Als we operatoren horen uitpakken met een test van de netwerkkwaliteit dan mag je er vrij zeker van zijn dat elke operator telkens goede resultaten boekt in het onderzoek dat het zelf naar buiten brengt. Maar wat meet zo’n onderzoek eigenlijk?

Er zit een haar in de boter tussen Proximus en Mobistar. Onze redactie vernam uit goede bron dat Proximus niet opgezet is met de manier waarop Mobistar zich opwerpt als het betere netwerk. In een recent onderzoek van Mobistar, uitgevoerd door Commsquare, komt het bedrijf naar buiten met dekkingscijfers waarin het op bijna alles beter scoort dan concurrent Proximus. Enkel de verzendsnelheid via 3G en 4G ligt bij Proximus hoger. Proximus bevestigt dat er een zaak loopt bij de Rechtbank van Koophandel, maar wil niet kwijt met welke argumenten (en dus op basis van welke cijfers) het de strijd aangaat.

Maar wat zit er eigenlijk achter beweringen als ‘het beste netwerk’? Tijd om ons licht op te steken bij Commsquare, het bedrijf dat voor zowat alle operatoren de baan optrekt, inclusief de meest recente test in opdracht van Mobistar. “We doen dat meestal in opdracht van de operator, dus ze weten wel dat we testen uitvoeren”, legt Stefan Engels, ceo van Commsquare uit.” De test zelf gebeurt volgens ETSI-standaarden (European Telecommunications Standards Institute, nvdr), maar er zijn wel bepaalde vrijheden. Zo bepalen wij de details van waar en wanneer wordt gemeten, al weet de operator wel in welke maand en welke steden er wordt gemeten. Commsquare voert steeds metingen uit in de 5 grootste steden, typisch aangevuld met 10 tot 20 middelgrote steden zoals Mons, Namen, Leuven of Mechelen.” De test is in principe niet beïnvloedbaar door tijdelijk het netwerk te verbeteren. Toch lijkt het alsof de vragende partij het goed doet. “Als een operator reclame wil maken met de resultaten, dan gaan ze natuurlijk de nadruk leggen op resultaten die hen goed uitkomen. Wij valideren wel dat wat zij willen verspreiden op hun website volledig en correct is, maar ze kiezen zelf welk resultaat wordt benadrukt in een campagne”, licht Engels toe.

Engels wijst er op dat operatoren in het verleden niet altijd de context (zoals waar en wanneer er wordt gemeten) meegaven, maar legt dit nu zelf op aan de operatoren. Dat merk je in kleinere dorpen. Spelers kunnen in zo’n onderzoek een bijna perfect cijfer halen met uitstekende netwerkprestaties in de twintig grootste steden. Terwijl je in kleinere dorpen zoals Langdorp, Kerksken of Bohan lang niet overal kan bellen of mobiel internetten omdat de dekking te wensen overlaat.

HOE WORDT ER GEMETEN?

De operator die betaalt voor het onderzoek weet misschien niet exact waar juist in steden er wordt getest, maar de periode en intensiteit kennen ze wel. “Doorgaans komen wij kijken nadat een speler bepaalde netwerkinspanningen heeft geleverd die wij dan kunnen bevestigen.” Toch is het niet zo dat een operator zijn bereik of prestaties tijdelijk kan verbeteren. “Dat zijn permanente zaken. Het is niet zo dat we ergens een goede netwerkdekking vinden die kort nadien verslechtert.” Hetzelfde geldt voor het specifiek manipuleren. “Dat lijkt me bijzonder moeilijk. Als wij in Brussel rondrijden, dan is dat parcours heel willekeurig.” Ook gaat het nooit om een meting van één of enkele dagen. “Twintig dagen rondrijden is een absoluut minimum, bij de meeste onderzoeken zijn dat er zelfs dertig en we hebben al testen gedaan die over zestig dagen liepen,” zegt Engels.

Wat wel kan gebeuren is dat de operator in kwestie onzorgvuldig communiceert. “Soms heeft men het over oppervlaktes, soms over bevolking. Maar over bevolkingsdekking doen wij geen vaststellingen, ook omdat wij vooral meten op plaatsen waar veel mensen wonen en werken, maar niet in alle gemeenten.” Het manipuleren van een netwerk om betere meetresultaten te krijgen is dus zo goed als onmogelijk. Maar het gebeurt wel dat de resultaten soms selectief worden geciteerd. Altijd dus de kleine lettertjes op de website lezen wanneer iemand beweert de beste te zijn.

Pieterjan Van Leemputten