Jeholet vernieuwt het plan Marcourt
Wallonië gaat verder op het ingeslagen pad. Het plan Digital Wallonia 2019-2024 blijkt perfect aan te sluiten bij het digitaliseringsplan 2013-2018 dat werd uitgedacht door de voorganger van de huidige minister van Digitalisering. Onder meer de afschaffing van de belasting op masten en de steun voor het leren programmeren op school en voor de ‘Smart Region’-projecten werden overgenomen.
In het nieuwe plan voor digitalisering van Wallonië wordt de nadruk gelegd op artificiële intelligentie en data. Het omvat tevens sensibiliseringsacties over het belang van digitalisering in alle sectoren, in het bijzonder in de bouwsector, de industrie en de administratie. Voor elk van die sectoren zal een chief information officer worden aangesteld, die een mentaliteitsverandering moet bewerkstelligen.
“De bedoeling is niet om het warm water opnieuw uit te vinden”, zegt Pierre-Yves Jeholet, minister van Digitalisering in de Waalse regering. “We gaan verder met de uitvoering van het bestaande plan, en voegen er enkele nuances en andere krachtlijnen aan toe. Sensibilisering staat nu voorop, samen met opleiding en investering in netwerken. Het akkoord rond de gewestelijke belasting op gsm-masten dat werd aangestuurd door de Waalse Conseil du Numérique is daarin instrumenteel, omdat het mobiele operatoren in staat stelt te investeren in breedband. Daarom betreur ik dat bepaalde provincies de belasting nog steeds toepassen. Daardoor zullen miljoenen euro’s niet geïnvesteerd worden in connectiviteit.”
“Een andere concrete maatregel zijn de 4.0-demonstratoren. Het Waalse Gewest zal miljoenen euro’s investeren om ambtenaren op te leiden die bedrijven in de bouwsector en de industrie bewust moeten maken van de troeven van digitalisering, big data, en het Internet of Things (IoT). Het gaat daarbij vooral om kleine en middelgrote ondernemingen. Kmo’s zijn de economische motor van Wallonië. Zij mogen de trein der digitalisering niet missen. We hebben ook een inhaalbeweging ingezet wat betreft programmeren in het onderwijs. Zo richtten we de vzw Kodo Wallonie op, die buitenschoolse informaticacursussen aanbiedt. Er worden programmeercursussen aangeboden in Charleroi en in Luik. De Conseil du Numérique zal toezien op de vordering van de 50 maatregelen in het Digital Wallonia-plan, terwijl de Agence du Numérique ze doorvoert.”
Verbijstering bij de minister
Op 6 december jongstleden diende Pierre-Yves Jeholet bij de ministerraad een nota in waarin de prioriteiten van de digitaliseringsstrategie voor de komende vijf jaar worden gedefinieerd. “We beginnen niet van nul. We zetten de huidige strategie verder en voegen er kunstmatige intelligentie en data aan toe. We hebben een zware sensibiliseringstaak voor de boeg bij bedrijven, burgers en ambtenaren. Ik was behoorlijk verbijsterd door de huidige staat van de digitalisering van de Waalse administratie. In vergelijking met Vlaanderen is er nog heel wat werk aan de winkel. Ik denk dat men bij de administratieve diensten is gaan inzien dat er vooruitgang moet worden geboekt, en dat daar ook motivatie voor is, maar zoals vaak het geval is in Wallonië, gebeurt dat nu nog teveel ‘ieder in zijn hoekje’. Als we allemaal ons eigen ding gaan doen, komen we nergens. Vandaar ook het belang van een chief information officer, die een mentaliteitsverandering moet aanzwengelen om een ware digitale revolutie tot stand te brengen in de Waalse administratie. De Conseil du Numérique heeft dringend om die maatregel verzocht. Het zal dus ook zo gebeuren!”
Een bittere vaststelling
Ook op vlak van onderwijs ziet de minister van Digitalisering de situatie met lede ogen aan. “Het is een bittere vaststelling. Digitalisering wordt volledig vergeten in het ‘pacte d’excellence’ voor het onderwijs. Als we kinderen van jongs af willen leren programmeren, moet dat in het plan worden opgenomen. Het Waalse Gewest heeft al actie ondernomen door apparatuur te financieren. De Federatie Wallonië-Brussel moet volgen op vlak van scholing en ondersteuning. We mogen ons er niet tevreden mee stellen dat programmeren pas aan bod komt in het middelbaar of het hoger onderwijs.”
Vijf sectoren, drie prioriteiten
Zoals gezegd is er verder niets nieuws onder de zon. Bij de vijf sectoren waar de nadruk op ligt (digitalisering op zich, economie, administratie, gewestelijke connectiviteit en vaardigheden), komen drie prioriteiten: gaming, artificiële intelligentie en data. De minister benadrukt dat de prioriteiten worden bepaald in overleg met de verschillende actoren in het veld. “We ontwikkelen geen strategie zonder actieve betrokkenheid van de sector. Daarom hebben we in augustus vorig jaar 145 ‘Digital Wallonia Champions’ samengebracht voor een summer school, als ambassadeurs van de digitalisering in Wallonië: bedrijfsleiders, start-up founders, opleiders, coaches, universitairen enzovoort. Hun ideeën, hun bedenkingen en hun prioriteiten tellen mee voor Digital Wallonia.”
Zoals elk jaar werd één van deze ambassadeurs bekroond met de Digital Wallonia Startup-of-the-year-Award. Drie kandidaten werden genomineerd voor de prijs. De eerste is ALX Systems, voor een besturingssysteem dat gebruik maakt van artificiële intelligentie om drones en autonome voertuigen te besturen. Het systeem werd recent geprezen door de NATO. De andere kanshebbers waren Prospect.io, voor hun SaaS-platform voor geautomatiseerde verkoop, en e-Peas, voor hun microsystemen die het gebruik van energiezuinige draadloze sensoren ondersteunen. Dat laatste project werd gefinancierd door het fonds W.IN.G van Digital Wallonia en The Faktory. Uit de genomineerden werd e-Peas als winnaar van het jaar 2018 gekozen. De oprichter van de start-up, Geoffroy Gosset, die de prijs in ontvangst mocht nemen van Pierre-Yves Jeholet, reageerde: “Onze technologie verlengt de levensduur van batterijen in geconnecteerde voorwerpen. Door omgevingsenergie (zonne-energie, hydraulische energie, trillingsenergie of elektromagnetische energie) te gebruiken als voeding voor micro-batterijen, werken we mee aan de ontwikkeling van volledig autonome apparatuur.”
Hoe Odoo van 10 naar 1.000 mensen wil gaan
De CEO van Odoo was één van de keynote-sprekers op Shake Digital Wallonia. Het gaat zijn bedrijf dan ook voor de wind. De Waalse onderneming begon met 10 werknemers in 2007, heeft er nu al 580, en zal er eind volgend jaar meer dan 1.000 tellen. Met kantoren in India, New York, San Francisco, Brussel, Luxemburg, Dubai en Hong Kong, kent de onderneming een jaarlijkse groei van 69 procent. Hun wereldwijde aantal gebruikers zou moeten stijgen van 2 miljoen in 2018 naar 4 miljoen in 2019.
Fabien Pinckaers: “Hoe zijn we zo ver geraakt? Velen zullen zeggen dat het product essentieel is. Dat volstaat echter niet op zich. Wat het meest heeft bijgedragen tot het succes van Odoo, is onze probleemoplossende houding. Alles wat onze groei remt, pakken we aan. Dat lijkt misschien eenvoudig, maar het heeft een enorme impact op onze business. Enkele concrete voorbeelden. Wanneer je van start gaat, heb je niet genoeg leads. Daarom moet je aan lead management doen. Daarna moet je facturen gaan versturen. Je moet ze afdrukken, in een envelop steken, er een postzegel opplakken, en ze op de post doen. Dat vult al gauw een hele werkdag. Dat is een probleem, dus zijn we gaan automatiseren. Vervolgens groeien we als bedrijf en stellen we ook buitenlandse teams aan. Daardoor ontstaan er interne communicatienoden. Die automatiseren we ook. Bij Odoo passen we die regel voortdurend toe. Er kan altijd iets verbeterd worden om nog verder te groeien.”
Van 30 minuten naar 10 seconden
“Aanvankelijk was ons businessmodel servicegericht. We zijn overgeschakeld naar een model met maandabonnementen. Tegelijkertijd hebben we de facturatie geautomatiseerd. Werd er te veel tijd besteed aan administratieve taken? Dan werden we paperless. Telkens ik een contract moest ondertekenen, was ik 30 minuten kwijt. Dat hebben we veranderd met de elektronische handtekening. Nu duurt het nog maar 10 seconden. Bij Odoo communiceren we via chat, omdat dat sneller gaat. Het organiseren van een roadshow duurde wel 15 dagen. Dat beschouwden we als een probleem, dus hebben we de organisatietijd gedrukt tot één dag per roadshow. Nu organiseren we er 200 per jaar over de hele wereld, met gemiddeld 250 deelnemers. Wanneer je het digitale automatisme begint te hanteren, krijg je een goed presterend bedrijf.”
1 persoon per 40.000 leads
“Per maand komen er 40.000 leads binnen. Die worden allemaal door één lead manager behandeld. Bij SAP heeft men 15 mensen voor hetzelfde aantal leads. Wij hebben echter alles geautomatiseerd. Uit een studie in 2017 bleek dat we gemiddeld slechts 40% van onze tijd besteden aan datgene waarvoor we betaald worden. 8% van onze tijd zijn we kwijt door nutteloze onderbrekingen, 13% aan administratieve taken en 9% aan nutteloze vergaderingen. Medewerkers van Odoo besteden 84% van hun tijd aan de taken waarvoor ze zijn aangenomen, 5% aan vergaderingen en 2% aan administratieve taken. In tegenstelling tot al te veel bedrijven in België leggen we ons er niet zomaar bij neer. Als we onvoldoende leads hebben, zeggen we niet dat het door de marktsituatie komt. We nemen maatregelen om het tij te keren. Als we achterstaan bij aanwervingen, doen we meer om nieuwe medewerkers te vinden.”
Als ik minister was
“Het is zeker niet gemakkelijk. We hebben in onze budgetten de aanwerving van 180 ontwikkelaars voorzien voor Wallonië. Weet u hoeveel er jaarlijks afstuderen aan de UCL? Als we de alumni van de polytechnische school en de masters samentellen, komen we aan 80 ontwikkelaars per jaar. Ik moet er 180 rekruteren, en ik weet niet hoe ik het moet aanpakken. Als er één maatregel is die we kunnen treffen om de economie een boost te geven, is het wel leren programmeren op hetzelfde niveau als wiskunde en Frans. Dat is de beslissing die ik zou nemen als ik minister was. Bij de tien meest winstgevende bedrijven zitten er zeven in de IT-sector, en zes van hun oprichters zijn ontwikkelaars. Coderen is de nieuwe MBA!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier