Of het de economie echt wind in de zeilen zal geven, valt nog te bezien, maar in de voorbije jaren zijn steeds meer mensen gewoon als ‘makers’ aan de slag gegaan.
Het is een interessant fenomeen dat al jaren opgang maakt : personen die gewoonweg beginnen ‘te maken’… Tim O’Reilly (van de gelijknamige uitgeverij) heeft het over “a new upwelling of interest in making things, embracing everything from new technologies like 3D printing and other forms of advanced manufacturing, robotics, sensor platforms, to crafting and older hands-on technologies.”
Bij O’Reilly ging medeoprichter Dale Dougherty dan ook in 2005 van start met een tijdschrift rond dit thema, ‘Make :’, en de ‘Maker Faires’-events in de VS en rond de wereld.
IN BUSINESS
Intussen zien we dit fenomeen ook opduiken in de economie, met opstartbedrijfjes en individuen die hun ideeën snel tot producten uitwerken. Het lijkt wel een terugkeer naar de beginjaren van de zelfbouw-microcomputer (Altair, Apple I, ZX81…). Maar vandaag kan de stap veel makkelijker worden gezet door ontwikkelingen als ‘additive manufacturing’ (gekend als 3D printing), waardoor de prototype- en productiedrempel sterk werd verlaagd.
Van voertuigen tot etenswaar, modeproducten en speelgoed… je ‘print’ het gewoon, al dan niet met wat hulp van ‘crowdfunding’.
Met het Wilfried Martens Centre en Think Young als organisatoren, en Intel en Google als sponsors, werd dit geïllustreerd tijdens het Europese Makerstown in Brussel. Daar stonden ‘makers’ uit heel Europa zij aan zij, omkaderd met een programma van sessies rond financiering (‘publiek of privé ?’), de Makers revolutie, vrouwelijke ondernemers en hoe een Europees ecosysteem uitbouwen.
Een concreet voorbeeld bood de Belgische opstarter Ebo. Zij namen deel aan het Europees Smart@Fireproject, met het oog op de ontwikkeling van ‘intelligente’ pakken voor brandweerlui en andere hulpverleners. Het betreft een pak met ingebouwde sensoren, die kunnen waarschuwen wanneer de hulpverlener in gevaarlijke omstandigheden (gas, hitte,…) terechtkomt, of er te lang in verblijft.
Hoewel niet weerhouden voor de volgende fase van het project, vormt het prototype wel de basis voor mogelijke verdere ontwikkelingen (zoals andere sensoren, of plaatsbepalingselementen), ook voor andere sectoren (zoals de chemiesector).
ALLE LEEFTIJDEN
Het ‘Maker’ fenomeen is overigens van alle leeftijden. Dat bewees eerder dit jaar Iotopia – een initiatief van StudioDott en AllThingsTalk met steun van Intel, Agoria, Mobistar, Axa en Technopolis, dat mikte op de derde graad van het secundair onderwijs met een Internet of Things-gerichte wedstrijd.
Op basis van de ‘ideation tools’ van StudioDott werden klasteams aangezet een project uit te werken, met een ‘story’, een ‘make’ fase en een (video-ondersteunde) ‘pitch’. De top twee kwam uit het KS JOMA van Merksem (mede door de bezielde inzet van een leerkracht) met respectievelijk een ‘smart store fitting room’ en een ‘smart register’, met op plaats drie een uiterst praktisch ‘automatic safe chicken house’ van het VTI Veurne. Interessant was het bijzonder hoge bruikbaarheidsgehalte van de uitgewerkte ideeën.
Dat is vandaag ook makkelijker dank-zij een breed aanbod van ‘makers’-bouwstenen als het Arduino en Raspberry Pi materiaal, en de Intel Genuino en Edison kits. Intel steunt dit fenomeen uiterst bewust, aldus Stéphane Negre, algemeen directeur Intel West-Europa, “met onze middelen kunnen we die gemeenschap van ‘makers’ helpen door onze technologieën, contacten, toegang tot de markt en coaching. We helpen hen al bij het begin van de proces waar hun project doorheen zal gaan. Dit is geen voorbijgaande mode maar een evolutie !”
En ja, ‘maker’ word je best ‘hoe jonger, hoe beter’. Daarvoor ijveren onder meer de FabLabs in ons land, die jongeren op scholen (of in een rondtrekkende bestelwagen) de smaak bijbrengen van 3D-printing en het wonder om met je handen (en ideeën) wat te creëren. Als ‘makers in de dop’.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier