Apple heeft twee nieuwe iPhones voorgesteld, een slim horloge én een betaalplatform. Geeft het bedrijf zijn concurrenten het nakijken?

Dit is één van de belangrijkste dagen in de geschiedenis van Apple”, vertelde Apple-ceo Tim Cook aan de pers op 9 september. “We willen bewijzen dat we nog steeds dat innovatieve bedrijf zijn van weleer.” Of dat gelukt is, is nog maar de vraag.

De telefoons die getoond werden in Cupertino (de iPhone 6 en de iPhone 6 Plus) spelen duidelijk leentjebuur bij de concurrentie. De grotere schermen, de ondersteuning van LTE Cat6, de nfc-chip, de hogere schermresolutie: we zagen het allemaal al eerder bij Samsung, Sony, LG en Huawei. Hetzelfde geldt voor iOS 8, dat niet meer is dan een opgefriste versie van iOS7. Het gros van de nieuwe features (zoals de ondersteuning van externe toetsenborden) is al een tijdje gemeengoed in het Android-kamp. Overduidelijk maakt Apple een inhaalbeweging.

Dat het bedrijf tegen de wens van Steve Jobs in met grotere schermen komt, is trouwens bittere noodzaak. Smartphones met displays groter dan 5 inch zijn al goed voor 40 procent van de markt, een jaar geleden was dat nog 21 procent. Het ís ook veel gemakkelijker om te surfen en te gamen op grotere schermen dan die op de vorige generaties van de iPhone.

Zal Apple het marktaandeel van zijn cash cow terug kunnen vergroten, nadat het gezakt was van 13 procent in 2013 tot 11,7 procent in juni van dit jaar? Waarschijnlijk wel. Heel wat analisten gaan er van uit dat de nieuwe betaalservice (‘Apple Pay’) dé grote trekker wordt voor de nieuwe telefoons.

Apple Pay vervangt je plastieken kredietkaart (Visa, Mastercard, American Express) met de hulp van een nfc-chip, en maakt het mogelijk om betalingen te doen door een iPhone dichtbij een betaalterminal met sensor te houden. Bevestigen doe je door je vingerafdruk in te lezen via Touch-ID.

Nu mikt Apple met die nieuwe betaaldienst in eerste instantie toch vooral op de Amerikaanse markt. Het grote aantal (Amerikaanse) partners dat Cook over de streep heeft kunnen trekken (McDonalds, Macy’s, Walgreens, Subway, Nike, Disney,…), doet alvast vermoeden dat het wel eens snel zou kunnen gaan in de VS.

Wanneer Europa aan de beurt komt, is allerminst duidelijk. Intussen worden er trouwens al heel wat gelijkaardige maar lokale initiatieven klaargestoomd. McDonalds werkt in ons land bijvoorbeeld samen met SEQR, waarover je meer leest op pagina 38.

APPLE WATCH

De Apple Watch is zonder meer het meest opvallende toestel dat werd voorgesteld. Dat horloge is heel wat mooier en modieuzer dan de smartwatches die de concurrenten het voorbije anderhalf jaar in de markt gezet hebben.

Dat je de kroon van het toestel kan gebruiken om in te zoomen en door pagina’s te scrollen, is zonder meer een leuke vondst. En dat je het uurwerk op 34 verschillende manieren kan ‘personaliseren’ met bandjes en behuizingen in verschillende materialen, is ongezien.

Ook de user interface ziet er verzorgder, gelikter en hipper uit dan Android Gear en dan wat Samsung toont met zijn Tizen-watches. De haptische feedback, waarbij trilsignalen gebruikt worden om aan te geven of je naar links of naar rechts moet tijdens een wandeling, zal je snel zien opduiken bij de andere fabrikanten.

Voor het overige biedt de Apple Watch weinig verrassingen. Ook dit uurwerk geeft je toegang tot je berichten, je muziek, laat je handsfree telefoneren, telt je stappen en meet je hartslag. In essentie is de ‘iWatch’ trouwens niets meer dan een accessoire voor de iPhone, want zonder kan je het niet gebruiken.

Herdefinieert Tim Cook hiermee het gegeven van het slimme horloge? Welneen. Hoogstens zet hij de puntjes op de i, en zet zijn bedrijf een standaard in design en in gebruiksgemak. En voor wie het zich zou afvragen: ook dit horloge moet dagelijks worden opgeladen. Het ‘batterij’-vraagstuk is met andere woorden nog niet opgelost.

Frederik Tibau