Low code: yes or no?

Ontwikkelen is moeilijk, maar dat hoeft het niet te zijn. Dat is althans de boodschap van verschillende lowcodebedrijven. Is de technologie de oplossing voor al uw IT-problemen, of zitten er nog addertjes onder het gras?

Snellere ontwikkeltijd, minder nood aan gespecialiseerd IT-personeel, betere communicatie met de business, minder shadow IT, het zijn maar enkele van de beloofde voordelen die we over low code horen. De technologie is vrij nieuw en bestaat erin dat u een platform zoals Mendix, Outsystems of Microsoft Power Apps gebruikt. Daarin zitten een hele reeks componenten en modules die met elkaar compatibel zijn en die u naar hartenlust combineert om eigen apps te bouwen. Een loginsysteem is dan geen reeks code, maar een of meerdere blokjes die u naar uw ontwerp sleept. Het zwaartepunt komt op deze manier te liggen bij de architectuur en het design van de app, wat die allemaal moet kunnen, en minder bij het minutieus doen kloppen van de code.

Niet alle apps werken voor low code’ Jasmina Malevé, senior business analyst eQMS & Low-Code bij Terumo

Da’s althans het idee, en het lijkt steeds meer aan te slaan, zegt Bart Claeys van Apvine, een consultancybedrijf met een focus op Mendix-projecten: “We zijn drie jaar geleden begonnen, en je ziet dat de interesse de voorbije twee jaar aantrekt. Als we in het begin bij een bedrijf langskwamen, had met wat geluk de CIO al van low code gehoord, maar ondertussen weet ook de business wat het is.” Apvine organiseerde rond de technologie een conferentie, ‘Low Code Maniacs’, waar ook Data News de sfeer kwam opsnuiven.

Papier

Waarvoor gebruikt u low code dan? In veel gevallen voor het digitaliseren van papieren processen. Zo was het ook bij supermarktketen Lidl, zegt Jodie Alexander, projectmanager digitalization & innovation. “We hadden in de Lidl-winkels nog veel processen die op papier zijn gebaseerd, en dat zorgde voor tijdverlies”, vertelt ze. Een van de eerste projecten die Alexander inzette was een dashboard waar managers digitale formulieren kunnen beheren. Een vrij simpele use case, met een grote impact, en eentje waar Mendix het juiste platform voor was, legt ze uit: “Welk platform je gebruikt hangt af van de use case. Power apps gebruiken we binnen de groep bijvoorbeeld voor simpeler projecten en Microsoft-integraties. Maar ook hoe kritiek een applicatie is, heeft impact op welk platform we gebruiken.”

“Niet alle apps werken voor low code”, zegt ook Jasmina Malevé, senior business analyst eQMS & Low-Code bij Terumo, een Japanse maker van medische toestellen met Europees hoofdkwartier in Leuven. “Je moet in principe kleinere apps hebben, eenvoudiger, voor kleinere groepen. Een groot ERP-systeem voor het hele bedrijf, dat gaat niet meteen werken.”

Terumo startte drie jaar geleden met low code. Malevé geeft het voorbeeld van een digitaal goedkeuringssysteem voor het bedrijf. “Traditioneel gebruiken we daar een papieren beslissingssysteem voor. Dat werkt volgens de principes van ‘ringi’, een Japans managementsysteem gebaseerd op consensus. In de praktijk gebeurt dat met veel mails, en aan het einde heb je amper documentatie of rapportering buiten die maildraad in Outlook.” Dat kon beter, dacht Terumo, en het was een van de eerste projecten waarvoor ze low code inzetten. “We digitaliseerden dat proces in vijf weken”, vertelt Malevé.

Na enkele van die kleinere digitaliseringen, werkt het bedrijf momenteel aan een ambitieuzer project: een klanten-app waarmee dokters een product kunnen bestellen voor kankerbestrijding. Het product in kwestie gebruikt radioactieve deeltjes die lokaal worden ingebracht en de behandeling is dan ook erg individueel. De dokter moet heel specifieke gegevens invoeren over elke patiënt en diens tumor. Ook de timing moet juist zitten, omdat de radioactieve deeltjes een beperkte houdbaarheid hebben.

“Vandaag gebeurt die bestelling via een telefoontje, waarna al die medische data in SAP worden ingegeven in de backend. In dat proces kunnen menselijke fouten sluipen, en de dokter weet meestal niet wanneer het product geleverd wordt, wat planning voor de behandeling moeilijk maakt,” zegt Malevé. De app moet het nu mogelijk maken om de nodige details zelf in te geven en rechtstreeks naar SAP te sturen. “We gaan nu met de dokters aan de slag en laten hen een dummy versie van de app uitproberen, doorheen Europa omdat het systeem overal net iets anders werkt. Het is voor het eerst dat we met de klant zelf gaan samenwerken en hun input gebruiken om de app te ontwikkelen.”

Legacy

Bestelformulieren, beslissingsprocessen en klantenapps zijn een vaak voorkomend voorbeeld voor lowcode-toepassingen, maar ook het moderniseren van bestaande apps valt daaronder. “We hadden Lotus Domino,” zegt Jorgen Colsoul, ICT directeur bij de FOD Mobiliteit en Vervoer. “Dat waren honderden apps die uitgefaseerd moesten worden, waarvan sommige kritiek, custom made, en een groot deel zonder documentatie. De werknemers die hen hadden geschreven waren al lang weg en we hadden niet langer de interne kennis om die nog aan te passen.”

Jodie Alexander, projectmanager digitalization & innovation
Jodie Alexander, projectmanager digitalization & innovation

Om die apps te vervangen hield FOD Mobiliteit enkele consultaties. De FOD gaf de bedrijven op hun shortlist 24 uur de tijd om een nieuwe use case voor te bereiden, en liet hen die vervolgens op een dag ontwikkelen op de kantoren van Mobiliteit. Om flexibiliteit van het platform te testen, vroeg Colsoul hen nog enkele veranderingen aan te brengen. “Daaruit bleek dat low code de nodige technologie was. De anderen waren niet flexibel genoeg”, zegt hij.

De FOD Mobiliteit gebruikt Mendix momenteel vooral om legacy apps te vervangen en oude Domino apps uit te faseren. “We werken ook aan extensies van core business apps voor de buitenwereld. Een app om online rijbewijzen aan te vragen, bijvoorbeeld,” legt Colsoul uit. Het toeval wil wel dat Lotus Domino in zijn hoogdagen op de markt werd gezet als het ideale samenwerkingsplatform om apps te bouwen. Is hij niet bang dat de FOD met een vendor lock-in te maken krijgt en de geschiedenis zich herhaalt? “Het kan zijn dat ik hier binnen tien jaar sta met een verhaal over hoe ik mijn legacy Mendix-apps heb vervangen”, lacht hij. “Maar de apps die we nu hebben, waren redelijk goedkoop om te bouwen. Dus is de vraag, als je die over vijf jaar moet vervangen, zijn die dan al afgeschreven? Met Java duurt het misschien tien tot vijftien jaar voor je die investering hebt afgeschreven, bij deze apps is de termijn korter. Je moet je ook afvragen of je ‘customer facing’ apps wel zo lang wilt houden zonder ze te moderniseren.”

We kunnen kleine aanpassingen nu zelf doen’ Jodie Alexander, projectmanager digitalization & innovation

Tijdswinst

Belangrijkste argument dat we horen tijdens de presentaties en gesprekken met Mendix-klanten is de tijdswinst. “Tijdens onze pilootfase hebben we tien applicaties gemaakt in een jaar. De meeste daarvan op tijd en binnen budget. Da’s niet iets dat ze bij de business meteen gewend zijn,” zegt Jorgen Colsoul. U kan er dus een hoop tijd mee sparen, op voorwaarde dat iedereen mee is. “Low code is erg agile: je hebt iemand nodig die snel kan antwoorden. De business moet dus zorgen dat er snel beslissingen worden genomen. Je kan niet wachten op een meeting die over twee weken plaatsheeft.”

Die tijdwinst heeft bovendien enkele onverwachte gevolgen voor het IT-park, zegt Leon Schipper, solution architect Rapid Application Development bij de Gemeente Rotterdam. De gemeente, niet toevallig de thuisbasis van Mendix, begon in 2018 met applicaties van het bedrijf, deels om een antwoord te bieden op shadow IT. “Veel kleine apps werden gekocht door de business, zonder dat we daar als IT-departement iets van wisten,” zegt Schipper. “Als ze het aan ons vroegen, duurde het veel te lang om er eentje te ontwikkelen, dus haalden ze die ergens anders.” Met de nieuwe aanpak bouwde de gemeente de voorbije vijf jaar honderd apps. “We halen ideeën bij die shadow IT over wat we moeten bouwen om een antwoord te bieden op de noden van de business, maar dan op onze eigen manier: met compliance, risk mitigation en in regel met de GDPR.”

Hosting

U heeft nu een hoop nieuwe apps, maar waar zet u die allemaal? Belangrijk punt dat we meermaals tegenkomen, is dat van de hosting. Nogal wat bedrijven beginnen enthousiast aan een lowcodeproject en komen na enkele apps tot de conclusie dat hun architectuur dat niet aankan. “Na onze pilootfase merkten we dat het deployment model niet werkte”, zegt Jorgen Colsoul van FOD Mobiliteit. “We moesten overschakelen op Azure Kubernetes Service om alles vlot te laten draaien.”

Mendix biedt een eigen cloud, maar die is beperkt. “Tenzij je een heel specifieke case hebt, is het Mendix platform niet ‘stand alone’. Je moet dat integreren met de rest van je IT en je moet daar van bij het begin rekening mee houden”, zegt Colsoul nog. “Dingen als load balancing, firewalls, certificaten, dat heb je van bij het begin nodig, die architecten moeten aan boord zijn.”

“Lidl maakt deel uit van de grote Duitse Schwarz Group, die ook een eigen IT-dochter heeft”, zegt Jodie Alexander. “Die is volledig onafhankelijk, en we hebben dus ‘ownership’ van onze eigen data.” Een voordeel, maar ook hier moet strategisch worden nagedacht. “Een aantal landen hadden al apps in een ander systeem gebouwd, maar dat paste niet op onze cloud. Dus is er gezamenlijk besloten om naar Mendix te gaan en dat in onze eigen onafhankelijke cloud te hosten.”

Moeten er nog IT’ers zijn?

Nog eentje. Low code wordt soms gepresenteerd als een manier om het tekort aan IT’ers op te lossen. Mendix had het enkele jaren geleden bijvoorbeeld over ‘citizen developers’, gewone medewerkers die snel een eigen app konden ontwerpen en in elkaar steken, waarbij IT alleen nog moet nakijken of alles in orde is. “We kunnen kleine aanpassingen nu wel zelf doen”, zegt Jodie Alexander van Lidl. “Op die manier zijn we minder afhankelijk van externen.”

Voor u daar bent, is er toch wel enige training nodig. Binnen Lidl is dat een traject van drie tot zes maanden met workshops Mendix, training en meer, geleverd door de IT-poot van de grotere groep. “We hebben binnen België we een lokaal business solutions team met rudimentaire ontwikkelingsvaardigheden. Zij hebben training gekregen en kunnen een simpele app maken. Zij gaan ook samenzitten met de business om te bespreken wat er nodig is, en ze onderhouden de apps als ze live gaan. Ingewikkelder apps maken we vaak wel in samenwerking met externe partners.”

De technologie is echter nog vrij nieuw, en specialisten vinden is lastig, net als bij ‘gewone’ IT. “De meeste consultants bieden nu low code aan, maar het is moeilijk om mensen te vinden, zeker seniors,” zegt Jorgen Colsoul. De FOD Mobiliteit is met interne low code teams gestart, maar die zoektocht is op zich al een kwestie van creativiteit. “We hebben het geprobeerd met vacatures voor een ‘low code developer’, maar ontwikkelaars solliciteren daar niet voor, en de low code mensen zien zichzelf niet als developer. Nu proberen we het met creatieve namen zoals ‘low code artist’. We zien wel waar dat uitkomt. Het is voor mij vooral belangrijk om mensen te vinden die heel communicatief zijn, omdat er hard met de business wordt samengezeten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content