intel heeft hier evengoed al jaren ervaring mee (al vanaf de eerste processoren, zoals de 4004, ingezet als microcontrollers).

Op IDF maakte Intel in ieder geval duidelijk hoe het ‘edge to edge’, van de sensoren tot het datacenter, over alle nodige bouwstenen beschikt. Dat gaat van ‘silicon’ in de vorm van processoren als de Quark- en Atom-families als basis voor de Edison- en Galileo-platformen. Met deze laatsten kunnen snel prototypes en ‘go to market’-projecten worden uitgewerkt. En op IDF werd getoond hoe fantasierijk die platformen kunnen worden aangewend!

En alle sensoren en gekoppelde systemen worden slechts zinvol en economisch waardevol als hun data worden samengebracht en in datacenters worden geanalyseerd. Voor de eerste klus biedt Intel onder meer de nodige gateway-technologie, terwijl de sdi-aanpak precies de datacenters beoogt.

Naast luchtvaart, medische apparatuur, transport en andere sectoren, heeft Intel ook uitgebreide samenwerkingen met autoproducenten, met het oog op zowel slimme als volledig autonome auto’s (met echt veilige software).

Voor Intel vertegenwoordigt IoT uiteindelijk opportuniteiten inzake connectiviteit, beheer, security (IoT is goeddeels de reden waarom securityspecialist McAfee werd overgenomen) en data-analyse. Naast Intel Security (ex-McAfee) kan Intel voor zijn IoT-bouwstenen ook rekenen op dochterbedrijven als Wind River (technologie voor ingebedde systemen) en Mashery (API’s, gateways en beheer – een overname uit 2013). Kortom, voor Intel is IoT naast chips duidelijk ook een software-opportuniteit, die allicht het belang van silicon-onderdelen kan evenaren of zelfs overtreffen.

Als uitdagingen ziet Intel wel nog het verzekeren van de nodige security en privacy, het voorkomen van een fragmentatie van de markt, de koppeling van legaatsystemen (zowel machines als complete omgevingen) en een gebrek aan standaarden (onder meer rond data-uitwisseling en -integratie).

Hoe bedrijven waarde uit IoT kunnen puren, toonde Intel aan met een ontwikkeling door Daikin. De airco- en verwarmingsspecialist kan immers bestaande grote airco-systemen van gebouwen alsnog koppelen aan het internet, met controle op afstand, een zuiniger gebruik (tot 70 procent energiebesparing) en een bijkomende dienstverlening in de vorm van ‘predictive maintenance’ (onderhoud om gekende nakende problemen te voorkomen).

PARTNERS BOVEN ALLES

Intel kan niet alles zelf doen, en op deze IDF zette ceo Brian Krzanich meer dan ooit de developers in het zonnetje. ‘Partners’ was het sleutelwoord dat doorheen alle presentaties zinderde. “Intel biedt de platformen, waarop jullie kunnen bouwen,” stelt Krzanich, en “hoe kunnen we samenwerken.” De ‘oortjes’ van SMS Audio die naast muziek beluisteren ook de de hartslag van sporters registreert, werden herhaaldelijk als voorbeeld aangehaald.

De samenwerking is zowel met individuele bedrijven mogelijk, maar ook op grotere schaal, zoals met referentie-ontwerpen waar heelder sectoren gebruik van kunnen maken. Tevens is Intel medeoprichter van het Industrial Internet Consortium en het Open Interconnect Consortium, voor het formuleren van standaarden zodat systemen in het IoT zinvol en veilig data kunnen capteren en doorsturen voor verwerking. Of hoe Intel de D in IDF opnieuw centraal stelt.

Guy Kindermans