Vanaf juli loopt in Kortrijk een testproject rond fibre to the home. De stad wil de mogelijkheden van het snelle netwerk nagaan. Kortrijk heeft daarbij ruime aandacht voor de sociale aspecten van het project.

Het had wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk mocht minister van justitie en burgemeester van Kortrijk Stefaan De Clerck begin januari het LeYLab-project dan toch officieel starten. Kortrijk ging daarbij niet over een nacht ijs. In het voorjaar van 2009 liet het IBBT al weten dat de eerste stappen waren gezet voor een proeftuinproject in Kortrijk. “De eerste gesprekken met onder meer Agoria dateren al van 2008”, vertelde De Clerck bij de officiële start van LeYLab. Het resultaat vandaag is een samenwerkingsverband tussen dertien partijen, met naast het IBBT, Kortrijk en het OCMW van de stad onder meer Alcatel-Lucent, Belgacom en Televic. Het project krijgt ook steun van het IWT.

Voor het fibre to the home-project koos Kortrijk niet toevallig de wijken Buda en Overleie. Het gaat om twee wijken met een grote sociale en culturele diversiteit, bovendien ietwat van het centrum afgezonderd. Kortrijk geeft daarmee meteen aan dat het hier om meer gaat dan enkel supersnel internet. “Het is ons vooral ook om de interactiviteit te doen”, aldus waarnemend burgemeester Lieven Lybeer. “Glasvezel moet de stad toelaten meer en beter in dialoog te treden met de burgers. Voor ons is het ook belangrijk dat we glasvezel kunnen inzetten in het kader van sociale projecten.” Vandaar ook de naam: LeY staat voor Light & You.

Concrete toepassingen

Met LeYLab wil Kortrijk in de praktijk nagaan wat voor de consument de relevantie is van nieuwe toepassingen en diensten via het snelle glasvezelnetwerk. Tot de toepassingen in het project horen onder meer de toegang tot het digitale archief en de e-govdiensten van de stad, een filmaanbod in hd, rechtstreekse uitzendingen van Sporza, gepersonaliseerde videostreams, de mogelijkheid om foto’s en video’s in de cloud te bewaren, toegang tot games, enzovoort. Samen met het OCMW Kortrijk komt er ook een toepassing waarmee zorgbehoevenden van op afstand via video contact kunnen nemen met verplegers of familie.

“We beseffen dat we wellicht mensen zullen moeten overtuigen om aan het project deel te nemen”, aldus De Clerck. “Er moeten applicaties komen die het nut van fibre to the home duidelijk aantonen.” In het stadhuis van Kortrijk is daarom een demo-opstelling over het project te vinden, met informatie voor geïnteresseerde burgers. Ook in het buurthuis van de wijk Overleie is een beperkte demo beschikbaar. De Clerck heeft er echter vertrouwen in. “Kortrijk heeft al vaker het voortouw genomen bij de introductie van nieuwe technologie. Zo is er op heel wat locaties in de stad wifi beschikbaar. We waren ook de eerste stad die met de digitale cadeaubon aan de slag ging.”

Stadsontwikkeling

Voor ict-minister en Kortrijkzaan Vincent Van Quickenborne is fibre to the home de logische volgende stap. “Met internetsnelheden tussen 1 en 10 Mbit/s scoort België vrij goed op Europese schaal”, stelt hij. “De potentiële 100 Mbit/s van glasvezel biedt natuurlijk veel meer mogelijkheden.” In die optiek mogen we fibre to the home volgens Van Quickenborne ook beschouwen als een nieuwe vorm van stadsontwikkeling. “De wijken Overleie en Buda krijgen met het project een ingrijpende infrastructurele opwaardering. Ik kan me voorstellen dat jongeren ervoor zullen kiezen zich daar te vestigen, net omdat er glasvezel ligt.”

De aanleg van het netwerk zou tegen juli klaar moeten zijn. De stad gaat nu op zoek naar driehonderd gezinnen die tot eind 2012 aan het project willen deelnemen. Het plan is ook om LeYLab intussen te integreren in het Europese netwerk van living labs. Daarna volgt een grondige evaluatie van het project. Stefaan De Clerck: “De vraag is inderdaad of fibre to the home in de toekomst haalbaar en betaalbaar zal zijn voor de hele stad. We moeten bekijken welke rol de stad daar zelf in kan spelen, in samenwerking met Belgacom, Telenet of andere partijen.”

Dries Van Damme