Wanneer Microsoft in 1991 zijn eerste echte onderzoekslab in Redmond opzet, telt het bedrijf bijna 5.000 werknemers, bedraagt de jaaromzet ca. 1 miljard dollar en is Windows nog maar aan versie 3.11 toe. Vandaag telt het autonome Microsoft Research zes labo’s wereldwijd, met naast Redmond vestigingen in Cambridge (UK), Bejing, Bangalore, Silicon Valley en Cambridge (Mass).
Andrew Herbert, managing director van het Cambridge lab en “Microsofts eerste onderzoekscentrum buiten de VS, opgericht in 1997” benadrukt het autonome karakter van Microsoft Research. “We staan los van de productgroepen en bepalen zelf ons doel, wat een langetermijnvisie mogelijk maakt!” Elk lab heeft daarbij zijn eigen kernexpertises, die nog worden versterkt met lokale samenwerkingsverbanden. Zo heeft Microsoft in Europa nog drie gemeenschappelijke onderzoeksinstellingen (in casu met het Franse Inria, het supercomputerlab in Barcelona en een centrum bij de universiteit van Trento in Italië). Onderwerpen die Europa nauw aan het hart liggen zijn het formuleren van softwarespecificaties (met wiskundige technieken), mobiele telefonie et alia. Met meer dan 1000 onderzoekers wereldwijd, wordt een bijzonder breed spectrum aan onderwerpen aangesneden, met “de vooruitgang van computerwetenschappen als primaire missie.” In een volgende stadium wordt natuurlijk gestreefd naar een vlotte doorstroming van nieuwe technologieën naar de de rest van het bedrijf en/of klanten die daaraan nood hebben, en moeten de labs Microsoft de weg naar de toekomst wijzen.
Demo’s bij de vleet
Een bezoek aan een lab als Microsoft Cambridge ontpopt zich natuurlijk als een ‘grot van Ali Baba’ met een schat aan demo’s. Zoals ‘Laura’ – een project voor een computergesteunde dispatching van de campusbusjes in Redmond. Het project is een fascinerende mix van toepassingen (spraakherkenning en -generatie, ruimtelijke beeldherkenning, dispatching,…) op basis van geavanceerde multicoretechnologie met een context-gerichte interface. Zo zal het systeem een persoon met das en vest ‘interpreteren’ als een bezoeker en navenant bedienen. Hopelijk slaat het straks dan toch een vriendelijker toon aan, want vandaag klinkt Laura nog als een erg strenge schooljuf….
Voor de ‘hardcore’ computerwetenschappers zijn er dan weer projecten als de Computer Verification Kit. Met behulp hiervan kan worden aangetoond dat een securityprotocol ook echt bugvrij is (onder meer voor implementaties van Transport Layer Security, opvolger van SSL).
SybilInfer is een project, dat onder meer ‘aanvallen’ op sociale netwerken kan onderkennen. Zo kan worden voorkomen dat de resultaten van online enquêtes wordt vertekend door frauduleuze methodes. Maar ‘noblesse oblige’ wordt ook onderzoek verricht naar methodes om software een beter gebruik te laten maken van multicoreprocessoren. In samenwerking met het supercomputercentrum in Barcelona wordt hier gewerkt aan (en gepubliceerd over) het gebruik van ‘transactioneel geheugen’.
Bij dat alles speelt duidelijk ook een mate van serendipiteit mee… Of hoe onderzoek ook onverwachte resultaten op andere gebieden kan opleveren, vaak omdat de tijd en de geesten er rijp voor zijn. Zo leidt deputy managing director Andrew Blake in Cambridge het Machine Learning & Perception team, met bijzondere aandacht voor computervision. De probabilistische herkenningstechnieken (niet regelgesteund, maar op basis van uitgebreide ‘leersessies’) resulteren zo in 2D en 3D-herkenningssystemen die beduidend beter scoren. Maar daarnaast hebben deze technieken ook hun waarde bewezen bij het analyseren van genetische informatie in het onderzoek naar erfelijke ziekten.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier