Hoewel de budgetten veeleer dalen dan stijgen, wordt er vanuit de directies wel extra meerwaarde verwacht. Meer doen met minder geld wordt voor de ict-manager de uitdaging voor 2010.
Alle gesprekspartners zijn het erover eens: de budgetten voor volgend jaar gaan niet de hoogte in, een status-quo is zowat het meest optimistische scenario.
Claude Rapoport (Portima): “De volumes in datatrafiek zullen blijven toenemen. Langs de andere kant blijven de tarieven voor bandbreedte wel verder dalen. Het budget blijft dus min of meer hetzelfde.”
Olivier Knockaert (Vanheede): “Het is duidelijk dat we in 2010 met hetzelfde budget net nog iets meer zullen moet doen. Allicht zal dat resulteren in iets meer druk op de leveranciers.”
Ignace Jacobs (Nexans): “Het budget wordt opgesteld in functie van de omzet. Dat wil zeggen dat we ons budget voor 2010 moeten reduceren, tenzij we een onmiddellijke ‘payback’ van maximaal zes maand kunnen aantonen.” Een van de technologieën die mogelijk volgend jaar op alsmaar meer agenda’s verschijnt, is unified communications (UC). “Je ziet duidelijk dat UC uit het hoekje van de hype aan het kruipen is, en dat het concept al tot in de directiekamers doorgesijpeld is”, zegt Olivier Knockaert. “Naarmate er meer grote referenties bijkomen, zal UC aan populariteit blijven winnen. Het verbaast mij trouwens niet dat Microsoft vaak in die context opduikt, omdat dat een it-omgeving is die bij eindgebruikers vertrouwd overkomt.”
“De opkomst van UC loopt ook mooi samen met de groeiende nood aan mobiliteit”, voegt Claude Ra-poport daar nog aan toe. Al is de definitie van UC volgens Luc Lornoy nog een probleem: “Er is dringend standaardisering nodig. Microsoft staat het verste op SIP-gebied, maar het is wel een gesloten ecosysteem.”
Cloud computing
Een misschien wat verrassend resultaat uit onze enquête is dat maar 20 procent van de ondervraagden zegt dat cloud computing een volwaardige oplossing is. Daniëlle Jacobs wijt het resultaat aan de zwart-wit stelling. “Heel wat bedrijven zijn ondertussen al gedeeltelijk naar cloud computing overgestapt of overwegen het.”
Voor Claude Rapoport is het duidelijk dat de grote bedrijven veel minder snel gaan in die cloudcomputing-evolutie omdat ze willen weten waar hun gegevens zich bevinden. “Ik ben er van overtuigd dat iedereen sinds twee jaar wel weet dat het ASP-model -noem het SaaS, of cloud computing – werkt. Vóór die tijd hadden we twee grote aandachtspunten rond ons ASP-model: beschikbaarheid en de responstijd. Vandaag zijn dat echter geen is-sues meer. Een mooi bewijs daarvan is Google: dat werkt altijd, of toch bijna (lacht). Het kritieke punt blijft nog steeds dat je uiteindelijk niet weet waar je gegevens terechtkomen. Vandaag in Brussel, morgen in Londen en overmorgen in Sydney. Veiligheid wat de toegang van gegevens betreft, is nu het belangrijkste aandachtspunt. Als je met Google Mail naar een bedrijf trekt, komt meteen de vraag hoe dat dan wel beveiligd is. Hoe kan ik als bedrijf zeker zijn dat niet iedereen toegang heeft of dat Google zelf geen toegang heeft? Op die vraag heeft cloud computing voor mij nog steeds geen duidelijk antwoord.”
Olivier Knockaert ziet ook een niet te onderschatten emotioneel aspect: “In hoeverre kun je afstand doen van je gegevens? Puur technisch zijn de grootste zaken wel op te lossen, maar het gaat nog altijd over het feit dat je zaken uit handen geeft en dat je je daar goed moet bij voelen.” Luc Lornoy wijst er dan weer op dat je niet per se de controle volledig uit handen moet geven: “Je hoeft niet je gegevens in een datacenter in Singapore te bewaren Je kunt dezelfde cloudcomputing-principes ook op een andere schaal toepassen binnen je eigen organisatie en alles intern bewaren.”
Ignace Jacobs ziet helaas veel verwarring rond de verschillende termen. “Als je over virtualisatie gaat spreken met pakweg VMware, dan hebben zij het over interne en externe cloud computing. Onze servers zijn voor een groot stuk gevirtualiseerd. Maar moet ik dat dan cloud computing noemen? Ons HR-systeem werkt in een ASP-model: is dat dan cloud computing, of is het dan veeleer Software-as-a-Service?” In één adem wijst hij ook op de wan-kost die dikwijls vergeten wordt: “Je moet centraliseren maar je mag niet aan de bandbreedte raken. Het gevolg: alles wat vroeger over het lan passeerde, komt nu binnen langs het wan. Als je dan die bandbreedte moet beginnen upgraden, heb je dan wel kosten gespaard door te centraliseren?”
En zo komt het onderwerp weer op bandbreedte. “Ja, vandaag kunnen we de bandbreedte nog laten toenemen, maar hoe lang gaat de bestaande technologie over koper of coax het nog redden?”, gooit Luc Lornoy in de groep. “Fibre-to-the-Home (Ftth) is wat we nodig hebben. Maar als we moeten wachten tot onze operatoren daarin beginnen investeren, dan is het hopeloos”, besluit hij ietwat pessimistisch.
Kristof Van der Stadt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier