Java mag dan wel naam en faam hebben verworven in bedrijfstoepassingen, toch worden de bezoekers van JavaOne telkens gewezen op de – letterlijk en figuurlijk – rijke kansen voor Java in mobiele toepassingen. En toegegeven, vandaag is het aantal mobiele toestellen met Java aan boord al groter dan het aantal computers met Java.
De cijfers liegen er dan ook niet om. “Dataverkeer is de groeimotor van de omzet in mobiele systemen,” stelde Christy Wyatt, vice-president software platform & ecosystem bij Motorola, uitdrukkelijk op de recente editie van JavaOne. Volgens Informa’s World Cellular Data Metrics (maart 2008) genereert dataverkeer vandaag al 15 tot 20 procent van de mobiele omzet in de VS en Oost-Europa (inclusief het Westers deel van Rusland), terwijl dit in West-Europa en Azië op meer dan 20 procent uitkomt. Voorts zou 41 procent van alle ontwikkelaars in de wereld werken aan mobiele producten en zou 51 procent van de ontwikkelaars van mobiele software betrokken zijn bij web-toepassingen. Op het ‘The mobile future’ event van Carnegie Mellon (Silicon Valley campus) werd zelfs gesteld dat in een niet zo verre toekomst mobiele systemen het geprefereerde ‘computing platform’ zullen zijn voor heel wat gebruikers. Die ontwikkeling tekent zich onder meer al af in Scandinavië en het Verre Oosten.
En dit is in wezen dan nog maar het begin, want Wyatt vergelijkt de huidige wereld van mobiele telefoons en internettoestellen met deze van de pc in 1995, wanneer voor het eerst pc’s massaal online gingen naar het internet.
Nog te veel verwarring
Mobiele toestellen als smartphones, pda’s en mobiele internettoestellen moeten immers nog komaf maken met historische problemen als de enorme fragmentatie van de markt. Besturingssystemen, processoren, specificaties – alle inspanningen ten spijt blijft het nog een kluwen voor ontwikkelaars om in te schatten hoe hij of zij toepassingen voor gebruik op meerdere platformen kan ontwikkelen.
Dat probleem wordt onbetaalbaar, stelt Wyatt ronduit en “de klanten zullen in toenemende mate hun keuze maken. Ook de isv’s kunnen niet alles naar alles overzetten.” Naar analogie met de pc-wereld “zal er een duidelijke focus moeten komen op één platform waarvoor isv’s massaal zullen ontwikkelen, eerst in de bedrijven en dan ook voor de consument.” De aanzet hiertoe wordt gegeven door de groeiende belangstelling voor open source-elementen, het openstellen en publiceren van api’s, evenals het creëren van frameworks.
Wyatt verwacht in het spoor hiervan “nog een groei van de investeringen,” gekoppeld aan een vermindering van het aantal omgevingen, waarrond dan uitgebreide ecosystemen zullen groeien (inzake inhoud, toepassingen, tools, services en dies meer). Wel voorziet ze nog een grote verscheidenheid wat de aard van mobiele systemen betreft. Naast toestellen met een enkele functie (bijvoorbeeld alleen spraakverkeer) zal zich ook een brede keuze aan modellen aandienen die een hele reeks functies groeperen (spraak, data, mp3 speler, fototoestel…). De voorkeuren terzake blijken immers bepaald door zowel “regionale als culturele elementen.” Zo zal bijvoorbeeld een Aziaat veeleer een aanraakgevoelig scherm of een stylus verkiezen in zijn interface en de Westerling een toetsenbord(je). Die verschillen illustreren tevens de noodzaak voor ontwikkelaars in de mobiele wereld om grondig hun klanten (lees: gebruikers) te kennen, zowel voor bedrijfstoepassingen als voor consumentenproducten. En die grondige kennis geldt ook voor de omgevingen en platformen waar die producten moeten worden gebruikt wat dan weer een impact heeft op security. Last but not least moeten ontwikkelaars weten wat de connectiviteitsmogelijkheden zijn (wifi, umts, eigen netwerk etc).
Java als oplossing
Als oplossing ziet Wyatt – geheel in de lijn van JavaOne – de Java-omgeving en in het bijzonder de Java Micro Edition. “Dit jaar zullen 740 miljoen mobiele toestellen met Java worden verkocht, of ca. 61 procent van het totale aantal mobiele toestellen. En ca. 80 procent daarvan heeft Java ME aan boord. Java komt dan ook het dichtst bij de oplossing om de fragmentering van de markt tegen te gaan.”
Wyatt rekent daarbij ook op ontwikkelingsomgevingen die ‘cross platform’ en ‘cross vendor’ ontwikkelingen mogelijk maken, zoals de MotoDev Studio van Motorola waarrond al een bloeiend ecosysteem ontstaan is.
Maar ook bedrijven zoals Sun, laten zich niet onbetuigd. Tijdens JavaOne 2008 besteedde Sun uitgebreid aandacht aan de mogelijkheden van JavaFX voor de ontwikkeling van ‘rich internet applications’ op mobiele toestellen, met de aankondiging dat de JavaFX Mobile runtime tegen de lente van volgend jaar kan worden verwacht. Voorts helpt het formuleren van de Mobile Service Architecture om een omgeving te creëren die applicatieontwikkelaars meer zekerheid biedt omtrent de beschikbare functionalitet in de mobiele systemen. Zo’n MSA steunt op haar beurt op vroegere specificaties als MIDP (Mobile Information Device Profile), CLDC (Connected Limited Device Configuration) et alia. De MSA-specificatie voorziet zowel in een ‘subset’ als een ‘full specification’ (bestemd voor topmodellen met veel functies), met telkens een reeks verplichte Java-onderdelen (evenals ‘voorwaardelijk verplichte’ onderdelen, als van een specifieke bijkomende functionaliteit zoals Bluetooth wordt gebruik gemaakt). En vanzelfsprekend wijst Sun ook op de mogelijkheden van de eigen Netbeans ontwikkelingsomgeving voor de ontwikkeling van toepassingen voor mobiele systemen.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier