Microsofts Professional Developers Conference in Los Angeles stelde niet teleur: de aankondiging van Windows 7 kwam er. Maar de Azure services stalen toch de show.
Voor Chief Software Architect Ray Ozzie was het de eerste keer dat hij op PDC in de schoenen van zijn grote voorganger – Bill Gates – stapte. Als ‘gewone bezoeker’ stelde hij in de loop van de jaren steeds weer vast hoe belangrijk het succes van ontwikkelaars en partners was voor het voortbestaan van Microsoft. Dat verklaart ook waarom het ecosysteem van Microsoft zo ongemeen hecht en trouw is.
Diensten en de ‘cloud’
Dat Microsoft geregeld stevig van koers verandert, draagt ook bij tot dat succes. Zo was er ooit de memo van Bill Gates waarin hij zonder omwegen duidelijk maakte dat Microsoft zich met vereende krachten moest toeleggen op het internet, met het gekende resultaat. Voor Ozzie was deze PDC eveneens van historische betekenis, een “belangrijke verandering, zoals Microsoft één keer om de tien jaar doormaakt.” Hij verwees daarmee naar de aankondiging op dag één van Windows Azure en Azure Services. Die vormen Microsofts antwoord op de noden van de vijfde generatie ‘computing’, alias de wereld van services in de ‘cloud’. Of hoe je resources die niet je eigendom zijn of onder je controle vallen, kan aanwenden. Als idee is het niet nieuw, want Ray Ozzie zelf verwees naar de servicebureaus van de jaren zeventig en tachtig waar heel wat kleinere bedrijven hun toepassingen draaiden. Met Azure Windows en Azure Services formaliseert Microsoft ook een groep producten en diensten waarmee het in verschillende divisies ervaring heeft opgedaan rond ‘software en services’.
De basis wordt gevormd door Windows Azure – een “extended next generation version of Windows Server 2008, with a cloud design point”. Zeg maar een ‘OS voor de cloud’. Daar bovenop biedt (of voorziet) MS een reeks services – Live Services, .Net Services (als een service bus, toegangscontrole en workflow services), SQL Services (opslag), SharePoint Services en Dynamics Services – tot wat samen ‘Azure Services’ heet. Gebruikers zullen op dit alles hun eigen toepassingen kunnen creëren, onder meer vanuit Visual Studio, en daarbij ook een beroep kunnen doen van die Microsoft-diensten. Dat moet resulteren in toepassingen die snel en makkelijk over bijkomende resources kunnen beschikken, als de nood daaraan plots stijgt. Microsoft benadrukt dat met Azure Services een platform wordt gecreëerd, op dezelfde wijze als het voordien platformen met alle nodige middelen – van ontwikkeling tot deployment – voor de pc en servers heeft gecreëerd.
Virtualisering
Voor de Azure Services doet Microsoft een beroep op eigen datacenters die het als een enkele gevirtualiseerde omgeving beheert. Voor die omgeving wordt een beroep gedaan op een een ‘fabric controller’ (een verdere ontwikkeling van Hyper-V) die het dynamisch beheer van de faciliteiten voor zijn rekening neemt. In wezen wordt daarbij voortgebouwd op elementen die vandaag al hun sporen hebben verdiend in de soa-wereld. Azure Services zal overigens ook uitbreidbaar zijn met diensten die door derden worden geboden, dank zij een op standaarden gesteunde openheid. De services die aan de eindgebruikers worden geleverd, worden beschreven in een model (een XML file), dat op zijn beurt kan worden aangewend voor een vlot beheer en/of doorgroeimogelijkheden van de toepassingen van die klant. Voorts voorziet Microsoft ook verschillende diensten inzake redundantie en bedrijfscontinuiteit voor de gebruikers, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om veschillende kopies van data op geografische verspreide locaties op te slaan.
Microsoft stelt wel uitdrukkelijk dat het de Azure Services uitsluitend vanuit de eigen datacenters zal aanbieden. Een beslissing die ongetwijfeld een impact zal hebben op de onderhandelingen van de klanten met het bedrijf (wat bijvoorbeeld bij een eventuele verstoring van de relatie tussen MS en de klant), terwijl Microsoft ook zijn netwerk van datacenters in de wereld zal uitbouwen. De klanten zullen overigens wel de mogelijkheid van een hybriede aanpak hebben, met een mix van toepassingen bij de klant zelf, als bij Microsoft en bij derden. Azure Services is vandaag overigens nog alleen in datacenters van Microsoft in de USA beschikbaar en dus officieel nog niet in Europa (maar het is nu eenmaal een internet wereld, klinkt Microsoft, zodat allicht ook voor Europeanen de deur open staat). Voorts is het nog een project in ontwikkeling, dat vandaag beschikbaar is als een Community Technology Preview waarop belangstellenden kunnen inschrijven. Duidelijk is wel dat op langere termijn Azure Services van groter belang zal zijn voor Microsoft (of althans behoort te zijn) dan de andere grote aankondiging van deze PDC, in casu Windows 7. Dat was overigens ook de opinie van een groep Belgische bedrijven, present op PDC, die schier unaniem Azure Services hoger inschatten. Ze hadden trouwens geen opvallend bezwaar hadden tegen het feit dat Microsoft die diensten alleen in zijn eigen datacenters aanbiedt.
Windows 7
Meer in de kijker liep natuurlijk de nieuwste versie van Windows voor de desktop, in casu Windows 7. En dat mag je letterlijk noemen, want de vele pc’s die ter beschikking stonden van de bezoekers voor het raadplegen van hun mail, de conferentiesessies en dies meer, draaiden vrolijk onder een testversie van Windows 7.
Met de aankondiging gaven Chief Software Architect Ray Ozzie en zijn team blijk van een knap staaltje evenwichtskunst: de nieuwe mogelijkheden van Windows 7 werden aangeprezen zonder Vista keihard af te vallen. In de marge werd dan ook nogmaals belicht dat Vista SP1 de meeste problemen wel heeft opgelost en dat wie overstapt naar Vista ook meteen gebeiteld zit voor Windows 7.
De eerste kennismaking was overwegend op de gebruikersinterface gericht. In die versie – een meer recente versie dan aan de deelnemers werd uitgedeeld – viel onder meer een sterk verbeterde ‘taskbar’ op. Door met de cursor over de iconen in die balk te glijden, krijgt men een overzicht van welke vensters open staan in combinatie met die toepassing en kan zelfs makkelijk naar het betrokken window worden overgestapt. Bovendien kan per toepassing snel en vlot een ‘jumplist’ met bijvoorbeeld het overzicht van de meest recente bestanden worden opgevraagd. Microsoft heeft overigens sterk geinvesteerd geavanceerde interfacemogelijkheden, zoals een ‘touch’-interface. In combinatie met een aanraakgevoelig scherm kan de inhoud ervan met behulp van vingerbewegingen (zoals aanwijzen, met de vinger verslepen, met de vingers vergroten of verkleinen…) zoomen etc) worden gemanipuleerd, bijvoorbeeld in een tekenprogramma. Omdat in Windows 7 alle muisbewegingen en -clicks in dergelijke ‘touch’-beweginghen kunnen worden vertaald, kunnen ook bestaande toepassingen daar gebruik van maken. Andere vernieuwingen zijn ‘libraries’ (virtuele collecties van files, ongeacht hun fysieke opslagplek, eventueel zelfs op andere systemen), makkelijker netwerkfaciliteiten en een vlotter beheer van aangesloten apparaten (wat af en toe een déja vu reactie opleverde). Aan de frustraties van het bombardement van boodschappen door de User Account Control werd verholpen door de gebruiker te laten bepalen hoeveel van die berichten hij of zij wil ontvangen. Op basis van de demo’s leek de boodschap van Microsoft inzake Windows 7 ook meer gericht op de consument dan op de zakelijke gebruiker in bedrijven. Interessant is overigens dat Microsoft ook de mogelijkheden van Windows 7 in de wereld van robotica, sensors en dies meer sterk in de verf zet. Zo konden de bezoekers gratis een ‘sensor development kit’ voor Windows 7 meenemen.
In 2009
Op PDC werd Windows 7 zelf getoond en meegegeven als een pre-beta ‘M3’-milestone. Microsoft verklaarde lessen te hebben getrokken uit de introductie van Vista. Toen was het ecosysteem – de ontwikkelaars, driverbouwers etc – duidelijk niet voldoende voorbereid. Dat wordt nu opgevangen door de belangsrijkste betrokkenen continu nieuwe builds te bezorgen, maar ook door testmiddelen ter beschikking te stellen, door communicatie via de ‘E7’ blog etc. Begin volgend jaar volgt er dan een Bèta, waarvan op een strikt gestructureerde wijze informatie zal worden ingewonnen (door middel van een Feedback Tool en door een Customer Experience Improvement Data programma). Op basis van dat alles zal dan worden bepaald wanneer de re-lease candidate en vervolgens de release to manufacturing versie komt. Over de exacte verschijningsdatum van Windows 7 kon Windows-baas Steven Sinofsky (sernior vice-president Windows & Windows Live Engineering Group) dan ook nog geen uitsluitsel geven, maar circa “drie jaar na de general release van Vista” lijkt wel een goed richtpunt. Vista werd eind 2006 vrijgegeven voor de bedrijven, terwijl eind januari 2007 het grote publiek aan de beurt was. Hoe hoog de de verwachtingen voor Windows 7 zijn, moge allicht blijken uit de locatie waar Microsoft voor de pers een eerste tipje van de sluier heeft gelicht. Dat gebeurde in een hotel, dat op de hoek van ‘seventh street’ en… ‘Hope street’ lag.
Meer info over Azure Services op www.azure.com.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier