‘Wearable technology’, waarschijnlijk een van dé hypes van 2013, gaat nog een stuk verder dan slimme brillen en slimme horloges. Ook kleding, stoffen en textiel kunnen al perfect ‘slim’ gemaakt worden. En in België timmeren we aardig mee aan de weg.

Een onderhemdje dat je hartslag in de gaten houdt, ledlichtjes in je t-shirt die oplichten als iemand je probeert te bellen of een jas met ingebouwde verwarmingselementen (wel zo handig als je gaat skiën). Het zijn maar enkele van de voorbeelden van wat tegenwoordig ‘smart textiles’ heet. Echt gloednieuw is het idee van slimme kleding niet. De astronauten van het Apollo-programma hadden bijvoorbeeld al ruimtepakken met ingebouwde verwarming en verluchting. Maar doordat de benodigde elektronica tegenwoordig almaar kleiner, flexibeler en energiezuiniger wordt, zijn de toepassingen spectaculair toegenomen. Slim textiel is tegenwoordig al lang niet meer voorbehouden voor ruimtevaarders.

VLAANDEREN BOVEN

Naast reuzen als chipfabrikant Intel en het MIT (Massachusetts Institute of Technology) die actief onderzoek doen naar de draagbare computertechnologieën, telt ook ons land verschillende bedrijven en instituten die op deze trein zijn gesprongen. Dat heeft grotendeels een historische reden: samen met Noord-Frankrijk en het Ruhrgebied is Vlaanderen (en zeker West-Vlaanderen) de bakermat van het textiel in Europa. Een van de drijvende krachten achter het academisch onderzoek is bijvoorbeeld de vakgroep Textielkunde van de universiteit van Gent. Van daaruit lopen dan weer vertakkingen naar instellingen als Centexbel, het Belgisch Centrum voor Textielonderzoek en TIO3 in Ronse, het Textile Open Innovation Centre.

“Aan onze universiteit lopen inderdaad verschillende doctoraten en we zijn ook betrokken bij allerlei projecten rond smart textiles”, zegt post doc-onderzoekster Carla Hertleer van de UGent. “Daar zijn er onder meer ook bij die vanuit de Europese Unie zijn opgezet. Smart@Fire bijvoorbeeld, dat zoekt naar het brandweerpak van de toekomst, met ingebouwde localisatiesystemen, sensoren en data transfer. Dat project staat al vrij ver, de openbare aanbesteding zal binnenkort gelanceerd worden en ook de Belgische overheid wil die pakken aankopen.”

Met dat soort pakken kan een brandweerman bijvoorbeeld via gps zien waar zijn collega’s zich bevinden in een brandend gebouw, zijn pols en lichaamstemperatuur wordt opgemeten met ingebouwde sensoren en doorgestuurd naar een commandopost en een zuurstofsensor waarschuwt hem wanneer hij zijn masker moet opzetten. Beschermende kledij voor politie en brandweer is een van de speerpunten in de research naar smart textiles. Maar zeker niet het enige.

IPHONE-MOUW

“De laatste jaren zijn heel wat zaken bijgekomen”, zegt Hertleer. “Je hebt bijvoorbeeld al showkledij met ingebouwde lichtjes, er zijn jassen met ingebouwde verwarming, met ingebouwde gps-systemen, met een iPhone-aansluiting zodat je je smartphone via je mouw kan bedienen. Alles wat in sportkledij en de outdoor- en trekking-sfeer zit, is natuurlijk een dankbare markt voor dit soort toepassingen. Maar ook op medisch gebied beweegt er veel. Er zijn bijvoorbeeld al babypakjes die de hartslag in de gaten houden. Of dat laatste echt al op de markt is, weet ik wel niet zeker. Als er met zo’n pakje iets mis gaat, kunnen fabrikanten zich er natuurlijk ook lelijk aan verbranden.”

LASTIGE BATTERIJ

Er wordt in Vlaanderen dus volop onderzoek gedaan naar dit soort innovaties en dat is maar goed ook, want er zijn best nog wel wat hinderpalen te overwinnen, aldus de onderzoekster. “Als een bepaald onderdeel energie nodig heeft, moeten we een batterij voorzien. Dat die batterij weer moet opgeladen worden, is volgens mij niet het probleem, dat zijn de meeste consumenten al gewend van hun telefoon. De drempel zit hem vooral in het extra gewicht dat zo’n batterij vormt en ook het feit dat het een nogal rigide component is. Het is lastig om een batterij perfect de vorm te geven die je wil.”

Nog een bedrijf waar volop gesleuteld wordt aan de kleding van morgen is Sioen Industries uit Ardooie, een beursgenoteerde specialist in industrieel textiel. Ingenieur Vera De Glas werkt er op de researchafdeling. “Vroeger concentreerden we ons voor onze beschermkledij vooral op de buitenste lagen”, vertelt ze. “Bijvoorbeeld bij kledij die in de petrochemische industrie wordt gebruikt. Tegenwoordig duiken we ook meer en meer ‘naar binnen’. Politiemensen moeten een jas aandoen met reflecterende banden die oplichten wanneer er bijvoorbeeld lichten van een wagen opschijnen. We zijn nu bezig aan zo’n jas met ingebouwde ledlampjes die ook licht afgeven als er nergens een wagen in de buurt is. Het probleem is dat je een manier moet vinden om die lampjes en elektrische contacten in te weven en dat de boel toch waterdicht moet blijven, zodat je de kleding ook in de regen kunt gebruiken. En dat je het hele systeem er gemakkelijk moet kunnen uithalen om de jas te wassen.”

WAAR BLIJVEN NORMEN?

Zoveel vindingrijkheid komt waarschijnlijk met een gepeperd prijskaartje? “Dat klopt, ja. Om een idee te geven: op dit moment kost de jas zelf maar twintig procent van de totale prijs, de rest zit hem in het ledsysteem. Maar dat is niet de enige reden waarom we hem nog niet commercialiseren. We staan ook nog niet ver wat betreft normen voor dit soort kledij. En zo lang die er niet zijn, zullen overheden dit niet aankopen. Ook voor ons zelf zijn die normen belangrijk. Stel u voor dat we bepaalde zaken claimen die niet door normen zijn onderbouwd en het loopt mis op het terrein. Dan zijn de juridische gevolgen niet te overzien, natuurlijk.”

Maar niet alleen draagbaar textiel kan met extra functies worden uitgerust. Ook andere stoffen lenen zich er toe. Bij Sioen is dat het terrein van r&d-coördinator Bert Groenendaal. “We produceren nu al ongeveer de helft van alle dekzeilen van vrachtwagens in Europa”, legt hij uit. “Dat is dus een markt waar we zeker naar kijken. Door bijvoorbeeld sensoren in het dekzeil te integreren die de lading helpen te beveiligen. Als iemand dan het dekzeil probeert kapot te steken, wordt de chauffeur van de vrachtwagen meteen verwittigd. Of dekzeilen met ingebouwde verlichting. Dat kan bijvoorbeeld ook aangewend worden in materialen voor tenten. Als je dan gaat kamperen, hoef je geen lampen meer mee te zeulen, want die zitten al in je tent ingebouwd.”

VERSCHILLENDE PLANETEN

Dat dit soort toepassingen momenteel nog niet op de markt zijn, heeft nog meer redenen dan enkel de technische uitdagingen. “De werelden van de textiel en de elektronica zijn twee heel andere planeten”, lacht Groenendaal. “De belangen zijn erg verschillend. U kunt zich wel voorstellen dat het business plan van een led-fabrikant niet altijd gelijkt op het onze. Hun prioriteit zit vaak in snelheid, in dingen zo vlug mogelijk op de markt brengen. Qua timing, qua investeringspolitiek is dat heel anders dan hoe wij werken. Die twee culturen op mekaar afstemmen is niet evident.”

En de verdere toekomst, wat zal die brengen? Vera De Glas waagt zich aan een voorspelling. “Ik geloof absoluut dat we nog maar aan het begin staan van slim textiel. Bedlegerige bejaarden die op afstand gemonitord worden door sensoren in de lakens, waarna het signaal doorgestuurd wordt via antennes in het behang. Tapijten die in de gaten houden waar bepaalde personen zich bevinden. Militaire signalen die via kledij op het slagveld worden doorgegeven. Het zal er sneller aankomen dan we nu vermoeden.”

Frederic Petitjean

“Ik geloof absoluut dat we nog maar aan het begin staan van slim textiel. Het zal er sneller aankomen dan we nu vermoeden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content