Een dot van een carrière in de VS, een wereldburger eersteklas, steeds met beide voeten in de realiteit en immer sympathiek en toegankelijk: er zijn genoeg redenen om met veel respect te spreken over Sophie Vandebroek. Als eerste vrouw ooit verkoos de Data News-redactie haar dit jaar tot ICT Personality of the Year.
“Liever in het Engels, als je dat niet erg vindt”, zegt een opvallend opgewekte Sophie Vandebroek. Aan de overkant van de plas is het nog maar half 9 ‘s ochtends. “Ik kom ongeveer 2 keer per jaar naar België. Ik heb dan altijd ruim een dag nodig voor ik weer in het Nederlands begin te denken.” Niet zo abnormaal voor iemand die al meer dan de helft van haar leven in de VS heeft doorgebracht. De plotse dood van haar man in 1996 leidde er zelfs onrechtstreeks toe dat ze het Amerikaanse staatsburgerschap moest aanvragen… en zo haar Belgische nationaliteit verloor. “Ik zou deze award dus eigenlijk niet mogen winnen!” Ze lacht, maar geeft toe dat het haar wat dwarszit. “Ik dacht dat mijn drie kinderen nog de Belgische nationaliteit hadden. Nu blijkt dat, via mij, ook mijn kinderen de Amerikaanse nationaliteit hebben gekregen. Daarom moest ik onlangs voor mijn zoon, die in Leuven een master biomedische wetenschappen wil komen studeren, een heel visumproces doorlopen. Ze zeiden me ook dat ik weer de Belgische nationaliteit zou kunnen aanvragen. Maar daarvoor moet ik eerst een duimendik aanvraagdossier invullen. Very frustrating. En dat terwijl ik België nog altijd ‘home’ noem…” Maar dat maakt de blijdschap over de ICT Personality-award er natuurlijk niet minder op. “Ik was erg verrast, omdat de vorige winnaars bijna allemaal nog in België woonden en werkten. Bovendien greep ik eerder dit jaar naast jullie award voor ICT Woman of the Year.”
Is het voor u belangrijk dat u de eerste vrouwelijke ICT Personality of the Year bent?
SOPHIE VANDEBROEK: Wel, ik heb nu al verschillende awards gewonnen waar ik de eerste vrouwelijke laureate was. Zo was ik in 2005 de Rochester Engineer of the Year. Die award bestond 70 jaar tot ik die als eerste vrouw won. Dus ja, ik vind dat wel belangrijk, omdat ik met veel plezier een rolmodel wil zijn voor opkomende vrouwelijke wetenschappers, leaders en ingenieurs. Hopelijk winnen er vanaf nu veel meer vrouwen jullie award! Bij Xerox apprecieer ik die cultuur van diversiteit ook enorm. Onze ceo Ursula Burns is een afro-Amerikaanse dame en ook onze vorige ceo, Anne Mulcahy, is een vrouw. We hebben veel mensen uit verschillende culturen én vrouwen in topposities bij Xerox.
U werkt nu – met een korte pauze in het midden – al 20 jaar voor Xerox. Wat is de reden voor die lange carrière bij één bedrijf?
SOPHIE VANDEBROEK: Ik hou enorm veel van mijn job. Niet alleen die cultuur die ik daarnet beschreef, maar ook de ‘content’. Xerox is één van de laatste overgebleven bedrijven met zulke grote wereldwijde onderzoekscentra. Ik kan daardoor constant samenwerken met fantastische mensen wereldwijd. Zoals Alan Kay, één van de researchers van het onderzoekscentrum PARC in de vroege jaren ’70, ooit zei: “De beste manier om de toekomst te voorspellen, is om ze zelf uit te vinden.” Alles wat wij aan technologie zullen gebruiken binnen 5 à 10 jaar: Xerox werkt er vandaag aan. Wij creëren die toekomst elke dag. Een tweede reden is de evolutie van het bedrijf Xerox. Wij waren nog niet zo lang geleden een puur technologiebedrijf. Nu zijn we een firma waarbij de helft van de omzet uit services gehaald wordt. Die hele transitie was enorm interessant.
Hoe heeft die evolutie uw job veranderd?
SOPHIE VANDEBROEK: Ik ben een burgerlijk ingenieur elektromechanica met een doctoraat (PhD) in micro-elektronica aan Cornell. Kortom, ik ben begonnen als een erg hardwaregefocuste designer. Maar in die 20 jaar bij Xerox heb ik zo veel bijgeleerd: de eerste jaren draaide het bij Xerox vooral rond toner, inkt, materialen, maar de voorbije 5 jaar ging het vooral over internet, netwerken, grote systemen. En nu ligt de nadruk op big data, software, artificial intelligence. Het is een privilege om constant te blijven leren. Maar ik werk gelukkig samen met de slimste onderzoekers en partners. In mijn rol is het dus vooral zaak om de juiste vragen te kunnen stellen. En misschien nog belangrijker: de juiste mensen aan te duiden voor de juiste rol. Mensen die je vertrouwt. Zij helpen mij om de juiste investeringsbeslissingen te nemen.
Transitie
Wat ziet u als uw belangrijkste verwezenlijking bij Xerox?
SOPHIE VANDEBROEK: Moeilijke vraag. Elk jaar zijn er wel essentiële technologische doorbraken in de onderzoeksteams wereldwijd, zowel op technologisch vlak voor Xerox als op vlak van services. Ik denk dat de grootste verwezenlijking was om – te midden van die evolutie van een technologiebedrijf naar een servicesbedrijf – een diverse, gepassioneerde en state-of-the-art organisatie te creëren die niet alleen doorgedreven research blijft doen, maar die ook echt gelinkt is aan onze business en die van onze klanten. En dat tijdens een penibele periode: 10 jaar geleden was Xerox bijna failliet, terwijl we nu honderden miljoenen dollars per jaar aan cash verdienen. Wij zijn erin geslaagd om die transitie te maken.
Hoe weeg je die ‘hardcore’ research af tegen meer businessgerichte ontwikkelingen?
SOPHIE VANDEBROEK: Ik beheer het portfolio met 3 ‘investeringsemmers’: één is ‘explore research’, erg gefocust op de creatie van nieuwe intellectuele eigendom en om echt de grenzen te verleggen van wat we vandaag weten. Dat zijn kleine projecten. De echt veelbelovende projecten verschuiven naar een ‘incubatiefase’. In die fase werken we nauw samen met de businessteams zodat de business value goed begrepen wordt. Die projecten die erg waardevol zijn en wetenschappelijk haalbaar schuiven dan door naar de ‘partnershipfase’, waar de businessteamleaders de commercialisatie van de nieuwe dienst of technologie overnemen. We proberen een heel gebalanceerd portfolio uit te bouwen in samenwerking met onze partners in de verschillende businesslijnen van Xerox.
Betrekken jullie ook jullie klanten bij de research?
SOPHIE VANDEBROEK: Zeker. We houden dan zogenaamde ‘dreaming sessions’. Henry Ford, de uitvinder van de eerste auto, zei ooit: “Als ik mijn klanten zou gevraagd hebben wat ze wilden, dan zouden ze geantwoord hebben: ‘ik wil een paard’.” Wel, wanneer ik mijn klanten jaren geleden vroeg wat ze wilden, zeiden ze allemaal: ‘sneller, goedkoper en betere kwaliteit’. Je hoorde nooit: ‘ik wil slimme software die door mijn patiëntenbestanden grasduint en die in een vroeg stadium een epidemie van een ziekenhuisbacterie kan voorspellen’. Daarom heb je die ‘dreaming sessions’ nodig, waarop de klanten hun problemen kunnen voorleggen. Dan brengen we researchers in die dialoog om hun uitvindingen te tonen. Dan start het ‘dromen’. De kans dat je een dienst of product ontwikkelt waarvoor klanten effectief willen betalen, is zo veel hoger.
Een paar kostuums
Hoe zou u uw eigen managementstijl omschrijven?
SOPHIE VANDEBROEK: Ik zei vroeger altijd: behandel mensen altijd zoals jij wilt behandeld worden. Ooit antwoordde iemand daarop: ‘nee, je moet mensen behandelen zoals zij zelf willen behandeld worden’. Dus nu probeer ik dat te doen. Ik beveel nooit iets. Want ook ik zal niet zomaar iets doen omdat iemand mij dat oplegt. Ik moet geloven in wat ik doe. Daarom probeer ik mensen aan te moedigen om met een idee te komen. Het is zoals een goed huwelijk, waarbij je je echtgenoot moet proberen te doen geloven dat het zijn idee is (lacht). Hoe meer ideeën van je team en van de individuen binnen je organisatie komen, hoe meer gepassioneerd ze erover zullen zijn.
U wordt hier en daar omschreven als zeer gedecideerd. Klopt dat?
SOPHIE VANDEBROEK: (Licht verontwaardigd) Ik neem snel beslissingen, ja. Maar ik baseer die altijd op de pro’s en contra’s die experts mij voorleggen. Zodra iets juist aanvoelt, neem ik een beslissing. Na 12 jaar een alleenstaande moeder van 3 kinderen geweest te zijn, zonder familie in de VS, heb ik geleerd om erg georganiseerd en snel te zijn. Er is geen tijd meer om diep op één topic in te gaan. Daarom hebben mensen misschien de perceptie dat ik heel decisive ben. Maar ik heb vooral graag dat het ‘de beslissing van het team’ is. Ik geloof in gedistribueerd en empowered leiderschap van de onderzoekers op alle niveaus. Ik hou ervan dat mensen hun eigen ideeën naar voren schuiven en dan zeg ik: ‘run with it!'”
Hoe heeft het verlies van uw man uw manier van werken bepaald?
SOPHIE VANDEBROEK: Veel dingen waarvan ik dacht dat ze belangrijk waren in het leven bleken dat helemaal niet te zijn. Mensen maken zich veel te veel zorgen over kleine dingen. Toen ik 34 was, kon ik me druk maken over het feit dat mijn kinderen twee dagen op rij hetzelfde t-shirt droegen of geen douche hadden genomen. Maar ik leerde toen dat dat zo onbenullig is. Ik heb mij toen gefocust op wat wel belangrijk was: ervoor zorgen dat mijn kinderen uit die moeilijke periode kwamen als gelukkige, mature mensen. Ik ben er bijna! Andere dingen, zoals mode of materiële zaken, vind ik ronduit onbelangrijk. Gelukkig reis ik zoveel dat mensen niet merken dat ik maar een paar kostuums heb. (lacht)
Heeft u een levensmotto?
SOPHIE VANDEBROEK: Ik heb een favoriet Chinees spreekwoord dat zegt: ‘In chaos zitten er opportuniteiten’. Ik kreeg dat spreekwoord ingekaderd van een medestudent aan Cornell. Het hangt sindsdien in mijn kantoor. Het leerde mij dat ik altijd, in elke situatie, naar de kansen moet kijken. De concurrentie die een klant afsnoept, iemand die je liefhebt die ziek wordt of een relatiebreuk die je moet verwerken: zulke dingen zijn altijd moeilijk. Maar als je rationeel ook naar de kansen probeert te kijken, helpt je dat wel door die periode heen.
Stefan Grommen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier