Guy Kindermans Guy Kindermans is freelance journalist bij Data News.

Editie 2016 van de Data News Salarisenquête weerspiegelt duidelijk een oplevend vertrouwen. De markt trekt weer aan. Maar merkt de doorsnee ict’er dat ook in zijn of haar loonzakje ?

Laten we maar meteen met de verloning aanvangen. De ict-topman – de cio/it manager – klokt dit jaar af op een gemiddeld bruto-maandsalaris van 6.049 €, wat vergelijkbaar is met vorig jaar. Het resulteert evenwel in een mediaan in de salariscategorie ‘5.500-6.000 €’ (de ‘mediaan’ betekent in dit geval dat er evenveel personen zijn die meer verdienen, als er zijn die minder verdienen, voor wie zich in deze categorie bevindt, nvdr), wat één categorie lager is dan vorig jaar.

De analisten (functioneel en systeem) zijn dan weer maandelijks goed voor gemiddeld 4.467 €, met de mediaan in de ‘4.000-4.500 €’ groep, wat schier zo goed als ongewijzigd is.

De analist-programmeur blijft een klassieker in de ict, met maandelijks gemiddeld 4.257 € en een mediaan in ‘4.000-4.500 €’. Dat is op beide punten een mooie stijging ten opzichte van 2015.

Een stijging geldt ook voor de projectleider, zij het iets kleiner, met dit jaar gemiddeld 5.472 € maandelijks en een mediaan in de ‘5.000-5.500 €’ groep.

Bij de meer technisch georiënteerde functies houden systeemadministrators/ ingenieurs op luttele euro’s verschil een zelfde brutosalaris, met dit jaar gemiddeld 3.893 €, met de mediaan in de groep van ‘3.500-4.000 €’. Beter verging het dan weer de telecom- en netwerkspecialisten, want deze respondenten noteren een mooie stijging, met maandelijks 5.139 € en een mediaan die één categorie klimt, naar ‘4.500-5.000 €’.

Wat de salarispolitiek betreft, gold dit jaar slechts voor 13 procent van de respondenten een loonstop, naast 28 procent waar het bedrijf enkel de uitvoering van overeenkomsten (indexering etc) beoogde, en 25 procent waar een salarisverhoging afhankelijk was van persoonlijke prestaties.

Niet minder dan 40 procent van de ict’ers zagen in het voorbije jaar hun verloning stijgen, tegen 55 procent met een ‘status quo’ en 5 procent die het met minder moesten doen. De grootste ‘extremen’ vonden we in de verloningen binnen de industrie sector, met zowel het hoogste percentage respondenten die ‘meer’ (46 procent) als ‘minder’ verloning (8 procent) meldden. Zowel in de openbare sector als de non-profit bleef voor een stevige 60 procent de verloning gelijk.

GRAAG MODULAIR

Het totale verloningspakket is onderhand wel ‘modulair’ samengesteld, want dat is het geval voor 53 procent van de respondenten. Modulair houdt in dat verschillende onderdelen in de totaalverloning een ander ‘gewicht’ kunnen hebben voor specifieke werknemers in een bedrijf, en dat is een trend in sterke opmars. Maar voorlopig lijkt de keuzevrijheid nog wat beperkt, want niet minder dan 28 procent van de ict-respondenten hadden in die modulaire samenstelling geen eigen inbreng, naast 17 procent met slechts een beperkte inbreng. Een duidelijke tip voor werkgevers trouwens : niet minder dan 35 procent van de respondenten wiens loon niet echt modulair was samengesteld, vinden dit “interessant”.

Overigens wordt een modulaire verloning vooral in de dienstensector (58 procent) en de industrie (56 procent) aangeboden, en minder in de openbare sector (30 procent) en de non-profit (27 procent). In die laatste twee sectoren is evenwel de interesse groot (55 procent en 59 procent). Het betreft voorts een relatief recente trend, want recente instappers genieten hier vaker van dan ict’ers met de langste staat van dienst (deze laatsten hebben hiervoor ook de minste belangstelling).

WIE IS TEVREDEN ?

De Belgische ict’er is tevreden, dat kan je wel gerust zo stellen. 84 procent is nogal tot zeer tevreden met zijn verloning, en slechts 4 procent ‘helemaal niet’ tevreden. Die tevredenheid is wel toe te schrijven aan ict’ers met ‘5 à 10 jaar’ ervaring of meer, want daar vallen de 80 procent+ scores. Bij nieuwkomers met ‘1 à 3 jaar’ ervaring duikelt de (‘zeer’ en ‘nogal’) tevredenheid tot 56 procent (met daarentegen 38 procent ‘weinig’ tevreden) en tot 66 procent voor wie al ‘3 à 5 jaar’ ict’er is (met 13 procent ‘niet’ tevreden, het hoogste cijfer). Men had duidelijk meer verwacht.

MEER HOPPEN ?

Aangezien ‘salaris’ hoe dan ook nog steeds de belangrijkste factor bij de keuze van een (nieuwe) werkgever vormt, voorspelt dit weinig goeds voor de bereidheid om van job te veranderen. Dat klopt : 56 procent van de ict’ers keken in het voorbije jaar helemaal niet uit naar een andere job, en bij de ‘ja, gezocht’-respondenten waren er niet minder dan 21 procent die zelf werden gecontacteerd. Dit jaar is de ‘bereidheid tot verandering van werkgever’ bij 52 procent ‘gelijk’ gebleven en bij 23 procent zelfs ‘kleiner’ geworden.

Niet precies bemoedigend voor werkgevers, die nog geen grote toestroom van nieuwe afgestudeerden moeten verwachten, en ook erg moeilijk ‘middenmoters’ (relatief jonge ict’ers, met toch al 5 à 10 jaar ervaring) vinden. Die laatste schaarste is natuurlijk het gevolg van de jarenlange lage aantallen jongeren die ict-studies volgden (wat toen niet werd gezaaid, kan je vandaag niet oogsten).

Of toch ? Het is immers bij de ict’ers met ‘3 à 5 jaar’ en ‘5 à 10 jaar’ ervaring dat de hoogste cijfers van ‘ja, ik heb gezocht’ worden genoteerd : respectievelijk 56 en 51 procent. En bij de groep met ‘3 à 5 jaar’ ervaring is ook de bereidheid tot verandering dit jaar wel groter dan het jaar voordien. Allicht logisch, want zij timmeren nog volop aan hun carrière, terwijl de oudere ict’ers onderhand hun plek wel hebben gevonden en daar verkiezen te blijven.

WAARMEE LOKKEN ?

‘Had ik dat maar geweten’ verzuchten de hr-verantwoordelijken vandaag in radiospotjes… en wat moeten ze weten om een ict’er te lokken ? Naast het salaris (met 79 procent ongenaakbaar op #1) wordt door 50 procent of meer van de ict’ers in dalende volgorde gewaardeerd : de bedrijfssfeer (64 procent), flexibele werkuren (61 procent), vlot woon-werkverkeer (52 procent) en de mogelijkheid tot thuiswerken (51 procent). De top-tien wordt vervolledigd door sneller woon-werkverkeer, jobzekerheid, de mogelijkheid om je job autonoom in te vullen, opleidingsmogelijkheden en carrièremogelijkheden.

Interessant zijn wel enkele ‘taal’-verschillen, zoals Franstalige ict’ers die vlot woon-werkverkeer pas op plaats 8 zetten, met sneller woon-werkverkeer op de vierde stek (en ex-aequo met de mogelijkheid tot thuiswerken). En de grootste afwijkingen van het standaardlijstje vind je bij de ict’ers in openbare diensten/overheid (salaris, vlot woon-werkverkeer, flexibele werkuren, jobzekerheid en bedrijfssfeer) en de non-profit (salaris, bedrijfssfeer, job autonoom invullen, jobzekerheid en – ex-aequo – flexibele werkuren en vlot woon-werkverkeer).

ALGEMEEN VERTROUWEN

De Belgische ict’ers menen in ieder geval dat de arbeidsmarkt opnieuw aantrekt. Immers, in de voorbije 12 maanden zag 30 procent van hen een stijging van het aantal ict’ers in hun bedrijf (in vaste dienst), tegen 19 procent met een daling. De stijging was het hoogst in de non-profit sector (36 procent zag een stijging), terwijl de dienstensector het vaakst een daling meldde (24 procent).

Als de ict’er wellicht niet meteen actief aan jobhopping denkt, meent 78 procent toch snel een nieuwe job te vinden, mocht dat nodig zijn door ontslag. En niet minder dan 86 procent denkt ook over 5 jaar nog steeds als ict’er aan de slag te zijn, ook al omdat 95 procent het onwaarschijnlijk vindt dat zijn job in de toekomst door een robot of computer kan worden overgenomen.

Ict’ers blijven dan ook van hun job houden : niet minder dan 80 procent zou sowieso weer voor een job als ict’er kiezen. We zeiden het toch ? De Belgische ict’er is tevreden.

Guy Kindermans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content