Bruno Maes, die in september 2013 de it-leiding van de TEC in handen kreeg, vindt dat it de business moet ondersteunen. Hij is ook van plan om de it voortaan in projectmodus te laten werken. De twee toekomstige prioriteiten zijn contactloze ticketing en het embedded platform. Zonder de infrastructuur te vergeten uiteraard.
Toen u in september 2013 aan de slag ging, werd u al meteen overspoeld met werk. Hoe kwam dat?
BRUNO MAES: Toen ik hier aankwam, stond de ict voor een heleboel uitdagingen met de uitvoering van gedurfde it-projecten.
Welke grote projecten lopen er momenteel?
BRUNO MAES: Ik moet toegeven dat ik al meteen verrast werd door de enorme investeringen van het bedrijf in de informatica aan boord van de bussen.
Het huidige grote project heeft betrekking op het pfe of ingebouwde platform. Dit is een robuuste behuizing die in elke bus geïnstalleerd wordt en die is uitgerust met gps-, gprs- en wifi-antennes en met een verbinding met het can (‘controller area network’) van de bus om allerlei informatie over het onderhoud van de voertuigen te bezorgen. Bij terugkeer naar het depot communiceert de bus immers via wifi met ons SAP-systeem om verschillende soorten informatie door te geven en bepaalde gegevens te ontvangen, zoals rijopdrachten. Buiten het depot gebeurt de verbinding via gprs om de positie van de bus mee te delen. Die positie is terug te vinden op het intranet, maar is binnenkort ook beschikbaar op het internet. Met dit systeem kunnen we in real time de snelheid en de theoretische dienstregeling weergeven. In de toekomst kunnen de exploitatiecentra van de Waalse openbaarvervoermaatschappijen (TEC) met hetzelfde systeem de bestuurder op de hoogte brengen van allerhande gebeurtenissen. Het zal ook mogelijk zijn om de bestuurder te waarschuwen als hij voor zit op zijn rijschema, want het is onaanvaardbaar dat een gebruiker zijn bus te vroeg ziet voorbijrijden. Bovendien kunnen we in de grote stations de dienstregeling van de bussen in real time weergeven. Momenteel loopt er een haalbaarheidsstudie om de bussen de verkeerslichten te laten bedienen via het pfe, zodat ze voorrang krijgen op het verkeer. Het systeem met elektromagnetische lussen in de grond is momenteel immers niet meer efficiënt.
Zoals u kunt zien, kan er met dit pfe-platform informatie naar SAP gestuurd worden. Aan de hand van deze informatie kunnen er in de marketing- en salesafdeling allerlei statistieken opgemaakt worden.
Het andere grote project waar we aan zullen werken is dat van contactloze ticketing in het kader van het project ‘Tec IT Easy’. Dit is een contactloze betaalkaart, die men kan vergelijken met die van de MIVB, en die onderling gebruikt kan worden met de andere openbaarvervoernetwerken. Het spreekt voor zich dat de ontwikkeling van het pfe een vereiste was voor de uitwerking van deze contactloze kaart. Aan de hand van deze chipkaart krijgen we dan weer een schat aan informatie over de verkochte producten, vervoerslijnen, enzovoort. Zo kan de TEC de relatie met zijn klanten herzien, meer bepaald op het vlak van marketing.
Deze contactloze ticketing zal ook veel werk vergen wat de business betreft – er moeten immers nieuwe processen worden ingevoerd. Het nieuwe pfe moet ook de nieuwe contactloze valideerapparaten ondersteunen, zelfs tot 8 valideerders voor de metro van Charleroi en 16 voor de toekomstige tram van Luik.
Staan er nog andere projecten op stapel?
BRUNO MAES: Naast deze grote projecten willen we met het project HASTUS Horizon 2014 de Groep TEC uitrusten met een nieuwe softwareversie met dezelfde naam die sinds 1997 gebruikt wordt en die ontwikkeld wordt door Giro. Deze software is wereldwijd bekend bij vervoersmaatschappijen en dekt de operaties met betrekking tot de exploitatie, of het nu gaat om de bepaling van de topologie van het vervoersnetwerk, theoretische dienstregelingen, de planning van de te verlenen diensten, de ploegendienst of de operationele opvolging van de prestaties van het personeel. Het doel van de nieuwe versie is om de productiviteit van de groep te verhogen door het aantal online voertuigen en het aantal diensten die nodig zijn om ze te laten werken, te optimaliseren, door te zorgen voor een betere afstemming tussen vraag en aanbod, en door de 6 huidige databases van de verschillende bedrijven binnen de groep TEC samen te voegen.
In 2012 was er de lancering van Geographic Information Service (GIS) en van een cartografische tool waarmee we het aanbod van de TEC kunnen voorstellen en analyseren, maar ook de diensten die worden aangeboden door partners als de NMBS, Cambio, enz.
Ik kan me voorstellen dat u ook iets gaat doen aan de infrastructuur?
BRUNO MAES: We gaan inderdaad overwegen om een deel van ons serverpark uit te besteden en te virtualiseren, met het oog op een grotere business continuity. Tegen de zomer komt er een oproep tot offertes voor de outsourcing en de outsourcing zelf zou dan voor begin 2015 zijn.
Ik denk dat we eerst de mailbox gaan migreren in het kader van een proefproject, voordat we overstappen naar SAP en de Infotec-website. Deze migratiestrategie moet in de nabije toekomst nog verder worden verfijnd. De ontwikkelings- en testservers blijven wel intern.
Hoe ziet de structuur van de it-afdeling eruit?
BRUNO MAES: De it-afdeling telt ongeveer dertig mensen, verdeeld volgens 3 grote entiteiten: ongeveer tien mensen vormen het SAP Competence Center, want zoals u al kon vaststellen, vormt SAP de kern van het bedrijf; zowat tien informatici houden zich bezig met de infrastructuur en systemen; en een tiental legt zich toe op het pfe-platform. We maken gebruik van externe medewerkers, voornamelijk voor de SAP-ontwikkelingen, en om werkpieken op te vangen, goed voor ongeveer 35 % van het SAP-team.
Ik merk nog op dat ons infrastructuurteam al enkele jaren zelf de SAP-patches implementeert. Dit is een delicaat werk, gezien de technologische complexiteit van de SAP-omgeving.
De it-afdeling staat ook in voor de bureautica van de SRWT en soms die van de TEC.
Daarnaast zijn we voortdurend op zoek naar informatici en deze vacatures worden gepubliceerd op onze website. Ons it-personeel is uiterst gemotiveerd en bijzonder competent. De SRWT is wel een openbare maatschappij, maar de motivatie is groter dan in de privésector. Daarom kan ik de stakingen die het imago van onze maatschappij onlangs hebben bezoedeld en die de aanwerving van nieuwe medewerkers bemoeilijken, alleen maar betreuren. Gelukkig is en blijft de sfeer in de it-afdeling uitstekend. Bovendien zorgen de contacten met de marketing- en financiële afdeling voor een goede samenwerking en vormen ze een van de sleutels tot het succes.
Wat is de positie van it binnen de TEC-groep?
BRUNO MAES: Mijn strategie bestond er altijd in te zeggen dat it projecten moet beheren die bedoeld zijn om de business te ondersteunen, zoals bij Trace Group of het RIZIV, waar ik cio was. It moet dus projecten afleveren. Voor veel mensen in de TEC-groep, vooral de arbeiders, zoals chauffeurs, mecaniciens, elektriciens, enz., zijn informatici een beetje de alchemisten van de moderne tijd. Er is amper sprake van een informaticacultuur en de informaticareflex is niet altijd vanzelfsprekend. Binnen de groep staat de it in voor de transversale projecten, terwijl de verschillende TEC over een zekere autonomie beschikken. Zo hebben de TEC van Luik, Charleroi en Henegouwen hun eigen dienst voor it-ontwikkeling, waar we nauw mee samenwerken.
Zoals u kunt zien aan de lopende projecten, investeert de groep massaal in nieuwe technologie en speelt it een onderliggende rol in alle nieuwe projecten. It moet proactief zijn om de business en marketing te helpen nieuwe initiatieven te ontplooien.
Hoe evolueren uw budgetten?
BRUNO MAES: De voorbije jaren zijn de budgetten gunstig geëvolueerd. Maar ik wil vooral benadrukken dat we voortaan een aanzienlijk budget uittrekken voor opleiding. Met dit budget kunnen onze informatici technische opleidingen volgen, deelnemen aan conferenties, zich inwerken in nieuwe technologieën zoals Linux, enz. Dit betekent een heuse revolutie voor de it.
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier