‘IT is een wapen in de concurrentiestrijd’
De activiteiten van Octa+ zijn fors uitgebreid sinds Jo Sonck er 15 jaar geleden aan het hoofd van informatica kwam te staan. Hij is, samen met zijn directie, des te meer overtuigd van het strategische belang van IT om de business te ondersteunen. “Dankzij IT kunnen we ons voorbereiden op wat er morgen zal gebeuren”, vindt hij.
De informatica van Octa+ is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. Wat waren de belangrijkste fasen ?
JO SONCK : Het bedrijf was in eerste instantie gespecialiseerd in de distributie van brandstoffen en in 2010 kwamen daar elektriciteit en aardgas bij. Vanaf het begin koos Octa+ ervoor om alles intern te ontwikkelen. Sinds ongeveer dertig jaar gebruiken we Micronetics, dat een implementatie van Mumps had uitgewerkt. In het midden van de jaren ’80 zijn we overgestapt op Mumps op pc. We zijn toen ook van Digital PDP naar MS-DOS gegaan.
Globaal genomen is heel onze informatica-architectuur opgebouwd rond de Caché database van InterSystems, terwijl onze ontwikkelingen gebeuren in een fat client in .Net. We overwegen nu wel om te migreren naar MVC, zodat we kunnen werken in een browser.
Wij beheren drie call centers waarop we een eigen software hebben ontplooid. Die kunnen onze database voeden vanuit sms, WhatsApp, chat, fax, e-mail, zelfs met brieven in pdf. Alles wordt dus gecentraliseerd in Caché en is rechtstreeks toegankelijk op het scherm van de operator. De agenten zijn aangesloten op een call server via VoIP-telefonie. Ze kunnen alle informatie over de klanten zien en eventueel een nieuwe klant aanmaken.
De uitbreiding van de activiteiten houdt ook in dat jullie moeten communiceren met een groot aantal spelers op de markt. Vandaar het belang van netwerken en interoperabiliteit. Hoe zit het daarmee ?
JO SONCK : We staan voor elektriciteit voortdurend in contact met de energieleveranciers en -transporteurs, met wie we onder andere moeten communiceren over de verbruiksvooruitzichten. Tegen eind 2018 gaan we bovendien 10.000 elektrische oplaadpunten installeren. Deze terminals vereisen interoperabiliteitsnormen en moeten dus verbinding kunnen maken met de servers van veel leveranciers. Klanten zullen bijvoorbeeld beschikken over een app op smartphone waarmee ze niet alleen kunnen zien waar er ergens een oplaadpunt in de buurt is, ze zullen ook de prijzen kunnen bekijken, van onze eigen terminals én van die van de concurrentie. Het is ook een van de redenen dat we onlangs een meerderheidsbelang verwierven in Bluecorner. We zullen die technologie integreren in ons eigen platform. Daarnaast communiceren we rechtstreeks met onze 180 stations. Die staan via een server in verbinding met onze centrale infrastructuur.
Maar bij de uitbreiding van onze activiteiten komen ook andere uitdagingen kijken. Zo versturen we op het eind van elke maand zo’n 200.000 facturen. Die moeten op één dag de deur uit om onze cashflow te garanderen. Dat zijn drie pdf’s die in één seconde moeten worden gegenereerd. Ook daarvoor hebben we bijzonder krachtige servers nodig.
Momenteel ontwikkelen we een nieuwe applicatie onder de naam Modalizy, die een betaalkaart koppelt aan een mobiele app met daarin alle beschikbare vervoermiddelen in Brussel en andere grote Belgische steden. Die ontwikkeling laat zien dat de elektronische communicatie steeds intenser verloopt met zeer veel uiteenlopende commerciële partners.
Welke evolutie hebben uw infrastructuur en uw teams doorgemaakt ?
JO SONCK : Vijftien jaar geleden telde het it-team slechts één programmeur. Nu bestaat onze it-afdeling uit iets meer dan tien mensen, waarvan er zes zich bezighouden met programmeren op InterSystems en dan nog vijf system engineers. De front-end ontwikkelingen gebeuren voornamelijk in .Net, terwijl MVC bedoeld is om de fat clients te vervangen. De structuur is vrij klassiek, met klanten, applicatieservers en database servers. Dankzij Caché kunnen we grote hoeveelheden gegevens heel snel sorteren. Belangrijk, want we hebben meer dan 500.000 klanten. Ik moet zeggen dat we InterSystems perfect intern beheersen. Caché biedt dan weer het voordeel van een perfecte backwards compatibility. Daarnaast kunnen we rekenen op de steun van de teams van InterSystems en hebben we rechtstreeks toegang tot de interne technische middelen, wat niet zo zou zijn met andere grote Amerikaanse uitgevers. InterSystems heeft altijd een luisterend oor voor zijn klanten en aarzelt niet om rekening te houden met hun eisen en wensen, die ze snel integreren in nieuwe versies van hun producten. Bovendien beheersen we het product heel goed binnen onze eigen muren, ook al laat de documentatie soms te wensen over.
Wat betreft de infrastructuur hebben we al onze platformen ongeveer 6 jaar geleden gevirtualiseerd met VMware. We hebben een datacentrum in Vilvoorde en een zaal in het Wallonie DataCenter van Villers-le-Bouillet. Nog een andere zaal, in ons gebouw in Mariembourg, wordt gebruikt voor hoge beschikbaarheid en opslag. Als er zich dus een panne voordoet in Vilvoorde kunnen we de activiteit binnen 24 uur heropstarten met ongeveer 40 procent van de capaciteit. Dankzij de tools van Veeam en NetApp, onze partner voor opslag, kunnen we gegevens recupereren tot 15 minuten voor de crash. Ik moet er wel bij zeggen dat we deze infrastructuur elk kwartaal uittesten, met succes tot nu toe. Ook zijn we bezig met de mirroring van onze Caché-servers om nog meer hoge beschikbaarheid te hebben.
Omdat er zoveel gegevens worden uitgewisseld vormen de netwerken en beveiliging ook een grote uitdaging. Hoe zit het daarmee ?
JO SONCK : Wij vertrouwen voor ons brede netwerk op het Win-netwerk, waarvan we een van de belangrijkste klanten zijn. Onlangs hebben we ons interne netwerk volledig gereorganiseerd, met de integratie van de layer 2 en layer 3 switches, naast uiteraard antispam en andere firewalls. We voorzagen maar liefst zeven verschillende securitylagen voor de toegang tot onze applicaties. Onze netwerken zijn ip enabled en toegankelijk voor commerciële partners, die onze informatiesystemen van buitenaf kunnen raadplegen. Onze truckers kunnen zo informatie uitwisselen met onze centrale systemen. Een van mijn grootste angsten op het vlak van veiligheid is ransomware, omdat we niet meer te maken hebben met kleine delinquenten, maar met echte professionele, georganiseerde misdaad. Om die reden is elke usb-stick hier formeel verboden in het bedrijf en mag je je smartphone niet opladen op de pc.
Hoe ziet u uw rol als cio ?
JO SONCK : Ik moet aan de algemene directie in duidelijke termen uitleggen wat we doen en onze financiële belangen verdedigen. Onze ceo gelooft gelukkig in een dynamische it. Volgens hem is it een wapen in de concurrentiestrijd, zodat we ons flexibel kunnen aanpassen aan veranderingen in de activiteiten.
In alle bescheidenheid kan ik zeggen dat de directie heeft berekend dat de informaticakosten de helft lager liggen dan die van de concurrentie in onze sector. Bovendien is er geen sprake van uitbesteding van de it. Outsourcing zou trouwens moeilijk zijn omdat Caché een zeer goede kennis van het product vereist om het potentieel ervan ten volle te benutten. Ik ondervind trouwens geen problemen om informatici te vinden, want een of twee maanden zijn genoeg om een developer op InterSystems op te leiden.
Marc Husquinet
“Een van mijn grootste angsten op het vlak van veiligheid is ransomware”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier