Jérôme du Bois d’Enghien behaalde vorig jaar zijn Bachelor in it en vond onlangs zijn eerste job als junior ontwikkelaar. Maar hij beseft dat hij nog heel wat te leren heeft…

Waarom ben je informatica gaan studeren?

JEROME DU BOIS D’ENGHIEN: Ik heb economie-talen gevolgd aan Saint-Vincent in Soignies, maar ik had een passie voor informatica als gebruiker. Tijdens de laatste 2 jaar van mijn middelbare studies heb ik informatie gezocht over de mogelijke informaticarichtingen en besefte ik dat ik eerder werd aangetrokken tot programmeren en software dan door architectuur en netwerken. Ik had wel nog nooit geprogrammeerd, maar ik stelde vast dat weinig studenten die samen met mij aan de studies begonnen al noties van programmeren hadden. De lessen beginnen trouwens vanaf nul.

Ik gaf de voorkeur aan een professionele bacheloropleiding boven een universitaire opleiding om dat ik niet erg gemotiveerd was voor dat soort lessen en ik dacht dat het een zeer theoretische opleiding zou zijn, die grotendeels gericht is op wiskunde en die me geen echte meerwaarde zou bieden.

Wat waren volgens jou de belangrijkste voordelen en ‘hiaten’ in de bachelorstudies?

JEROME DU BOIS D’ENGHIEN: Door deze opleiding kreeg ik een zeer ruime bagage mee want we leren verschillende programmeertalen, zoals Java, C#, . Net, J2EE, web, VBA, C++, en databases, maar ook beheer, economie, boekhouden, enz. Ik moet toegeven dat de studies niet al te moeilijk zijn en dat je vooral veel moet werken en oefenen. De bagage is heel ruim, zonder doorgedreven specialisatie. Toch heb ik de indruk dat ik maar 10 % van de nodige kennis heb verworven. Kortom, we leerden vooral leren. We deden wel een stage van 3 maanden in een onderneming vorig jaar.

Ik heb wel wat spijt dat ik niet meer concrete situaties heb kunnen proeven tijdens mijn studies. Over het algemeen vertrek je vanaf nul om een programma te creëren, terwijl je in het echte leven vaak een oplossing moet nemen die al bestaat en die je dan moet laten evolueren.

Was het gemakkelijk werk te vinden?

JEROME DU BOIS D’ENGHIEN: Het was niet evident. We hadden natuurlijk toegang tot enkele honderden jobaanbiedingen, maar het ging telkens om functies waar enige ervaring voor nodig was. Er zijn dus heel weinig arbeidsplaatsen voor juniors die pas afgestudeerd zijn. Veel bedrijven hebben trouwens zeer zware wervingsprocedures met veel verschillende soorten tests.

Ik ben wel een van de eersten van mijn jaar [iets meer dan twintig afgestudeerden aan de HELHA school van Bergen, terwijl er ongeveer 80 studenten zaten in het eerste jaar, nvdr] omdat ik begin september startte bij een wereldwijde operator van it-diensten die gespecialiseerd is in het ontwerp en de implementatie van geïntegreerde informatiesystemen. Het bedrijf was op zoek naar een junior en ik zal deel uitmaken van een team van 4 tot 5 mensen, onder wie 2 seniors. Ik heb een contract voor onbepaalde duur (COD) met een proefperiode van 6 maanden getekend.

Ik ging liever werken bij een softwareontwikkelaar, een zuiver it-bedrijf dus, dan bij een industrieel of commercieel bedrijf, vanwege het gevarieerde en rijke werk dat werd aangeboden.

Hoe zie je je carrière verder evolueren?

JEROME DU BOIS D’ENGHIEN: Momenteel zal ik me bezighouden met pure techniek, met programmeren. Maar omdat ik nogal sociaal ben aangelegd, zou ik ook goed kunnen aarden in een functie waarin ik veel contacten en relaties kan opbouwen met klanten, en die meer gericht is op analyse. Als leider bij de scouts heb ik trouwens geleerd om te gaan met relaties tussen kinderen en met hun ouders, om nog maar te zwijgen van aspecten als organisatie en beheer.

Marc Husquinet

Jammer dat ik niet meer concrete situaties heb kunnen proeven tijdens mijn studies.