Azure, Internet Explorer 9, Silverlight 4, Office 2010: Microsoft had heel wat te vertellen op de Professional Developers Conference (PDC) in Los Angeles. De concurrentie is gewaarschuwd.
Toegegeven, de PDC was minder groots van opzet dan een jaar eerder. Er werden ook minder bezoekers opgetekend, maar dat kon de pret niet bederven. Sinds de lancering van Windows 7 lijkt het wel of Microsoft op een wolk leeft. De vele aankondigingen in het gigantische Convention Centre konden die indruk alleen maar bevestigen.
Het grote nieuws was natuurlijk de lancering van Azure, het online platform dat van Microsoft plotsklaps een belangrijke dienstverlener maakt. Azure is hét grote wapenfeit van Ballmer en co. in wat momenteel de voornaamste wedren is in technologieland, namelijk cloud computing. En op het eerste gezicht lijkt Azure alvast enkele troeven in huis te hebben waarmee het zich kan onderscheiden van de andere aanbieders.
Zo kunnen applicaties voor een stuk ‘on-premise’ draaien, en voor een stuk in de wolk. Wat van Azure een erg flexibel product maakt. Het argument dat je ‘gegijzeld’ zit in de cloud, houdt plots veel minder steek.
‘Sydney’ en ‘Dallas’
Om twijfelaars toch over de streep te trekken, komt Microsoft volgend jaar met ‘Sydney’ op de proppen, een veiligheidsmechanisme dat ondernemingen die een deel van hun applicaties in de datacenters van MS willen laten draaien, tegemoet komt. Sydney laat locale applicaties als het ware ‘praten’ met toepassingen in de cloud.
Erg belangrijk bij Azure is de ondersteuning van Windows Server, en meer bepaald het feit dat klanten binnenkort hun eigen virtuele machines zullen kunnen overzetten naar het platform. Redmond gaat dus niet alleen concurreren met cloudleveranciers zoals Amazon en Google, maar opent meteen ook de aanval op de leveranciers van virtuele servers.
Voorts kunnen alle programmeertalen op het .NET-platform gebruikt worden voor het ontwikkelen van applicaties, inclusief Visual Basic, en is er een opening gemaakt naar het concurrerende Java. “Je merkt dat Microsoft moeite gedaan heeft om Azure niet als zuiver .NET-ontwikkelingsplatform af te doen”, beaamt software-engineer Maarten Balliauw van RealDolmen. “Zo worden onder andere ook PHP, MySQL en Ruby ondersteund. Eén van de meest ‘schokkende’ dingen die ik gezien heb op de PDC, was dat WordPress perfect bleek te draaien op Azure (‘WordPressOnAzure’, nvdr.). Het zou enkele jaren geleden niet waar geweest zijn.”
Dat Microsoft tienduizenden softwarebouwers warm wil maken voor Azure, bleek onder meer uit de introductie van de cloudgebaseerde applicatiewinkel ‘PinPoint’. Ontwikkelaars die gebruik maken van Azure, kunnen hun applicaties voortaan aanbieden via deze online marktplaats.
In één adem werd ook ‘Dallas’ boven de doopvont gehouden, een catalogus die publieke en commerciële data beschikbaar stelt voor derden. Chief softwarearchitect Ray Ozzie van Microsoft stelde Dallas voor als een ‘data as a service’-dienst, waarbij er op een innovatieve manier kan worden omgegaan met interessante informatiebronnen.
Eén van de partijen die al data beschikbaar stelt in de Microsoft-cloud, is de Nasa. Via een interactieve atlas van de ruimtevaartorganisatie kan je als buitenstaander beelden van de Mars Pathfinder-missie doorzoeken én gebruiken. Dichter bij huis plaatste het European Environment Agency de ‘Eye on Earth’-kaart al online in Azure, waarop derden kunnen spelen met gegevens over de water- en luchtkwaliteit op het continent.
“Wat België betreft, hebben we nog geen weet van partijen die data willen aanleveren voor Dallas”, aldus directeur developer and platform group Luc Van de Velde van Microsoft. “Maar het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) zou zeker in aanmerking komen, net als Truvo. Deze bedrijven zouden hun informatie voor een zacht prijsje kunnen aanbieden aan ontwikkelaars.”
Three screens and a cloud
Tijdens zijn keynotespeech ging Ray Ozzie dieper in op het nieuwe ‘three screens and a cloud’-scenario van Microsoft, waarbij software probleemloos wordt afgeleverd op pc’s, mobieltjes en televisietoestellen (!!), allemaal vertrekkend vanuit Azure. Voor een bedrijf dat groot geworden is met het aan de man brengen van desktopgerichte software, is dat een ommekeer die kan tellen.
“And from now on there’s also one way to write for everything: the server, the desktop and mobile”, klonk het zelfverzekerd. “Met .NET 4 en Silverlight 4 volstaat het inderdaad om een toepassing één keer te schrijven”, bevestigt Van de Velde. “De code is 100 procent compatibel, en kan gebruikt worden voor alle platformen.”
Bedrijven die dat wensen, kunnen hun data vanaf januari al toevertrouwen aan de megacomputers van Ballmer en co. In eerste instantie zal er gewerkt worden met datacenters in de VS, maar in de loop van volgend jaar worden Dublin en Amsterdam ingeschakeld voor Europese klanten. Desgewenst kunnen data en applicaties vanaf dan enkel in Europa worden gehost.
In een testproject kwam Microsoft opdraven met prijzen van acht eurocent per uur voor het gebruik van één processor, en tien cent per maand voor het huren van één gigabyte opslag. Dat is ongeveer hetzelfde als wat Amazon vraagt. “Maar het is moeilijk om de prijzen te vergelijken”, zegt Van de Velde, “want ons aanbod is compleet anders.”
“Bij Amazon koop je eigenlijk infrastructuur”, aldus nog de directeur. “Voor veiligheid en management moet je zelf instaan. Met Azure bieden we een volledig platform aan, inclusief management. Als je een SQL database gebruikt, kan je op piekmomenten ook probleemloos scalen. In het model van Amazon, waar je als het ware je volledige omgeving deponeert, heb je die mogelijkheid niet.”
“Amazon stelt alleen virtuele machines ter beschikking”, zegt ook technology manager Henri De Roeck van websitebouwer The Reference, “terwijl je je bij Azure de luxe kan veroorloven om te focussen op je eigen applicatie, MS zorgt voor de rest. Eén en ander maakt dat jonge start-ups een erg interessante doelgroep vormen. Die willen niet zwaar investeren in infrastructuur om enkele piekmomenten te kunnen opvangen.” Intussen draaien er trouwens al 45 ‘Belgische’ toepassingen op Azure, in de vorig jaar gelanceerde bèta-omgeving. Daar zijn mensen bij die gewoon hun blog op het platform hebben geplaatst, maar ook softwarebouwers die bekijken op welke manier ze hun product het vlotst bij de klant kunnen krijgen. “Wat prijs betreft, moet je drie dingen in rekening nemen”, besluit Van de Velde. “Je hebt het besturingssysteem Windows Azure. Daarnaast is er de databasecomponent SQL Azure, en in derde instantie heb je de applicatieserver. Voor alle drie is er een aparte prijsstructuur.”
“Klanten krijgen maandelijks een factuur in de bus van hun werkelijke verbruik, gebaseerd op het ‘pay-as-you-go’-model. En eerlijk is eerlijk: de uiteindelijke prijs gaat niet noodzakelijk lager liggen dan wanneer je alles zelf organiseert. Wanneer je een goede it-omgeving onder dak hebt, die voor 100 procent geoptimaliseerd is, ga je allicht op dezelfde prijs uitkomen, of misschien zelfs iets goedkoper. Maar wie heeft al zo’n omgeving in huis?”
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier