Als wereldleider in ip-telefonie-oplossingen voor marktzalen en command-and-controlzalen is het Luikse IP Trade in de hele wereld actief vanuit 4 kantoren (Luik, Londen, New York en Hong Kong). Het bedrijft telt ongeveer 30 medewerkers die meer dan 200 klanten bedienen, waaronder Pacific Gas & Electric, het Europees Parlement, de Europese Investeringsbank, de Centrale Bank van Rusland, Elia, enz.

Ongeveer een jaar geleden stelde de onderneming een aanzienlijke groei vast van het aantal servers die nodig zijn om haar oplossingen te ontwikkelen en uit te testen. Zo zijn er soms maar liefst 16 machines nodig om een specifieke configuratie te testen. Ook blijkt het nodig om een steeds groter aantal telefooncentrales (Cisco, Alcatel, Avaya, Asterisk, enz.) te testen waarmee de IP Trade-oplossing wordt geïntegreerd om problemen op het vlak van incompatibiliteit te voorkomen. Tot slot moet IP Trade de opnameservers die verkocht worden aan de klanten intern reproduceren, en dit brengt met zich mee dat er extra machines ontplooid moeten worden. In totaal worden er zo’n 60 machines intern speciaal uitgetrokken voor r&d, schat Jean-Michel Lamotte, cio en vicepresident support & services.

Er werd toen beslist om de omgeving te virtualiseren en na een vergelijking van het aanbod van Microsoft en VMware kreeg de laatste optie de voorkeur. Daarna moest er een hardwareplatform gekozen worden. Na een algemeen overzicht van de markt werd er uiteindelijk gekozen voor het FlexPod Express-aanbod, een première in de Belux.

De Flexpod Express-oplossing brengt computing-, opslag- en netwerkomgevingen samen in één enkel ‘datacenter in-a-box’, door de Cisco UCS servers (unified computing system), het opslagplatform NetApp FAS22x0, Cisco Nexus 3048 switches en diverse tools aan elkaar te koppelen. In één moeite door werd er een contract getekend met Cisco. NextiraOne werd gekozen voor de uitrol.

IP Trade geeft toe dat het nog heeft overwogen om te kiezen voor de vBlock-oplossing van VCE (VMware, Cisco en EMC). Maar Jean-Michel Lamotte zegt dat het EMC-aanbod duurder was en minder garanties bood wat de implementatiepartner betrof (IP Trade is goed vertrouwd met NextiraOne, dat actief is in Luxemburg, waar het een tiental referenties telt). Bovendien deed een aantal technische elementen de balans doorslaan, zoals het beheer van de snapshots of de geboden garanties door de bundle. De oplossing bleek ook bijzonder schaalbaar. “Want de kans bestaat dat het aantal klanten van IP Trade de hoogte in zal schieten. Dankzij het FlexPod Express-aanbod kunnen er gemakkelijk licenties, schijfcapaciteit, enz. toegevoegd worden”, aldus nog Lamotte. Tot slot was Cisco in feite een ‘natuurlijke’ partner omdat het bedrijf al ip-telefonie levert aan heel wat klanten van IP Trade.

FlexPod Express wordt dus sinds half september ontplooid op de ontwikkelomgeving, maar IP Trade overweegt om het ook te gebruiken in de productieomgeving. Een veel delicatere opdracht, want “de interacties met de buitenwereld zijn veel talrijker, zoals webservers of fileservers, om nog maar te zwijgen van de verbindingen met onze verschillende kantoren over de hele wereld, maar we hebben er alle vertrouwen in.” Jean-Marc Lamotte zei nog dat het project al op de agenda staat voor 2014.

[MH]

“De Flexpod Express-oplossing brengt computing-, opslag- en netwerkomgevingen samen.”