Voor telecomdiensten is men niet gewoon om met licenties te werken. Dat is één van de belangrijkste redenen waarom unified communications moeilijk van de grond komt, vooral in kleine en middelgrote ondernemingen.
Unified Communications, de integratie van telefonie, gsm, fax, e-mail en voice-mail, wordt al enkele jaren aangeprezen als dé toekomstige technologie om efficiënt te communiceren en samen te werken. Toch blijkt uit de recente studie van Frost & Sullivan dat amper 5 procent van de Europese bedrijven een dergelijk platform in huis heeft. Nog eens één op zes wil het de komende twaalf maanden implementeren. “Dat ligt in de lijn van de Belgische markt, ” zegt Thierry Grégoire, de Belgische managing director van Aastra, de opdrachtgever van de studie. “Mede wegens de economische crisis hebben ondernemingen de jongste jaren vooral geïnvesteerd in it-systemen en is de c van communicatie verwaarloosd, maar we zijn voorzichtig positief over de toekomst.” Het onderzoek is uitgevoerd in mei en bevroeg integratoren en doorverkopers over hun klantenbasis. Unified communications blijkt voor hen nog geen prioriteit, maar vooral de kost van de integratie en de licentieprijzen zijn belangrijke struikelblokken. “Betalen voor een licentie is vrij nieuw in communicatie. In grote ondernemingen met sterke it-departementen is men dat al veel langer gewoon, maar in kleinere ondernemingen schrikt men op,” meent Grégoire. Unified communications wordt ook steeds meer als een softwareplatform gepositioneerd. De opkomst van Microsoft met zijn Live Communications Server is daar niet vreemd aan. Ook de traditionele leveranciers van telefooncentrales (pbx-en) volgen die trend. Overigens moet er nog steeds heel wat evangelisatie gebeuren. Meer dan een kwart van de respondenten geeft aan dat de technologie toch weinig bekendheid geniet.
Vooral telefonie trekt aan
Integratoren en doorverkopers verwachten dit jaar toch nog veel heil van de verkoop van ip-gebaseerde telefonie-oplossingen. Dat is opvallend want die technologie is nu ruim tien jaar oud. “Eind jaren ’90 voorspelde men nog dat tegen 2003 zowat de helft van alle centrales ip-gebaseerd zouden zijn. Algemeen duurt het volgens mij echter tien jaar voordat een technologie zich kan waarmaken. Kijk maar naar de crm-oplossingen. Gelijkaardig verhaal.” Volgens Thierry Grégoire is in het Belgische kmo-segment met minder dan 100 werknemers zelfs amper 5 procent van de telefooncentrales vervangen door ip-platformen. Daar moet alles dus nog gebeuren.
Uit het onderzoek blijkt ook een sterke opkomst van de verkoop van fixed mobile convergence (fmc). Voor drie op vijf van de ondervraagden is dat dit jaar nog een stevige opportuniteit. “Het gaat vooral om het gebruik van één nummer voor zowel vaste telefonie als gsm. Een aspect dat vaak onderschat wordt is het feit dat werknemers die het bedrijf verlaten hun gsm-toestel dikwijls meenemen. Alle communicatie blijft dan op het mobieltje toekomen. Het bedrijf verliest het contact met de klant. Met een gecentraliseerde fixed mobile convergence is dat niet het geval.” Thierry Grégoire geeft echter toe dat fmc op de Belgische markt nog in zijn kinderschoenen staat. Dat biedt opportuniteiten. Aastra België telt een 70-tal werknemers en boekte vorig jaar een omzet van 25 miljoen euro. Met Nederland erbij is dat nog een bijkomende 12 miljoen euro. Aastra mikt op een gelijkaardige omzet in 2010. “We zijn voorzichtig optimistisch voor de komende zes tot twaalf maanden.” Begin juli kondigde Aastra nog een driejarige kaderovereenkomst aan met Accor. Dat is een van ‘s werelds grootste hotelgroepen, met onder meer de hotelketens Sofitel, Pullman, Mercure, Novotel, Ibis en Motel 6. Ook Etap en de goedkope Formule 1 verblijven maken deel uit van de mondiale hotelgroep maar zijn niet in het contract vervat. Aastra zal de telecomuitrusting in de hotels voorzien, inclusief het telefoniesysteem (Aastra 5000 en MX-ONE) en handsets voor het personeel. In totaal gaat het om meer dan 4.000 hotels, verspreid over 90 verschillende landen.
Fusie van integratoren
Begin augustus fuseerden twee van de belangrijke integratoren van Aastra. Het gaat om het
Hasseltse BKM en het Vilvoordse Businesscom, samen goed voor 130 medewerkers en een omzet van 20 miljoen euro. “We waren te klein om groot te zijn en te groot om klein te zijn”, stelde sales director van BKM, Kurt Simons. “We waren daarom al ruim een jaar op zoek naar opportuniteiten om verder te groeien.” Alles samen telt het gefuseerde bedrijf zowat 13.000 kmo-klanten. Grote namen in dat portfolio zijn onder meer Lu, Studio 100 en Euphony.
Luc Blyaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier